Dat vindt Rob Hengeveld, auteur van Wildgroei, een boek over overbevolking en milieu.
Milieuproblemen, daar kijkt ecoloog Rob Hengeveld heel anders naar. Volgens hem is het een slecht idee om aan losse problemen te sleutelen, zonder te kijken naar de belangrijkste factor, namelijk bevolkingsgroei. In zijn boek Wildgroei snijdt hij een onderwerp aan met een slechte naam in de milieubeweging: overbevolking.
Waarom een boek over overbevolking en milieu?
“Alle aspecten van onze wereld houden verband; klimaat, landbouw, economie. Als je de daaruit voortvloeiende milieuproblemen wilt oplossen, moet je weten hoe we ons als soort ontwikkeld hebben. Dat wilde ik doen met dit boek. Zonder die kennis, kun je niet aan de knoppen draaien. Je wilt weten: welke zitten vast, welke los? Wat is de magische knop?”
De magische knop is dus bevolkingsgroei?
“Als ecoloog hou ik me bezig met populatiedynamica, en ik kan zeggen: ja, daar zit de belangrijke knop. Onze soort is zo exponentieel gegroeid, dat we nu sneller afval produceren en grondstoftekorten laten zien dan het systeem kan bijhouden.”
Is een krimpende bevolking niet slecht voor de economie?
“Helaas wel, dus dat is een verschrikkelijk moeilijke zaak. Het hele systeem moet om. Toen ik onderzoek deed voor dit boek, verbaasde het mij hoe enorm de organisatie is geworden om ons levensonderhoud heen. Boeren maken nog maar 1 of 2 procent van de bevolking uit, de industrie 15 procent en de dienstensector de rest. We hebben het vaak over voedsel, maar de complexe organisatie eromheen is waar we op klem gaan lopen. Dat kennen we uit de systeemtheorie: complexe systemen hebben een enorm risico van ineenstorten. Hoe complexer, hoe minder het lukt om het in de hand te houden, laat staan dingen terugdraaien.”
Gelooft u niet in technologische oplossingen?
“De geschiedenis leert dat telkens als een nieuwe energiebron wordt ontdekt, de risico’s alleen maar toenemen. Dat gold voor een betere manier van voedsel produceren, dat geldt voor fossiele brandstoffen, en dat zal met een nieuwe vondst weer gebeuren. De bevolking neemt na zo’n vondst exponentieel toe en daarmee de benodigde grondstoffen en het geproduceerde afval. Wat op lokaal niveau mensen een beter leven geeft, kan op hoger niveau juist meer mensen in gevaar brengen. Eén stap voorwaarts is twee stappen terug.”
Veel methodes om bevolkingsaantallen terug te dringen zijn controversieel: je bemoeien met ontwikkelingslanden, mensen dwingen tot keuzes. Hoe doen we dit ethisch?
“Ik ga niet naast het bed staan. Ik hou me niet bezig met hoe we dat moeten doen. Wat wel een fundamentele keuze is, is of je de bevolking omlaag krijgt via de fertiliteit, of mortaliteit. Wil je dat er minder mensen geboren worden, of dat er meer mensen sterven? Het onderwerp is gevoelig, maar in principe heeft het geen politieke kleur. Landsregeringen, Brussel, de VN, díe moeten actie ondernemen. Niksdoen is kiezen voor mortaliteit.”
Stabiliseert de wereldbevolking niet vanzelf?
“Uiteindelijk wel. Sociaal-economische factoren zorgen ervoor dat mensen minder kinderen krijgen. Vrouweneducatie, de leerplichtwet, een verbod op kinderarbeid – kinderen worden gewoonweg te duur. Maar het niveau waarop de bevolking stabiliseert kunnen we niet blijvend onderhouden.”
Maar er zijn toch voldoende grondstoffen om 10 miljard mensen te onderhouden, als we eerlijker delen?
“Het model wat daarvoor gebruikt wordt klopt voor geen meter. We blijven de draagkracht van de aarde maar bijstellen. Maar we zitten daar al overheen. Volgens schattingen van de ‘Voetafdruk Nederland’ zouden we nu vier aarden nodig hebben voor het Nederlandse niveau. We zijn binnen enkele decennia door onze voorraden water, koper, fosfor en zeldzame aardmetalen heen. Bij dergelijke al snel bereikte tekorten kun je geen duurzaamheid verwachten: we zijn te ver gegaan.”
En de voetafdruk verkleinen?
“Wil je met de kraan open blijven dweilen, of wil je de kraan bereiken? Op dit moment kun je niet meer kiezen, je moet allebei doen. De milieubeweging heeft daar te weinig aandacht voor.”
Toch zullen veel regeringen niet bereid zijn maatregelen te nemen.
“Men realiseert zich niet wat een ellende er gaat komen als je niet iets aan de fertiliteit doet. Denk maar echt aan burgeroorlogen. Ik maak me grote zorgen, met name Afrika gaat het snel voelen – die Noord-Afrikaanse conflicten zijn niet slechts een achtergestelde bevolking die uit de band springt, het gaat ook om water en voedsel. Toch kan het wel. Een historisch voorbeeld: in Byzantium is men, bij het opbouwen na een aanval, met een kleiner bevolkingsaantal verdergegaan. Het is ernstig dat China de 1-kindpolitiek heeft losgelaten. Ik kan me absoluut voorstellen waarom, maar we kunnen nu niet meer zeggen: bevolkingspolitiek gebeurt, het kan. China’s geboortenbeperking veroorzaakte zeker serieuze problemen. We weten niet hoe we een systeem minder complex kunnen maken. Het centrale punt, echter, blijft: dit is erg, maar via een verhoogde, ongerichte mortaliteit zijn dit soort problemen er ook, met meer ellende erbij. En mortaliteit waarbij mensen elkaar persoonlijk naar het leven gaan staan: alles is beter dan dat.”
Het is wel erg pessimistisch…
Laatst zei een bekende: ‘Je kunt jongeren toch niet zonder hoop laten zitten?’ Hoe moet ik hoop geven dan? Mensen willen een gezin stichten, daar wil ik absoluut niet lacherig of lichtvaardig over doen. Maar onbeargumenteerde hoop is immoreel. Men moet weten wat er speelt. Het ís ernstig. En op dit moment hebben we geen remmen. We zijn bezig met lapwerk op lapwerk op lapwerk, en het gat dat we wilden repareren groeit. Er is zo een steeds complexer en kwetsbaarder systeem ontstaan. Complexiteit dankzij ‘lapwerk’ is overigens precies hoe biodiversiteit ontstaat. Ik ben pessimistisch over de toekomst, maar eigenlijk, als ik zie hoe dit tot stand is gekomen, is het ook fabelachtig mooi.
Joost Bak zegt
Eindelijk weer eens een artikel (mbt het boek “Wildgroei”van Rob Hengeveld) over verreweg de grootste bedreiging van biodiversiteit op onze planeet: overbevolking. Merkwaardig toch hoe natuur- en milieumensen dit onderwerp angstvallig uit de weg gaan. Zal wel te maken hebben met de angst om in de hoek van ultrarechts terecht te komen. Zo blijven krimp en vergrijzing als spookbeelden voortdurend in de strijd gegooid te worden, terwijl iedere milieuactie en iedere natuurbeschermingsactiviteit dweilen met de kraan open is, zolang de bevolking alsmaar toeneemt.