“Waar was u tijdens de Moerdijkbrand?”
“Aan het werk op het land. En ik zag die rook en ik denk gelijk: dat zit niet goed. Dat zei ik ook meteen tegen mijn vrouw. Ik zeg: Dat zit niet goed, dat zit helemaal niet goed. En dan kan die Opstelten op televisie wel zeggen dat het wel goed zit, maar het zit echt niet goed, want hij kwam toen-ie hier was zijn busje niet uit, nou, dan zit het niet goed, want als het wel goed zit kom je je busje wel uit.”
“Vertrouwt u de kwaliteit van uw groente nog?”
“Ik proef zelf alles voor. Ik heb gisteren mijn eigen spruitjes gegeten, lagen zeer zwaar op de maag, loodzwaar mag ik wel zeggen. Dat heb wel een voordeel, er gaan tien, wat zeg ik, vijftien spruitjes minder in een pond. Dus ze leveren mij veel meer op. En aan een beetje lood is nog nooit iemand dood gegaan.
En weet je wat het voordeel is van lood? Je kan veel hetere dingen drinken, je slokdarm verandert in een loden pijp. Je moet het alleen niet in je schoenen laten zakken, maar voor de rest kan het geen kwaad.
Maar toch, het zat niet goed. Ik zie die rook, die rook was niet gewoon zwart, die was echt heel zwart, zo’n zwarte rook heb ik nog nooit gezien, maar ja joh, we maken er maar het beste van joh, meer kunnen we niet doen. En gerookte boerenkool, ik heb het al aan een paar sterrenrestaurants kunnen verkopen, het schijnt een enorme hit te zijn. Maar toch, en dat zei ik ook tegen mijn vrouw, ik zeg: Het zit niet goed.”
Geef een reactie