Wie een huis verkoopt zonder energielabel kan sinds 1 januari een boete krijgen. Daar staat tegenover dat het verkrijgen van een label eenvoudiger en goedkoper is geworden. Maar worden woningen hierdoor energiezuiniger?
Bij vijf miljoen woningeigenaren ploft in januari of februari een voorlopig energielabel op de deurmat. Daarmee wil minister Blok nieuw leven blazen in het energielabel, dat de afgelopen jaren volledig wegkwijnde. Al sinds 2008 is het verplicht om bij verkoop van een woning een energielabel te overhandigen, maar kopers en verkopers konden straffeloos afspreken het label achterwege te laten.
Vanaf 1 januari kan dat niet meer; de minister geeft de Europese richtlijn energieprestaties gebouwen (EPBD) meer handen en voeten. De Inspectie Leefomgeving en Transport kan verkopers aanspreken op het energielabel. Wie bij verkoop of nieuwe verhuur geen label (variërend van A++ tot G) heeft, krijgt de kans er snel nog eentje te regelen. Wie dat niet doet, kan een boete van maximaal 405 euro krijgen.
Bouwjaar, woonoppervlakte, type woning en maatregelen die na de bouw gemiddeld zijn genomen bepalen de voorlopige energielabels. Ontevreden woningeigenaren kunnen het voorlopige energielabel aanpassen via www.energielabel.nl. Want misschien zijn de spouwmuren inmiddels geïsoleerd of liggen er zonnepanelen op het dak. “Voor enkele tientjes”, aldus de site, kan de eigenaar een hoger label verkrijgen. Dan moet hij wel even foto’s en ander bewijsmateriaal meesturen.
Bewustwording
Gaat deze aanpak, een uitvloeisel van het Energieakkoord, werken? “Bij auto’s werkt het. Daar houden wij ons aan vast”, zegt Wilma Berends van Natuur en Milieu. Voor de consument is het voorlopig energielabel de eerste stap naar bewustwording, meent ze. En wie zijn huis verkoopt, kan niet meer onder het label uit. Achterliggende gedachte is dat kopers liever een energiezuinige woning kopen, wat eigenaren ertoe beweegt hun woningen te isoleren, hr-ketels op te hangen of hun huis om te toveren in een energieneutraal paleisje. Berends: “Veel hangt af van de vraag of het makkelijk is voor eigenaren om maatregelen te nemen. Welk bedrijf kies je? Wat is een redelijke prijs? Dat is nu niet heel transparant.”
Luc Werring, jarenlang adviseur energiezaken van de Europese Commissie en nu werkzaam bij Clingendael, veegt in Bouwformatie de vloer aan met de nieuwe aanpak, volgens hem lapwerk om een Europese boete te ontlopen. “De (Europese) richtlijn laat geen enkele ruimte om zelf via internet op te geven hoe energiezuinig je huis is. Dat zou hetzelfde zijn als autobezitters eigenhandig de APK van hun auto’s te laten invullen.”
Te duur
“De oorspronkelijke aanpak was qua kwaliteit beter: onafhankelijk, door een specialist vastgesteld”, beaamt onderzoeker en adviseur Cor Leguijt van CE Delft. “Alleen, daar hangt een prijskaartje aan. De Tweede Kamer vond dat te duur.” Berends ziet de gekozen aanpak juist als “simpel en goedkoop.” Een onafhankelijke keuring ter plekke is duur voor de consument. Sjoemelende verkopers lopen vanzelf tegen de lamp, voorspelt ze. Een volgende logische stap is woningen met een hoger label fiscale voordelen te geven. Want het label op zichzelf is een magere aanpak. Leguijt: “We moeten in Nederland zeven miljoen woningen energieneutraal maken voor 2050. Voor die grote ommezwaai is veel meer nodig.”
Geef een reactie