Het Nederlandse baggerbedrijf Boskalis kreeg opdracht van de Indonesische overheid om 45 hectare nieuw land op te spuiten met zand van de zandbanken rondom de Kodingareng-eilanden. De eilandbewoners wisten van niets. Nu zien zij hun visgebied in de buik van een monsterschip verdwijnen.
In juli 2020 blokkeren honderden kleine vissersbootjes het schip Queen of the Netherlands voor de kust van Makassar, de hoofdstad van het Indonesische eiland Sulawesi. De blauw en wit geschilderde houten bootjes, sommige niet groter dan een kano, dobberen rondom het gigantische Nederlandse baggerschip. “Ga weg, we hebben niets meer te eten!”, schreeuwt een visser in een wanhopige poging om de vernieling van zijn visgronden te stoppen. “Boskalis is the new colonialist!!!”, staat in dikgedrukte letters aan het einde van het actiefilmpje op sociale media. Want, net als in de tijd van de Nederlands-Indië kolonisatie, zijn het de Nederlanders die grondstoffen komen stelen, zonder de bevolking om toestemming te vragen, aldus de vissers.
Tot vier keer toe gingen de vissers, afkomstig van de Kodingareng-eilanden voor de kust van Makassar, met honderden tegelijkertijd, inclusief vrouwen en kinderen, de zee op om het zandslurpende monsterschip te stoppen. “We voelden geen angst”, vertelt een van de vissers een paar maanden later via een videoverbinding. “We moeten onze gemeenschap beschermen en Boskalis wegjagen.”
Nieuw land
Het Nederlandse baggerbedrijf Boskalis, eigenaar van de 231 meter lange Queen of the Netherlands, werd door de acties gedwongen de werkzaamheden enkele dagen stil te leggen, maar ging daarna onverstoord verder met zandwinning voor de Makassar New Port container terminal.
In 2019 kreeg Boskalis de opdracht van de Indonesische overheid om 45 hectare nieuw land op te spuiten met zand afkomstig van de zandbanken rondom de Kodingarengeilanden, een groep kleine eilandjes voor de kust die al sinds mensenheugenis wordt bewoond door vissersgemeenschappen. Op dit nieuwe land, een schiereiland pal voor de kust van de vijfde stad van Indonesië met meer dan een miljoen inwoners, moet een containerterminal verrijzen. Deze haven is onderdeel van een ambitieus nationaal project om van Indonesië met 24 nieuwe havens de concurrent van Singapore te maken.
Nooit gewaarschuwd
Toen de werkzaamheden in februari 2020 van start gingen, werden de vissers van de Kodingareng-eilanden totaal verrast door de komst van het Nederlandse monsterschip dat 35 duizend kubieke meters zand per lading van de bodem stofzuigt en het water zo troebel maakt dat vissen onmogelijk wordt.
“Boskalis is nooit naar ons toegekomen om ons te waarschuwen. En ook de overheid hebben we nooit op het eiland gezien”, vertellen de vissers, die om veiligheidsredenen niet bij naam genoemd willen worden in dit artikel. De Indonesische wetgeving verplicht bedrijven die zand winnen om te overleggen met ‘geïdentificeerde stakeholders’ – in dit geval benadeelde vissers – voordat de werkzaamheden van start gaan.
Boskalis legt in een telefoongesprek uit dat het bedrijf wel degelijk met vissers in gesprek is gegaan, maar dit proces zich beperkt heeft tot de vissersgemeenschappen op het vasteland. Het bedrijf beweert niet op de hoogte te zijn geweest van de aanwezigheid van de eilandvissers in het zandwinningsgebied en wijst iedere verantwoordelijkheid van de hand. “De bevolking van dat eiland meent nu ook getroffen te zijn. Het is een gebied dat bedoeld is voor zandwinning. Als iemand daar iets anders doet dan zandwinnen, prima, maar het is geen visgebied”, verklaart Martijn Schuttevaer, hoofd corporate communication, de opstelling van het bedrijf.
Officieel visgebied of niet, feit is dat de gebieden waar Boskalis zand mag winnen van de Indonesische overheid overlappen met de visgronden waar de meer dan vierhonderd vissers van de Kodingarengeilanden al generaties lang hun brood verdienen. Ook de vissers langs de kust vissen hier, maar zij konden, toen de Queen of the Netherlands drie keer per dag zand kwam opslurpen, uitwijken naar andere gebieden.
Voor de vissers van de eilanden was er geen alternatief en als gevolg daarvan was de vangst maandenlang zo mager dat ze nu met torenhoge schulden opgescheept zitten. “We lenen altijd geld om de zee op te kunnen, voor benzine. Nu stapelden de leningen zich iedere dag op omdat we keer op keer niets vingen”, vertelt een van de vissers. “Boskalis strijkt alle winst op en wij steken ons steeds dieper in de schulden”, voegt een collega woedend toe.
In oktober 2020 werden de werkzaamheden afgerond. De vissers bleven zitten met de verloren inkomsten, torenhoge schulden en ernstig verstoorde visstanden. “Wat voor toekomst hebben onze kinderen nog”, vraagt een van de vissersvrouwen zich in tranen af. “Onze visgronden zijn kapot en we zijn bang dat ze terugkomen om nog meer zand te stelen.”
“Raddraaiers”
Lokale milieuorganisatie WALHI ZuidSulawesi, onderdeel van het Friends of the Earth-netwerk, becijferde dat de misgelopen inkomsten van de vissers oplopen tot tienduizenden euro’s per persoon. “Boskalis verdient miljoenen euro’s aan deze deal, de Nederlandse overheid krijgt de belastinginkomsten, terwijl de gemeenschap lijdt en de schulden zich opstapelen”, legt Muhammad al Amin, directeur van WALHI Zuid Sulawesi uit. De dorpshoofden van de gemeenschappen aan de kust ontvingen een schadevergoeding van Boskalis, maar het bedrijf wil de hoogte van het bedrag niet openbaar maken.
Both Ends, een Nederlandse ngo die de vissers van Makassar bijstaat in hun strijd tegen Boskalis, betwijfelt of dat geld ook direct bij de vissers terecht is gekomen in plaats van in de zakken van de dorpshoofden. Voor de vissers van de Kodingareng-eilanden kwam financiële compensatie pas nádat de eerste protesten hadden plaatsgevonden. Een deel van de vissers kreeg een mager bedrag van 1 miljoen rupiah (ongeveer 60 euro) uitbetaald in ruil voor de belofte te stoppen met protesteren. Dit geld kwam bovendien van de Indonesische overheid en niet van Boskalis.
“Toen de protesten startten hebben we druk uitgeoefend op de klant (de Indonesische overheid – red.) dat dit netjes geadresseerd zou worden”, legt Schuttevaer de gang van zaken uit. Omdat volgens de milieuvergunning de eilandvissers geen deel uitmaken van de mogelijk getroffen gemeenschappen, ontkent Boskalis verantwoordelijk te zijn voor de geleden schade. “We hebben ons fors ingespannen om de gemeenschappen netjes te compenseren. Dat er dan een eiland is waar raddraaiers gaan protesteren trekken we ons zeker aan, maar uiteindelijk is dat een probleem van de overheid en valt het ons niet aan te rekenen”, aldus Schuttevaer.
Troebel water
De vrees van de vissersvrouw van Makassar over de terugkeer van Boskalis voor meer zand komt niet uit de lucht vallen. Ook in 2017 was het bedrijf actief in de regio, ditmaal voor het opspuiten van het Centre Point Indonesia (CPI), een kunstmatig eiland voor de kust van de stad waarop een splinternieuw zakendistrict vol glimmende wolkenkrabbers en een moskee met 99 koepels moet komen.
“Boskalis creëert hier nieuwe horizonten voor al haar stakeholders”, legt projectmanager Niels Asjee – oranje hesje op een eindeloze zandvlakte – trots uit in een flashy online filmpje over het CPI. Maar voor de vissers bracht ook dit Nederlandse baggerproject niet meer dan troebel water en 80 procent minder visvangst. 43 families werden met geweld van hun land verdreven en de kusterosie nam dusdanig toe dat hele begraafplaatsen door de zee werden opgeslokt. De zandwinning vond toen dichter bij de kust plaats en had vooral impact op de vissersgemeenschappen in dorpen op het vasteland. De vissers in de dorpen langs de kust zeggen ook over dit project nooit tijdig geconsulteerd te zijn of fatsoenlijk gecompenseerd voor hun verlies.
Staatssteun
Voor het opspuiten van het CPI ontving Boskalis in 2017 Nederlandse staatssteun via een exportkredietverzekering van Atradius Dutch State Business voor een bedrag van 63 miljoen euro. De Nederlandse baggersector, die vaker in opspraak komt vanwege mensenrechtenschendingen, is grootverbruiker van dit soort staatsverzekeringen.
Omdat hun projecten op de markt niet te verzekeren zijn, springen de ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken bij om het Nederlandse bedrijfsleven te stimuleren dit soort risicovolle baggerprojecten toch te doen. Loopt een project mis – vanwege een faillissement of een wispelturige overheid – dan neemt de staat de kosten op zich. Gaat het goed, dan zijn de winsten voor de bedrijven.
In 2019 verzekerde Atradius DSB de Nederlandse baggersector voor een bedrag van meer dan 400 miljoen euro, een derde van het totaalbedrag aan verstrekte verzekeringen dat jaar. Ruim 30 miljoen euro daarvan ging naar Boskalis. In 2020 ontving Boskalis vier grote exportverzekeringen met in totaal een waarde van bijna 600 miljoen euro. Volgens de Nederlandse organisatie Both Ends had Atradius DSB de exportkredietverzekering nooit mogen afgeven vanwege de grove mensenrechtenschendingen gelinkt aan het project. Ook ging het project in 2017 van start zonder geldige milieuvergunningen of betekenisvolle consultatie van de gedupeerde vissers. Dit is in strijd met Atradius’ interne mensenrechten- en duurzaamheidsbeleid en met de OESO-richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.
In 2019 diende de ngo daarom samen met de vissers een klacht in tegen Atradius via het interne klachtenmechanisme van de exportkredietverzekeraar. Maar meer dan een jaar later is het nog altijd wachten op een besluit. De klachtenprocedure vindt volledig achter gesloten deuren plaats en levert de vissers voorlopig weinig concreets op.
David en Goliath
Ook andere juridische wegen die de vissers hebben bewandeld, liepen dood. WALHI Zuid-Sulawesi startte in 2017 meerdere rechtszaken tegen de lokale overheid verantwoordelijk voor het uitgeven van de zandconcessies voor het CPI-project, maar zonder resultaat. “De rechtbanken in Indonesië functioneren slecht en zijn corrupt”, verklaart Al Amin het verlies.
Ondanks het weinige vertrouwen in de Indonesische rechtspraak overweegt Al Amin ook nu weer samen met de vissers van de Kodingareng-eilanden naar de rechtbank te stappen. Niet omdat hij denkt de strijd in de rechtszaal te kunnen winnen, maar omdat een rechtszaak meer zichtbaarheid geeft aan de oneerlijke strijd van David tegen Goliath, van de kleine vissers tegen een rijke en machtige multinational als Boskalis.
Both Ends probeerde in september 2020 via de Nederlandse rechter toegang te krijgen tot de milieu- en mijnbouwvergunningen op basis waarvan Boskalis de zandwinning voor het Makassar New Port project heeft uitgevoerd. Boskalis weigert deze openbaar te maken omdat het concurrentiegevoelige informatie bevat. Maar ook Both Ends ving bot. De Nederlandse ngo werd door de rechtbank niet ontvankelijk verklaard.
“Onze acties stoppen nooit”
De vissers van de Kodingareng-eilanden hebben weinig vertrouwen in de juridische weg en aarzelden daarom geen seconde om tot directe actie over te gaan toen Boskalis vorig jaar terugkeerde naar hun visgronden, vertellen ze trots via de videoverbinding. Voor Boskalis kwamen de protesten als een totale verrassing. “Dit hadden we nooit eerder meegemaakt. Je zag bootjes met jonge kinderen en vrouwen onder zo’n enorm schip varen met een groot risico op ongelukken. Het was gevaarlijk en gewelddadig”, vertelt woordvoerder Schuttevaer. In hun woede gooiden de vissers soms ook molotovcocktails tegen de romp van het gigantische schip.
De acties richtten zich niet alleen tegen Boskalis zelf, maar ook tegen de verantwoordelijke politiek leiders. Meerdere malen bezetten de vissers het plein voor het kantoor van de gouverneur van Zuid-Sulawesi in de stad Makassar. Honderden eilandbewoners, waaronder ook veel vrouwen en kinderen, brachten de nacht door in de openlucht in de hoop de gouverneur te spreken te krijgen.
De gouverneur liet zijn gezicht niet zien. In plaats daarvan stuurde de Indonesische overheid de politie op de vissers af. De waterpolitie deed invallen op de eilanden, op zoek naar de woordvoerders van de acties. WALHI en andere betrokkenen ontvingen talloze mysterieuze dreigberichten via sociale media. Vier vissers werden gearresteerd op grond van het ‘ontheiligen van de nationale munteenheid’ omdat ze tijdens een bijeenkomst een envelop met zwijggeld demonstratief hadden verscheurd. De vissers werden enkele dagen later vrijgelaten, na tussenkomst van een lokale politicus en de belofte te stoppen met actievoeren.
“Maar onze acties stoppen nooit”, vertellen de vissers vastberaden. “We vechten voor ons leven en voor ons eiland”, voegt een van de vrouwen toe. “We hebben geen keus.”
Mensenrechtenschendingen
Boskalis is een van de grootste baggerbedrijven ter wereld, gevestigd in het Nederlandse Papendrecht. Het bedrijf is gespecialiseerd in landaanwinning en het uitbaggeren van vaarwegen en heeft hiervoor wereldwijd honderden gigantische baggerschepen in de vaart. De jaarlijkse omzet is grofweg 2.500 miljard euro. Boskalis kwam eerder in opspraak vanwege mensenrechtenschendingen bij baggerprojecten. Zo was het betrokken bij de verbreding van het Suezkanaal in 2015 waarvoor duizenden mensen uit hun huizen werden gejaagd en slechts gecompenseerd met een minuscuul stukje onbebouwde grond. Bij zandwinning in Kenia in 2019 beschadigde Boskalis kwetsbare ecosystemen. Ook deed het bedrijf een deel van baggerwerkzaamheden voor de omstreden Braziliaanse haven Porto do Açu, waarvoor duizenden boeren werden onteigend en wat leidde tot kusterosie en verzilting van een natuurgebied. Boskalis is zich echter van geen kwaad bewust. “Wij zijn een bedrijf dat netjes probeert een stukje havenontwikkeling te realiseren. We dragen positief bij aan economische ontwikkeling, we creëren banen. Allemaal nobele doelen die niets met kolonialisme te maken hebben”, zegt Martijn Schuttevaer in reactie op de beschuldiging de nieuwe kolonialist te zijn.
Piet van Noort zegt
Visgebieden van arme visserjtes worden verwoest met steun en medewerking van de Nederlandse regering. Waar een klein land groot in kan zijn !
http://www.kustverdediging.nl
Lou zegt
Ik vind dit toch wel een dilemma.
Je ontneem je de vissers hun broodwinning door landwinning. De oplossing zou dan kunnen zijn om ze ergens anders te laten vestigen of ander werk.
Maar wat kost het als de landwinning niet door kan gaan? Gaat men dan het schaarse oerwoud te lijf en plundert men de natuur daar verder?
Ja het is verschikkelijk voor die vissersdorpen en ja ze moeten ze compenseren, maar de nieuwe opgespoten gronden geven ook nieuwe kustlijnen met nieuwe visbroedplaatsen. Daar zou men ook in kunnen investeren.
Dus ik denk, als leek, dat het opspuiten van land mogelijk wel de goede oplossing is maar dat deze alleen niet begeleid wordt met de juiste zorg voor de betrokken mens en natuur.
Ik denk dat een samenwerking van beide partijen veel beter werkt dan het tegenwerken van overheden.
Het eenzijdig de zielige vissers beschermen lost niet op, dat staat ook in dit artikel, de geldstroom is onzuiver.
De overbevolking zal blijven toenemen en dus moet je een oplossing zoeken die het minste schade oplevert en zelfs een win win situatie zou kunnen geven. Ik zie vooral kansen in deze landwinning.
De echte oplossing is iets te doen tegen de overbevolking, dat is de bron van het probleem die we liefst maar willen ontkennen. Want ja het is toch een godsgeschenk zo’n 2e en 3e enz. kind.
Mvg,
Lou