Eigenlijk kan niemand zich voorstellen dat onze hoofdstad écht onder water komt te staan, maar grote delen van Amsterdam liggen ook nu al onder de zeespiegel. Als Kasper (11) op zijn bootje over de Sloterplas vaart, vindt hij dat maar een gek idee. Hoe bereidt de stad zich voor op de gevolgen van klimaatverandering?
“Daar, in die flat woon ik”, wijst Kasper vanaf het gras aan de Sloterplas. “Je ziet daar een raam met veel stickers en rechts ervan eentje met één sticker, dat is van mij.” Vanuit zijn slaapkamer op de tiende verdieping van de flat kijkt Kasper uit over het water. In de zomer zwemt hij hier graag. “Water is vooral leuk en niet eng. Maar soms merk ik wel dat er in de Sloterplas koude stromen zijn. Dan kan je verstijven en kan je niet meer zwemmen en dan zink je. Daarom blijf ik liever dichtbij de kant of ik trek een zwemvest aan. Water kán dus wel gevaarlijk zijn, maar ik maak het veilig voor mezelf.”
“Ik heb mijn zakdoek aan een buis vastgemaakt en de tent van mijn zusje op de boot gezet. Het is eigenlijk een soort varend huis.” De zakdoek geeft de hoogte van het NAP aan, het Normaal Amsterdams Peil. “Als de dijken nu zouden doorbreken, dan komt het water zo hoog”, zegt Kasper over zijn creatie. “Maar als ik hier in de flat zit, dan weet ik dat het niet tot onze verdieping komt. Misschien wonen we later wel allemaal op zo’n boot”, mijmert hij. “En dan komt de groenteboer gewoon langsvaren.”
Vitale netwerken
Kasper zit voorlopig nog wel droog op de tiende verdieping. Toch is het best logisch dat hij nadenkt over andere manieren van wonen, vindt Lisette Klok, docent en onderzoeker ‘Klimaatbestendige Stad’ aan de Hogeschool van Amsterdam. “De kans op overstromingen zal groter worden en dat heeft gevolgen voor de manier waarop we onze gebouwen en vitale netwerken zoals elektriciteit, drinkwater, telecom, stadswarmte en riolering inrichten. Zeker voor bijvoorbeeld ziekenhuizen is het belangrijk dat deze netwerken het blijven doen op het moment dat een overstroming plaatsvindt.” Klok houdt zich niet alleen bezig met de mogelijke gevolgen van de zeespiegelstijging, maar kijkt breder hoe steden zich moeten voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Hoe Amsterdam zich koel kan houden tijdens de zomers die steeds warmer worden bijvoorbeeld.
Op school leert Kasper eigenlijk niet zoveel over klimaat, maar soms komt het voorbij in het Jeugdjournaal en daarom weet hij wel het een en ander. “We kunnen wel verduurzamen. Bij mijn vader eet ik vegetarisch en we gaan expres veel minder met de auto en nooit met het vliegtuig op vakantie. Als de kans er is dat we de wereld ermee redden, dan vind ik dat wel goed om te doen.”
Lespakket
Dat Kasper dit zo uit zijn mouw schudt, is volgens onderzoeker Klok niet vanzelfsprekend. “We zien echt dat er nog altijd weinig kennis is onder burgers over klimaatverandering en de zeespiegelstijging, terwijl het zo ingrijpend is voor Nederland. Steden moeten niet alleen fysiek klimaatbestendig worden. Er moet ook begrip zijn onder burgers voor de keuzes die gemaakt zullen worden.” Daarom ontwikkelt Klok samen met collega’s een lespakket met als voorlopige werktitel ‘Na ons de zondvloed’, om bewustwording onder kinderen en ouders te vergroten en het gesprek op gang te krijgen. Ook in dit lespakket worden kinderen uitgedaagd een kunstwerk te maken om de gevolgen van de zeespiegelstijging te verbeelden – net als Kasper al met zijn bootje heeft gedaan.
Volgens Klok is Amsterdam goed op weg met haar klimaatadaptatiestrategie. “Ik weet niet of het genoeg is, maar ik ben blij dat de strategie op de agenda staat en dat die gaat versnellen. Want de zeespiegelstijging versnelt ook.” Het is volgens haar belangrijk dat verschillende disciplines nu meer met elkaar verbonden worden. “Om ons bijvoorbeeld goed te wapenen tegen hitte, zouden de gezondheidszorg, de bouwsector en stedelijke planning nog veel meer kunnen samenwerken om tot een goed hitteplan te komen. Met aandacht voor concrete maatregelen als zonnewering en slim ventileren. We moeten samen nadenken over hoe we een fijne en gezonde woonplek voor mens en natuur kunnen creëren.”
Kasper ter Veen (12)
Uit: Amsterdam
Hobby’s: voetballen, zwemmen en buitenspelen
Houdt ook heel erg van: knutselen. “Later wil ik iets met mijn handen doen, misschien dingen van hout maken of zo.”
Wil later: niet in de hoofdstad wonen. “Amsterdam is wel een vertrouwde plek voor mij, maar ik wil ook weleens een keer ergens anders wonen.”
Typisch Kasper: Heeft vaak kleding aan in felle kleuren en met grappige plaatjes. En draagt altijd een korte broek, zelfs in de winter. “Soms is dat wel een beetje koud, maar toch doe ik dan een korte broek aan. Dat zit gewoon lekkerder.”
Dit is het vierde verhaal van het project Hengelo aan Zee. Fotograaf Henri Blommers portretteert kinderen en laat ze op een creatieve manier de zeespiegelstijging visueel maken.
Geef een reactie