André de Hamer (49)
Isprogrammamanager bij Duurzame PABO en Pabo-docent op Hogeschool Zeeland
Missie duurzaamheid centraal in het basisonderwijs
Duurzame docenten
Duurzaam leren doen en denken: je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. De aangewezen plek daarvoor is natuurlijk het onderwijs. Volgens Pabo-docent André de Hamer moet duurzaamheid een van de pijlers van het basisonderwijs worden. Thijs Struijk wil dat iederéén duurzaamheid leert: van peuter tot professional. En VMBO-docente Françoise Zinhagel laat haar leerlingen zelf de oplossingen bedenken.
Duurzame docenten: Thijs Struijk
Je bent initiatiefnemer van een hele reeks projecten die iets met ‘groen’ of ‘toekomst’ te maken hebben. Wat doe je nu eigenlijk?
“Het zijn allemaal manieren waarop ik duurzame ontwikkeling in het onderwijs stimuleer. Ik doe onderzoek, lobby, voer campagne, ontwikkel games. Ik ben ondernemer, maar je kunt me ook professioneel activist noemen. Ik wil mensen leren hoe ze duurzaam kunnen denken en doen.”
Hoe pak je dat aan?
“Duurzame ontwikkeling gaat over het aanleren van vier competenties. Het begint bij het bewustzijn van de uitdaging waar we als mensheid voor staan, als we straks met zeven miljard mensen op onze kleine aardbol leven. Dan heb je kennis nodig over de problemen en mogelijke oplossingen. Vervolgens moet je specifieke skills aanleren, zoals samenwerken en systeemdenken. Tot slot moeten mensen op basis van normen en waarden de juiste keuzes kunnen maken.”
Zijn die competenties belangrijker dan wat kinderen nu op school leren?
“Natuurlijk zijn taal en rekenen ook belangrijk. Maar als je het aan ouders vraagt, zullen ze altijd kiezen voor een school waar hun kinderen later echt iets aan hebben. Daarom heb ik Toekomstbehendig ontwikkeld, een duurzame schoolgids om bij die keuze te helpen.”
Je richt je ook op werkgevers. Waarom?
“We vragen ze welke competenties nodig zijn om de transitie naar een duurzaam bedrijf te maken. Dat vertalen we naar het onderwijs. Als studenten tijdens hun opleiding al kennismaken met vraagstukken uit de praktijk, stromen ze straks goed voorbereid de arbeidsmarkt op. Zo ontstaat een nieuwe generatie werknemers die het tij echt kan keren.”
Geef een reactie