Blockchain is een transparante, veilige en goedkope technologie, waar ook duurzame initiatieven hun voordeel mee kunnen doen. Maar pas op, waarschuwt blockchain-expert Krijn Soeteman. Helemaal zaligmakend is de technologie niet. Hoe zet je blockchains op een zinvolle manier in?
Vlakbij Amsterdam slingert de Amstel zich door het Amstelland, waar zes oude polders een prachtig reservaat vormen voor weidevogels. Een gebied met een rijke biodiversiteit, dat de plaatselijke melkveehouders graag in stand willen houden. Ze verenigden zich onder de naam Boeren van Amstel en bouwden een hypermoderne fabriek. De melk wordt nu lokaal verwerkt en zoveel mogelijk in de buurt verkocht.
Met hun nieuwe melkfabriek de lokale markt bestormen, bleek helaas nog niet zo makkelijk. De boeren hadden moeite de melkfabriek te financieren en het vergt tijd en commercieel inzicht om een nieuwe lokale afzetmarkt te ontwikkelen. Zou het niet mooi zijn als die lokale klantenkring – en alle andere geïnteresseerden uit stad en ommeland – op een toegankelijke manier konden investeren in hun coöperatie? Zodat hun investeringen tegelijkertijd bijdragen aan het behoud van de mooie polders?
Die manier bestaat al. Technologiebedrijf The New Fork bedacht voor Boeren van Amstel een systeem waardoor bewoners, liefhebbers en afnemers makkelijker kunnen investeren in de melkcoöperatie. Niet met crowdfunding of een ingewikkelde aandelenstructuur, maar met behulp van blockchain.
Nieuwe technologie
Het woord is gevallen: blockchain. Een blockchain zelf is niks anders dan de verpakker van transactiedata in een blok dat – letterlijk – aan het voorgaande blok gekoppeld wordt. Dat gebeurt op zo’n manier dat het onmogelijk wordt om in de toekomst nog iets aan de inhoud van dat blok te wijzigen. Met blockchains kun je een database van transacties opbouwen die niet-censureerbaar en niet te wijzigen is. Eigenschappen die in sommige gevallen zeer wenselijk zijn, zoals bij financiële transacties; je wilt immers niet dat je geld in de toekomst ineens ‘verdwijnt’. Natuurlijk zijn er ook veel andere transacties waarbij die eigenschappen handig zijn.
Marieke de Ruyter de Wildt, oprichter van The New Fork, legt uit hoe een blockchain de Boeren van Amstel gaat helpen. “Het doel is dat we tokens (digitale ‘munten’ – red.) gaan uitgeven waarmee mensen een soort aandelen kopen van Boeren van Amstel. Dit doen we met een bestaand blockchainsysteem, The Sharing Council, waardoor het heel overzichtelijk en makkelijk te managen is voor het bestuur van de coöperatie. Het uitgeven van tokens gaat zonder notaris en is daardoor stukken goedkoper. Het is voor alle deelnemers heel transparant en inzichtelijk, niemand kan frauderen. En wellicht het allermooiste: producent en consument zijn weer met elkaar in verbinding. Naast je Tesla-aandelen kun je nu ook lokaal investeren in kwalitatieve melkproductie en het landschapsbeheer van plekken waar je graag komt.”
De Ruyter de Wildt wil, net als Boeren van Amstel, de mogelijkheden van blockchains inzetten voor een economie die duurzamer en eerlijker is. De afgelopen jaren zagen allerlei nieuwe initiatieven het licht die het met behulp van blockchains allemaal eerlijker en beter willen doen. Maar lukt dat ook, en hoe werken blockchains nu precies?
Vertrouwen
Blockchains hebben een aantal eigenschappen die ze erg geschikt maken voor initiatieven als Boeren van Amstel. Ze zijn niet te censureren, niet terug te draaien en elke transactie kan maar één keer uitgevoerd worden. Dat laatste was lang een groot probleem binnen de computerwetenschappen: hoe zorgen we ervoor dat een transactie maar één keer gedaan kan worden, zonder tussenkomst van een derde, controlerende partij? Digitaal kun je immers heel makkelijk informatie kopiëren zonder dat de ander dat weet; denk maar aan je vakantiefoto’s.
Dit probleem werd voor het eerst bevredigend opgelost in 2009 met de komst van bitcoin, de bekendste en oudste blockchain. De bitcoin-blockchain is te gebruiken voor verschillende toepassingen, zoals het opslaan van eigendomsbewijzen, of – in zijn bekendste vorm – als cryptovaluta ofwel digitaal geld. Alle transactie-informatie op de bitcoin-blockchain is publiek inzichtelijk en wordt bijgehouden door een netwerk van computers. Omdat het een zogenaamd decentraal systeem is, kan niemand het netwerk uit de lucht halen, stoppen of censureren. Het systeem is openbaar, waardoor iedereen met de juiste software erbij kan. Niemand hoeft elkaar te vertrouwen en toch kun je ervan uitgaan dat niemand jouw transactie ongedaan kan maken en dat niemand twee keer dezelfde bitcoin uit kan geven. Je kunt het vergelijken met een fysiek briefje van 20 euro dat je aan iemand anders geeft. Op het moment dat je het briefje loslaat, is die 100 procent zeker niet meer bij jou, maar bij de ander.
De nooit gehackte bitcoin-blockchain bewijst al ruim 11 jaar lang dat blockchains superveilig kunnen zijn. Voor omgerekend een luttele paar cent kun je een paar miljard euro van het ene naar het andere adres sturen en er absoluut zeker van zijn dat het aankomt bij de ontvanger. Hiervoor is geen enkele derde partij nodig, zoals een bank waar mensen de transactie moeten begeleiden of goedkeuren. Dergelijke kosten hoef je niet te maken, omdat het netwerk voor de veiligheid zorgt. Je hebt alleen het eigenaarloze bitcoinsysteem nodig. Ook kun je voor een habbekrats een paar (omgerekende) tientjes versturen naar een familielid in een land waarnaar je normaal gesproken alleen met veel moeite – of zelfs helemaal niet – via een duur systeem geld kunt overmaken. Je kunt er ook mee sparen; niemand kan bij jouw muntjes, niemand kan het verbieden en het systeem heeft geen politieke kleur. Dat zijn eigenschappen die we bij lucht of water volstrekt logisch vinden: niemand bezit de lucht en iedereen kan het inademen. Bij online systemen kunnen we ons er maar moeilijk iets bij voorstellen.
Een geheel veilig, decentraal, transparant, oncensureerbaar systeem zonder eigenaar, het is een prachtige belofte die door bitcoin en enkele andere blockchains ingelost wordt. Je hoeft niemand te vertrouwen en toch komt het goed. Maar dat geldt niet voor iedere blockchain. Wanneer is blockchain zinvol, en wanneer is het niet meer dan marketingpraat?
Productieketens
Blockchains zijn niet alleen handig voor geldelijke transacties. Heel lastig frauderen, transacties niet kunnen aanpassen of ongedaan kunnen maken en het uitvoeren van veilige en zekere transacties: dat is ook een droom voor bevoorradingsketens. Met een blockchain kun je – idealiter gesproken – niet alleen de herkomst van het product of het productieproces goed volgen, je kunt ook de eigenlijke maker eerlijk belonen. Stel je voor dat je hier in Nederland het juiste portemonnee-adres van een boer in een ontwikkelingsland hebt. Dan kun je zonder tussenliggende partij hem of haar een beetje geld sturen. Je kunt het doen van zo’n extra betaling ook automatiseren via simpele computerprogrammaatjes gekoppeld aan de blockchain, ook wel smart contracts genoemd.
De FairChain Foundation richtte samen met het United Nations Development Programme in Ecuador The Other Bar op, een experimenteel chocolademerk dat chocolade uit Ecuador verkoopt. The Other Bar wil consumenten meer macht geven over wat er met hun geld gebeurt, maar vooral boeren een eerlijker prijs betalen voor hun cacaobonen. Het experiment moet aantonen dat een groep consumenten, ook wel ‘happy activists’ genoemd, bereid is iets meer te betalen. Via een niet bij naam genoemd privaat blockchainsysteem krijgen consumenten een tegoed in de vorm van tokens. Die tokens kunnen ze investeren in het bedrijf van een cacaoboer door een cacaoboom te doneren. Ze kunnen ook een korting van 29 cent op de volgende aankoop krijgen, wat zorgt voor meer omzet en dus meer geld voor de boer. Drie tokens is volgens de stichting voldoende voor het aanplanten van een nieuwe cacaoboom.
Garbage in, garbage out
Maar hoe weet je als consument dat er met jouw tokens inderdaad een cacaoboom geplant wordt? Dat is nog steeds een systeem van checks and balances waar anderen controle op uitoefenen. Want wie of wat voert de informatie in? In jargon heet die informatietoevoer een oracle en daar zit een lastig onderdeel van productieketens: de overgang van de fysieke naar de digitale wereld. Velen zien blockchains als panacee tegen gesjoemel, maar het is nog altijd een mens die data moet invoeren. Hier loopt de eerder genoemde belofte snel spaak: al gebruik je de allerbeste en allerveiligste blockchain; zolang de invoer onjuist is, heeft het geen zin. In jargon heet dat ook wel garbage in, garbage out.
Om zekerder te kunnen zijn over de in- en uitvoer, wordt hard gewerkt aan systemen om frauderen in de fysieke wereld moeilijker te maken. Systemen waarbij voedsel werkelijk via DNA-profielen te herleiden is tot specifieke locaties op de wereld bijvoorbeeld, en speciale verpakkingen met bepaalde kenmerken die niet te vervalsen (zouden moeten) zijn. Die technieken zijn voor het grootste deel echter nog in ontwikkeling. Ze kunnen zeker zorgen voor minder gesjoemel met de data zelf, maar de juiste invoer blijft mensenwerk, met steekproeven om te controleren of alles er juist aan toegaat.
PaperTale
Een bedrijf dat druk bezig is met de volgbaarheid der dingen of traceability of things is PaperTale. Het Zweedse bedrijf gebruikt een publieke versie van een ‘oude bekende’ in blockchainland, het publieke Ethereum-netwerk, om volledig transparant te kunnen zijn. Oprichter Daniel Andersson: “Het publiek heeft steeds meer het gevoel dat het bedrijven niet kan vertrouwen. Als je dat vertrouwen terug wil winnen, moet je blockchaintechnologie in zijn meest transparante, publieke vorm gebruiken, namelijk als decentraal netwerk waar informatie inzichtelijk is en niet te wijzigen.” Daarmee heeft hij een belangrijk punt van blockchains te pakken, namelijk: dat het geen centraal geregelde systemen zijn. Er is geen centraal punt waar iemand met een druk op de knop kan zeggen: ‘deze informatie is ons onwelgevallig, ik verwijder het’, en dat daar achteraf geen enkel bewijs voor is.
Om de producten te volgen, gebruikt PaperTale NFC-tags, hetzelfde systeem als waarmee je tegenwoordig contactloos kunt betalen. Als een klant zo’n chipje in het product scant met een mobiele telefoon, ziet hij een unieke code. Die code is gekoppeld aan een smart contract op de Ethereum-blockchain. Smart contracts zijn in feite heel simpele computerprogrammaatjes waarmee je bepaalde zaken kunt automatiseren. Denk aan iets als: ‘als X gebeurt, dan voeren we Y uit’. “Neem bijvoorbeeld kleding”, vervolgt Andersson. “In elk product kan zo’n NFC-tag worden genaaid waarop alle acties rond de kleding vastgelegd worden. Tevens is alles gekoppeld aan het blockchainsysteem, ook de salarissen én de betalingen daarvan.” Dat laatste is nodig, zegt Andersson, omdat anders alsnog gefraudeerd wordt doordat werkgevers hun werknemers kunnen dwingen bepaalde antwoorden te geven.
Als voorbeeld geeft Andersson het aanschaffen van 100 kilogram Australische katoen door een kledingfabriek. “De kledingfabriek stuurt een verzoek via het PaperTale-platform om 100 kilo katoengaren te kopen van een garenleverancier. De leverancier accordeert dat, maar ook de leverancier van de katoen moet bevestigd hebben dat de katoen inderdaad aan de garenleverancier geleverd is. Daarmee maak je een begin met het opbouwen van een hele keten aan informatie van een product.” Op die manier kan ook de milieu-impact van een product worden berekend. “We houden bij welke materialen in een product verwerkt zitten. Zo kan de ene trui dus een grotere impact hebben dan de andere.”
Verleidelijk
Al het voorgaande klinkt heel verleidelijk. Met een blockchain kun je beter zien waar je producten vandaan komen en je weet meer van de herkomst van de grondstoffen. Je kunt zelf besluiten om andere partijen in de productieketen van een extraatje te voorzien. Met bepaalde tokens kun je mede-eigenaar worden van een coöperatie of andere aandeel-achtige concepten. Met behulp van smart contracts kun je allerlei systemen zo automatiseren dat als het ware ‘dingen’ met elkaar praten en bijvoorbeeld met elkaar af kunnen rekenen. Niet vreemd, met zulke grote beloftes, dat enkele jaren geleden iedereen op de blockchainhype dook.
In werkelijkheid wordt de term ‘blockchain’ op dit moment te pas en te onpas gebruikt. Met een blockchain kan je aangeven dat je écht heel transparant bent, bijvoorbeeld. Maar als een bedrijf schermt met het woord ‘blockchain’ en daarmee zaken als transparantie en onwrikbaarheid predikt, moet het wel aannemelijk kunnen maken waarvoor de blockchain nodig is, én aangeven welke keten gebruikt wordt en toelichten waarom. Zonder die uitleg is het niets anders dan een lege marketingterm.
Geef een reactie