Dat stelt Donald Pols, hoofd klimaat bij het Wereld Natuur Fonds.
Eind dit jaar is het weer zover. Dan verdringen tienduizend mensen en officiële vertegenwoordigers van circa tweehonderd landen zich in het Zuid-Afrikaanse Durban om afspraken te maken over een vervolg op het Kyoto-protocol, dat eind 2012 afloopt. Terwijl de CO2-uitstoot hoger is dan ooit, ontbreekt de politieke wil er iets aan te doen en is het debat doodgebloed. Donald Pols, hoofd van het klimaatprogramma van het Wereld Natuur Fonds, bindt de kat de bel aan: het is helemaal niet erg als er geen nieuw klimaatverdrag komt.
Wat jou betreft wordt het Kyoto-protocol niet verlengd?
“Dat is niet mijn invalshoek. Alles wijst erop dát het niet wordt verlengd, dus laten we nadenken over wat er daarna moet gebeuren. Mij gaat het niet om voor of tegen ‘Kyoto’ maar over de manier waarop we klimaatverandering aanpakken. Ik pleit voor het herdefiniëren van het onderwerp: een discussie over CO2-uitstoot en beperking van temperatuurstijging is niet effectief. Waar het om gaat is het grootschalig uitrollen van hernieuwbare energie en behoud en ontwikkeling van bossen. Daarnaast pleit ik voor een aanpak van onderop: vrijwillige coalities tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden waarin oplossingen centraal staan. Zoals de actie van Urgenda, om 10 Megawatt aan zonnepanelen te plaatsen in Nederland, samen met lokale overheden, bedrijven en burgers. Of het bossenpartnerschap tussen Noorwegen en Indonesië, waarbij 1 miljard euro wordt geïnvesteerd in behoud van bossen. Dus naast de klimaatonderhandelingen moet er worden gewerkt aan coalities voor het ontwikkelen van oplossingen. Als die succesvol zijn, worden ze opgeschaald en geïnstitutionaliseerd in de vorm van internationale afspraken.”
Waarom is praten over CO2 niet effectief?
“Bij CO2 heb je het over de gevolgen van menselijk handelen in plaats van over de oorzaken. Mijn voorstel gaat uit van de behoeften die mensen reëel ervaren, zoals de behoefte aan – schone – energie. Zo vergroot je de kans dat ze die aanpak zullen steunen. Praten over CO2 is per definitie elitair. Het vervreemdt het grootste gedeelte van de bevolking van het debat, door het abstracte en academische karakter. Als je de bevolking buitensluit, moet je er niet raar van opkijken als ze zich van je afkeert. Er ontstaat een kleine club experts die over de wereld beslissen zonder inspraak – de ‘verwetenschappelijking’ van het debat roept zijn eigen weerstand op. En terecht: in de politiek zijn er geen absolute waarden. Politiek maken is het afwegen van belangen, waarvan klimaat er een is.
Daar komt bij dat álles wat mensen doen gevolgen heeft voor het CO2-gehalte in de atmosfeer, zodat het moeilijk is prioriteiten te stellen. Walvissen schijnen CO2 vast te houden. Een wetenschapper wil het beschermen van walvissen om die reden belonen met het uitgeven van CO2-rechten. In dat soort discussies zijn we beland. Bij iedere veroorzaker van CO2 heb je verschillende perspectieven, belangen en barrières.”
Internationale afspraken dwingen tot actie. Zonder ‘Kyoto’ is er niks.
“Daarom moet je niet het kind met het badwater weggooien. Maar vergeet niet dat de huidige afspraken van Kopenhagen en Cancun ook niet dwingend zijn. Daarbij leert de geschiedenis dat de belangrijkste stappen op het gebied van de ontwikkeling van hernieuwbare energie niet direct voortkomen uit CO2-wetgeving en internationale afspraken. Zie het Braziliaanse biobrandstoffenprogramma, de Deense windmolenindustrie, de Duitse wind- en zonnecellenindustrie, de Chinese overheidsdoelstelling van 20 Gigawatt aan zonnecellen voor 2020. China heeft niet eens CO2-doelstellingen onder ‘Kyoto’. Dit betekent niet dat CO2-afspraken niet nodig zijn, wel dat hernieuwbare energiedoelstellingen op zijn minst zo effectief zijn.”
Wanneer is Kyoto mis gegaan?
“Ik zeg niet dat Kyoto mis is gegaan. Met name de technische overeenstemming, bijvoorbeeld hoe CO2 wordt gemeten, is waardevol. Met de kennis van nu, was het ontsporen van de klimaatdiscussie te voorzien. We moeten een politieke discussie hebben over maatschappelijke zaken die aansluiten bij de belangen van mensen. Dat is de kern van wat ik voorstel. Fossiele brandstoffen en ontbossing zijn de grote CO2-producenten. Als je die aanpakt, heb je het klimaatprobleem aangepakt en sluit je aan bij de belangen van mensen. CO2-reductie kan mensen echt geen donder schelen. Bij de Indiase Dalits zit CO2 niet in het referentiekader, toegang tot duurzame energie wel. Met die eis kun je miljoenen mensen verbinden, en zij kunnen politici er op aanspreken. Het zelfde geldt voor bossen. Mensen vinden ze mooi, zien de ecologische functies ervan, snappen dat het belangrijk is ze te behouden. Daarvoor heb je geen discussie over CO2-reductie nodig.”
Wat zijn de reacties op je voorstel?
“Die lopen uiteen. Er zijn mensen die zeggen: ‘Eindelijk iemand die het hardop zegt’. Ik kom net van een bijeenkomst op het ministerie van EL&I. Daar reageert men heel positief, omdat de discussie muurvast zit. Maar er zijn ook mensen, meestal degenen die al lang met de materie bezig zijn, die ‘Kyoto’ moeilijk los durven laten. Het is het enige dat we hebben.”
Geef een reactie