Amigu di Tera knokt op Curaçao tegen een veelkoppig monster: een onwillige politieke elite, sociale onrechtvaardigheid en de specifieke milieuproblemen van een klein eiland. De leefbare wereld loopt op zijn einde als we geen drastische maatregelen treffen.
De roestige raffinaderij ligt om de hoek, de berm verderop is bevuild met wc-potten en ander bouwafval, en uit de tuin van de achterbuurman komt rook, onder andere van verbrand plastic. Natuur en milieu zijn voor Yvette Raveneau (75) en Lloyd Narain (75) dagelijkse, taaie kost. Hun huis in Emmastad, Curaçao, wordt door haatdragende politici beschreven als “een villa met een hondenhok dat zo groot is als een volkswoning”, maar “eenvoudig bungalowtje met een mooie tuin” is een reëlere omschrijving.
Beiden zijn geboren op Curaçao waar ze elkaar op de middelbare school leerden kennen. Raveneau studeerde biochemie in Leiden en gaf daarna les in Den Haag. Als ze een baan aangeboden krijgt bij het Radulphuscollege op Curaçao – haar partner Lloyd Narain studeert dan nog filosofie in Amsterdam – keren zij met hun twee jonge zonen terug naar Curaçao. Beiden blijven met hart en ziel verbonden aan het onderwijs. Zij wordt ook docent aan de universiteit van Curaçao, waar hij in deeltijd colleges geeft over techniek en maatschappij. Favoriete leerstof: de milieuvervuiling in de keten van grondstof tot consumptie.
Amper terug op Curaçao werd Raveneau in 1986 geconfronteerd met de plannen van een Brits bedrijf om energie op te wekken met het verbranden van Amerikaans afval. De politiek haakte af na publicaties in Vrij Nederland en in het blad van Milieudefensie, dat toen nog Milieudefensie Magazine heette: ‘Curaçao: garbage-island?’ Daarna volgden de acties elkaar snel op. In het onderwijsgebouw waar Raveneau werkte, werden termieten bestreden met gif dat in andere landen allang verboden was. Met haar scheikundecollega’s lukte het om de gifstoffen te verbieden.
Weerstand op het eiland
De geboorteplek van Amigu di Tera is het natuurgebied Malpais, dicht bij de zuidkust, dat de overheid plat wilde bulldozeren om er bedrijven neer te zetten. Raveneau: “Wij hielden daar iedere zondag natuurwandelingen waar honderden mensen aan meededen. Bij het begin stond een bord met ‘Sabana Amigu di Tera’ (Savanne Vrienden van de Aarde – red.). Opkomen voor de natuur was nieuw voor Curaçao. Er ontstond een groep jonge mensen die zich afzette tegen ontbossing en vervuiling. De politiek wist er geen raad mee: natuur had nooit waarde gehad.” De reactie was heftig. Het groepje wandelaars dat zijn nek uitsteekt, wordt uitgescholden. Zij zouden de ontwikkeling van het eiland tegenhouden en ‘ontwikkeling’ staat bij de politieke elite gelijk aan bouwen. Het blijft niet bij schelden. Narain: “Het werd Yvette duidelijk gemaakt dat zij haar baan zou kunnen verliezen en ook onze medestanders werden door hun werkgevers op het matje geroepen. Onze zoon kreeg toen hij de telefoon opnam te horen: we komen jouw vader kapotslaan.”
In 1988 werd, mede door die bedreigingen, de stichting Defensa Ambiental opgericht, een netwerk van deskundigen die in de luwte van politieke stormen anoniem hun mening geven. De stichting, met Narain in het bestuur, functioneert nog steeds.
Tegen olie zijn mocht niet
De stichtingsvorm bleek niet geschikt om veel mensen bij het actiewerk te betrekken. Wilma Berends, toen werkzaam bij Milieudefensie, suggereerde in 1991 om een vereniging op te richten: Amigu di Tera. De leden stroomden toe en de beweging rolde van de ene naar de andere actie. Altijd financieel en politiek onafhankelijk. “Het was de mooiste periode,” zegt Raveneau, “die van vol enthousiasme en met zijn allen de schouders eronder.” De lijst van acties beslaat intussen ettelijke A4’tjes: tegen de aantasting van de schaarse mangrovebossen, tegen het volbouwen van natuurgebieden, tegen het dichtgooien van openbare stranden door hotels, vóór de sluiting van een vervuilende betonfabriek in een woonwijk. Samen met buurtbewoners begint Amigu di Tera met protesten tegen de olieraffinaderij, die voor de bijna grootste milieuvervuiling op aarde per hoofd van de bevolking zorgde. Narain: “Wij hebben die raffinaderij op de agenda gezet. Het taboe om tegen de olie te zijn is door ons doorbroken met een grote demonstratie in 1989, gevolgd door een in 1990 en 1991, telkens op Wereldmilieudag. Uiteindelijk kwam er hinderregelgeving, maar die werd helaas nooit gehandhaafd of aangepast.”
Grootste succes
Raveneau en Narain zijn trots op Hòfi Pastor, het natuurgebied bij Barber in het westen van het eiland, dat beheerd wordt door Amigu di Tera. Ze hebben het meest met natuurbehoud op land en in zee: dat gaat over biodiversiteit en dat raakt al het beleid. Wat staat er boven aan hun lijst van successen? Raveneau vindt het moeilijk om te kiezen. “Toch wel onze inzet voor het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (EOP) dat sinds 1997 de bestemming van gebieden regelt. Met als belangrijk element de conserveringsgebieden waarin geen nieuwbouw mag plaatsvinden. Er werd en wordt hier nauwelijks beleid gemaakt, maar dit is een mooie uitzondering, die belangrijk is voor de biodiversiteit en een uitgangspunt is voor een duurzame ontwikkeling van het eiland.” Narain vult aan: “Wij moeten het nog steeds verdedigen. Politici en grondeigenaren willen steeds maar bouwen. Het EOP zou aangepast moeten worden naar een ecologische hoofdstructuur met verbindingszones, maar we vrezen dat behoud van het huidige plan al lastig genoeg zal zijn.”
“Het taboe om tegen de olie te zijn is door ons doorbroken met een grote demonstratie in 1989”
Het politiek systeem wil immers maar niet veranderen. Bouwvergunningen worden afgegeven op basis van wetgeving uit 1935, toen Curaçao nog dunbevolkt was. Altijd weer loopt Amigu di Tera aan tegen de desinteresse van de politiek. De vereniging heeft nooit openlijke steun gehad van een politieke partij. Een groene partij heeft Curaçao niet. “Gelukkig is de agressie tegen ons afgezwakt. Maar wij zijn nog steeds alleen maar een gesprekspartner van de overheid als zij niet om ons heen kan.” Het lijntje is volgens Raveneau flinterdun. “De huidige minister van ruimtelijke planning noemt ons vrienden van de hagedissen en die zijn waardeloos, zoals ratten en kakkerlakken. Hij heeft het over ‘dat soort mensen’. Wij zijn volgens deze populist tegen de ontwikkeling van het land en dus tegen het volk.”
Milieuzorg als luxeprobleem
Het gebrek aan belangstelling voor natuur en milieu bij besluitvormers is niet het enige struikelblok. 40 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Het minimum loon is omgerekend € 4,60 per uur. Om met een busje naar het werk te komen, ben je al € 5,50 kwijt. De kosten van eten en nutsvoorzieningen zijn niet lager dan in Nederland. Aan afvalstoffenheffing betaal je € 17,50 per maand voor een kliko. Milieu is dan niet de eerste zorg. Van politici horen zij ook nog dat het een luxeprobleem is. Er is geen adequate regelgeving, geen statiegeld, geen toezicht.
En het wordt er volgens Narain niet beter op. “De maatschappelijke infrastructuur brokkelt steeds verder af. De overheid heeft onvoldoende bekwame mensen. Essentiële diensten functioneren slecht. We zakken door de bodem van de minimumkwaliteit van onderwijs, gezondheidszorg en sociale zorg. De milieudienst is uitgehold. Maar wat wil je? Wij sturen jaarlijks driehonderd jonge mensen weg om in Nederland een opleiding te volgen. Zelfs voor een mbo-opleiding die hier ook is. De meesten blijven er en komen alleen terug voor vakantie.”
“Nederlanders opereren hier vaak agressief en inhalig”
Andersom barst het op Curaçao van de Nederlanders, waarvan een deel zich stort op toerisme en projectontwikkeling. Dragen de nieuwkomers iets bij aan gemeenschap en milieu? Niet echt, vindt Narain. “Je ziet soms welwillende gelegenheidsclubje maar vaak opereren de Nederlanders agressief en inhalig. Zij verversen oude sociale patronen, willen domineren. Noem het gerust postkoloniaal. De lokale bevolking wil hierin niet meer verstrikt raken en houdt zich afzijdig”.
Moeizame energietransitie
De laatste tijd richt Amigu di Tera zich meer en meer op het klimaat en de daarbij behorende energietransitie. Raveneau: “De temperatuur gaat omhoog en de droge tijd duurt langer. Door verdroging infiltreert er meer zout zeewater in het grondwater. De regenbuien zijn korter en feller, waardoor het water snel naar zee stroomt en een hoop aarde en vuil meeneemt. De ochtenddauw is verdwenen en dat heeft invloed op sommige plantensoorten. De raffinaderij is voorlopig dicht, maar de CO 2 -uitstoot op het eiland is nog steeds hoog. De transitie wordt door de besluiteloosheid over de toekomst van olieraffinaderij tegengehouden, want nog steeds verkondigt de politiek tegen beter weten in dat de raffinaderij weer kan en moet worden opgestart.”
Ondertussen gebeurt er wel íets. Een projectgroep van ambtenaren, waarbij ook Amigu di Tera is aangesloten, maakt klimaatplannen. Helaas heeft de projectgroep geen overheidsstatus. TNO is bezig met een proefopstelling voor waterstof, maar de politiek is wantrouwig: waterstof zou niet goed zijn voor de kansen van de raffinaderij.
De sleutel voor de energietransitie ligt volgens Raveneau in anders, klimaatbewust bouwen. “De wind moet het huis koelen, niet de airco. Zet geen gebouw meer vol met airco’s en met zonnepanelen erop om die airco’s te laten draaien. Bouw ook niet pal aan de kust, want de zeespiegel stijgt. Er kunnen nog wat windmolens bij, maar wij zijn tegen het mechaniseren van het landschap. Dit is een klein eiland. Wij zijn voorstanders van een mix van niet-fossiele oplossingen waarbij buurten zoveel mogelijk zelfvoorzienend moeten zijn.”
Klein eiland
De uitdagingen zijn groot. “Je hoort vaak: we zijn zo’n klein eiland. Het beetje dat wij kunnen doen, maakt niet uit”, zegt Raveneau. “Maar dat geldt voor iedere plek op aarde.” Schiet Milieudefensie hen weleens te hulp, of omgedraaid: doen zij een beroep op hun kennis en ervaring? Raveneau: “In de beginjaren wel. En als Milieudefensie actievoert tegen bijvoorbeeld Shell dan steunen wij dat van harte. Bij Friends of the Earth International kwamen we elkaar op conferenties tegen. Daar ervaar je hoe anderen knokken, soms met gevaar voor eigen leven zoals milieuactivisten in Zuid-Amerika bijvoorbeeld. Dat werkt stimulerend en geeft je energie. Maar nu richten we ons meer op de eigenaardigheden en beperkingen van een klein eiland.
“Er zijn grote verschillen, vervolgt Narain.“Milieudefensie is een instituut dat geld ontvangt, wij zijn alleen een luis in de pels, waarvoor je hier nauwelijks donoren krijgt. Wij focussen ons op kleine eilanden, waar alles met alles samenhangt. Daar kan Nederland niet mee omgaan. ‘Oké,’ horen wij in Nederland, ‘jullie zijn klein, dus doen we naar rato alles wat minder’. Maar dat gaat voorbij aan de realiteit. Kleine eilanden in ontwikkeling hebben met specifieke zaken te maken. Zo importeren wij hier zo ongeveer alles en de afvalberg groeit en groeit. Je vindt dan ook overal afvalbergjes langs de wegen en in de wildernis. Een afvalbeleid moet hier bij selectief importeren beginnen.”
Sociale rechtvaardigheid
Beiden zijn 75 jaar, de lichamelijke kwetsbaarheid neemt toe. Bij natuurpark Hòfi Pastor is de opvolging geregeld. Voor Amigu di Tera rekenen ze op het sociaal-culturele netwerk en op inzet van jongeren. Dat zien ze mondjesmaat gebeuren, want jonge mensen doen ook op Curaçao liefst hun eigen ding: kleinere projecten, maar dan afgebakend, bijvoorbeeld op het gebied van landbouw en wijkmoestuinen. Zij hebben geen trek in een groter verband, in een actievoerende beweging.
Hoe houden ze het vol? Narain: “De leefbarewereld loopt op zijn einde als we geen drastische maatregelen treffen. De niet-hernieuwbare grondstoffen raken op en er isveel roofbouw. Je ziet gelukkig dat mensen wakker worden. Uiteindelijk gaat het ook over sociale rechtvaardigheid. Arme mensen zijn altijd de dupe. Zij wonen hier onder de rook van de raffinaderij. Rijke mensen plaatsen zonnepanelen, maar de teruglopende inkomsten van het elektriciteitsbedrijf moeten door de armen worden gecompenseerd.” Raveneau vult hem moeiteloos aan. “Wij gaan uit van het sociale, niet van een verdienmodel. Wij verbinden sociaal beleid en milieubeleid, want zonder de mensen is alles wat je doet een eendagsvlieg. Verbinden doe je met onderwijs en altijd maar weer informatie geven. Wij reageren op zaken die mensen aanbrengen, bijna dagelijks krijgen wij telefoontjes: iemand is bezig een stuk natuur af te branden, vuil te storten, illegaal te bouwen. Wij verwijzen door en zo nodig steunen we initiatieven om deze zaken op te lossen. Laat je de mensen zitten, dan verlies je de legitimatie bij de bevolking. Als iedereen een echte vriend van de aarde wordt, kan de grootste ramp vermeden worden. Iedereen moet eigenlijk een Amigu di Tera zijn.”
Amigu di Tera
In 1988 richtten Yvette Raveneau en Lloyd Narain de stichting Fundashon Defensa Ambiental op, in 1991 gevolgd door Sosiedat Amigu di Tera. Voor hun verdiensten ontvingen Raveneau en Narain in 2004 van het Prins Bernhard Cultuurfonds de Zilveren Anjer. De activiteiten van Defensa Ambiental zijn sterk teruggelopen. De stichting wordt opgeheven nadat enkele lopende rechtszaken zijn afgewikkeld. Amigu di Tera en Hòfi Pastor zijn op Facebook te vinden.
RWM Hofstee zegt
Hallo Yvette,
Ik ben een ex-collega van het Radulphus college. Mooi dat je je nog steeds inzet voor de natuur op Curacao! Hoe gaat het verder met je?
mvg, Rene Hofstee