Koert van Mensvoort wil niet terug naar de natuur maar juist vooruit naar de ‘next nature’. De natuur verandert voortdurend, en wij mensen zijn daar onderdeel van. “Het idee dat de mens een anti-natuurlijke soort zou zijn, is onjuist.”
Door toedoen van mens en technologie verandert de natuur voortdurend. Van Mensvoort (1974), kunstenaar en filosoof, noemt dat next nature. Hij is directeur van het Next Nature Network, een internationaal netwerk van dat wetenschappers, kunstenaars en ontwerpers samenbrengt om na te denken over een toekomst waarin natuur en technologie versmelten. In zijn boek Next Nature. Waarom technologie onze natuurlijke toekomst is dat afgelopen zomer verscheen, schrijft Van Mensvoort dat onze hoogtechnologische wereld steeds natuurlijker wordt.
Het lijkt bijna vanzelfsprekend dat de mens een bedreiging vormt voor de natuur. Wat vindt u?
“We zouden ons eerst eens moeten afvragen wat ons beeld van de natuur eigenlijk is. Op dit moment is het dominante beeld dat de natuur volmaakt was voordat de mens verscheen en dat wij alles aan het bederven zijn. Daar zitten aannames in die nooit benoemd worden, bijvoorbeeld dat de natuur inherent goed en harmonisch is, waarbij de wreedheid en de willekeur die er ook heersen over het hoofd gezien worden. Ook zie ik in dat beeld iets terug van het Bijbelse paradijs, waar de zondige mens uit weggestuurd is. Sommige milieuactivisten menen zelfs dat de aarde er beter voor zou staan als de mens er helemaal niet was geweest. Ik heb niets met zulke misantropie, die volgens mij voortkomt uit het onjuiste idee dat de mens een anti-natuurlijke soort is.
Natuur- en milieuorganisaties doen hele goede dingen, daar wil ik niets aan afdoen, maar het valt me op dat het beeld van natuur dat ze hanteren diep conservatief is. Het gaat allemaal over behoud en bescherming. Ze willen het liefst terug naar de natuur zoals die ooit was. Ik mis ‘progressieve’ organisaties die een ander beeld van natuur voorstaan, als iets wat voortdurend verandert. Ik pleit ervoor om de natuur niet als een statisch maar als een dynamisch verschijnsel te zien. Wij zijn onderdeel van die natuur en we gaan ermee om, waardoor de natuur weer verandert. In onze tijd is het hele aangezicht van de aarde aan het veranderen door toedoen van de mens. Moet je daar alleen met angst op reageren of is er ook reden voor hoop?”
Hoe ziet u de verhouding tussen natuur en technologie?
“We leven in een tijd waarin gemaakte en geboren dingen steeds meer door elkaar gaan lopen: denk aan gekweekt vlees, olieproducerende bacteriën. Het onderscheid tussen natuur en cultuur wordt vager. Natuur is niet langer alles wat geboren is, maar alles wat autonoom groeit. Deze nieuwe kijk vergt een perspectiefwisseling die niet zo eenvoudig is. We komen nu tot de ontdekking dat technologie niet alleen natuur vernietigt, maar op haar beurt ook een nieuw soort natuur veroorzaakt, een ‘next nature’, die misschien wel net zo wild en onvoorspelbaar is als de oude natuur.
Het totaal aan technologieën noem ik de technosfeer, die voortbouwt op de biosfeer, al het organische leven op aarde. De technosfeer is overal om ons heen: de kleding die je draagt, de computer die je gebruikt, de waterleiding die het water aanvoert, maar ook het financiële systeem en communicatienetwerken. We zijn zo ondergedompeld in de technosfeer dat we haar amper nog waarnemen. Technologie die onzichtbaar is geworden, wordt niet langer als technologie ervaren, het is een verlengstuk van onze menselijkheid geworden en heeft iets natuurlijks gekregen. Die technosfeer zie ik als een volgend niveau in de evolutie en dat hebben wij teweeggebracht. Wij mensen zijn een katalysator geworden in de evolutie.”
Heeft de mens als katalysator ook een morele verantwoordelijkheid?
“Ik heb het gevoel dat we als mensheid nog in onze puberteit zitten, het is tijd om volwassen te worden en rekening te houden met de consequenties die ons handelen heeft voor de hele aarde. Dus ja, we dragen een grote verantwoordelijkheid om biologie en technologie met elkaar in balans te brengen. We zijn niet geëvolueerd om op de schaal van de planeet te kunnen denken. Nu is het tijd om het beperkte perspectief van onze meest directe belangen in te ruilen voor het belang van de hele aarde. Technologie zal ons daarbij helpen. Kunnen we met drones bedreigde diersoorten tegen stropers beschermen bijvoorbeeld? Of biologische landbouw mogelijk maken met op zonne-energie aangedreven robotjes?
Als je goed kijkt, is de mens niet langer de dominante soort op aarde. We hebben superorganismen gecreëerd, denk aan grote bedrijven of overheden, die een eigen metabolisme hebben, die zich voeden met data en grondstoffen en afval uitscheiden, zoals CO2. Net als alle wezens willen ze overleven. Voor deze nieuwe soorten is de achteruitgang van de biosfeer niet zorgwekkend, want ze hebben geen frisse lucht en schoon water nodig.
Ik noem dat ook wel memetische organismen, omdat ze informatie uitwisselen. Zij zullen de mensen steeds verder inkapselen, zoals wij in het verleden ook allerlei organismen gedomesticeerd hebben. We zullen niet vervangen worden door de robot, maar de robot zal om ons heen groeien zodat we er onderdeel van worden. Deze inkapseling zal nog vele duizenden jaren duren, maar ik denk dat het onvermijdelijk is dat die memetische organismen alle eerdere vormen van leven zullen transformeren. Liefst op een manier die goed is voor alle levende wezens natuurlijk, daarom moeten we die memetische organismen temmen, zoals we dat vroeger met wilde dieren hebben gedaan. Tegelijk moeten we accepteren dat we ook deze vorm van natuur niet helemaal kunnen beheersen.”
Wat is uw beeld van de toekomst?
“De toekomst kan op een droom of op een nachtmerrie uitlopen. De nachtmerrie is makkelijk om te zien; de droom vergt meer verbeelding. In de nachtmerrie worden de memetische organismen zo dominant dat de mens slechts een middel zal zijn en geen doel. Zoiets zien we al bij de farmaceutische industrie, die winst maken belangrijker vindt dan het welzijn van patiënten. In de droom ontstaat er een symbiotische relatie tussen mens en technologie, waarbij technologie ons steunt in onze zwaktes en onze menselijkheid vergroot. Een humane technologie die de dromen realiseert die wij mensen hebben over onszelf en de wereld.
Een ding is zeker: je kunt je de toekomst van de mens niet voorstellen zonder over de toekomst van technologie na te denken. Veel mensen zijn bang voor de toekomst en voor de magie van technologie. Ik begrijp dat wel, maar technologie hoort bij het menszijn. Laten we vooral radicaal dromen over wat technologie ons nog kan brengen. Als je een beeld hebt van wat er gaat komen, dan weet je beter waar je naartoe wilt. Ik denk dat we weer van de toekomst moeten leren houden.”
Yoram Krozer zegt
Dank voor interessant verhaal. Ook de moeite waard om kennis te nemen van Robert Lepage die vermenging van technologie, kunst en natuur uitdrukt als “Méttissage”. In mijn boek schreef ik over vermenging van cultuur en natuur in dagelijkse consumptie (als “Natural blends”). Zo hebben milieuorganisaties een belangrijke opvoedkundige rol om weg te wijzen naar een vernieuwende coexistentie met de natuurlijke omgeving.
Peter van Eldik zegt
”..We zullen niet vervangen worden door de robot, maar de robot zal om ons heen groeien zodat we er onderdeel van worden. Deze inkapseling zal nog vele duizenden jaren duren, maar ik denk dat het onvermijdelijk is dat die memetische organismen alle eerdere vormen van leven zullen transformeren. Liefst op een manier die goed is voor alle levende wezens natuurlijk, daarom moeten we die memetische organismen temmen, zoals we dat vroeger met wilde dieren hebben gedaan. Tegelijk moeten we accepteren dat we ook deze vorm van natuur niet helemaal kunnen beheersen..”
Wat is dit voor epistemisch ’techno-holisme’, stumperend op één been aan een lamme arm (van het sjouwen) van Dawkins? Uit uw kulverhaal, Koert van Mensvoort, vind ik dit wel het meest opvallende voorbeeld van cognitieve dissonantie. Sorry to say so..
Het ligt allemaal ingewikkelder en we weten het niet. Van temmen zal geen sprake zijn, daar kunt u vergif op innemen. Wat we wel weten is dit: ”The real problem of humanity is the following: we have paleolithic emotions; medieval institutions; and god-like technology.” – Edward O. Wilson (biologist, evolutionary psychologist)
Karel ten Böhmer zegt
Wij, de mens heeft zich losgemaakt en verheven boven de natuur, we hebben afstand genomen en hebben gekozen voor gebruik maken van die natuur voor onze ‘hoogstaande’ technologische doelen. Ik denk niet dat de natuur ons weer zou opnemen, als wij dat zouden willen. We zijn de gevaarlijkste soort op aarde, ook voor onszelf.