Duurzame docenten

Duurzaam leren doen en denken: je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. De aangewezen plek daarvoor is natuurlijk het onderwijs. Volgens Pabo-docent André de Hamer moet duurzaamheid een van de pijlers van het basisonderwijs worden. Thijs Struijk wil dat iederéén duurzaamheid leert: van peuter tot professional. En VMBO-docente Françoise Zinhagel laat haar leerlingen zelf de oplossingen bedenken.

Duurzame docenten: Françoise Zinhagel

Françoise Zinhagel (50)
Isdocent duurzaamheid op een VMBO
Missie leerlingen bewust maken van hun eigen verantwoordelijkheid

Je was genomineerd als duurzame docent van het jaar. Wat maakt jouw aanpak bijzonder?

“Ik vraag me altijd af: wat betekent een maatschappelijk probleem voor mijn leerlingen? Jonge mensen denken vaak nog niet na over het opraken van fossiele brandstoffen en de opwarming van de aarde. Ik maak het klein en concreet, en zoek verbinding met hun leven. Dan vraag ik: hebben we hier op school ook een afvalprobleem? Ja, vinden ze, want leerlingen ruimen hun troep niet op. De volgende stap is dan: wat gaan jullie daaraan doen?”

Worden ze daar enthousiast van?

“Soms zeggen ze: daar zijn we te jong voor, naar ons gaat niemand luisteren. Dat vind ik flauwekul. Ik laat ze in werkgroepjes oplossingen bedenken. Zoals een gratis broodtrommel voor iedereen aan het begin van het schooljaar. Die oplossingen presenteren ze aan de teamleiders. Dat werkt, dan voelen ze zich belangrijk. Ik werk al zo lang met pubers, ik weet wel hoe ik ze moet motiveren.”

Wat wil je bereiken?

“Onze school kreeg twee keer de Groene Vlag, het keurmerk van Ecoschools. Mij gaat het om bewustwording. Ik blijf net zo lang vragen stellen tot het kwartje valt. Laatst kreeg ik een vraag terug: ‘Mevrouw, u komt zelf altijd met de auto naar school, dat is toch ook niet goed?’ Ze hebben gelijk natuurlijk, maar met de trein ben ik een uur onderweg.. Toch word ik blij van zo’n vraag, want dan weet ik dat ze zelf nadenken. Dat deel van de opvoeding hoort ook bij het onderwijs. Ik bereid ze voor op de maatschappij van morgen. Daarna is het hun eigen verantwoordelijkheid.”