Duurzaamheid is door moderne samenlevingen uitgevonden als oplossing voor toekomstige generaties. Ook inheemse groepen worden erin meegetrokken. Met welke gevolgen? Darko Lagunas ging op onderzoek in Ecuador, Bolivia en Chili.
Diep in de Ecuadoriaanse Amazone leven verschillende inheemse groepen, zoals de Achuar. De gemeenschap die ik bezocht is relatief weinig beïnvloed door de moderne wereld. Een van de ouderen, Dario, vertelt wat de natuur voor hem betekent. “De natuur is genereus. Het is belangrijk dat we haar goed verzorgen en beschermen. Als de grond vervuild raakt, zal ze ons niet voeden zoals nu.”
Bij de Achuar gelden andere waarheden dan in de moderniteit. De natuur is geen object dat buiten jezelf staat, maar doordringt het dagelijks leven. Angel Medina, inheems Quechua politicus in Ecuador, licht toe. “In het Westen wordt over de natuur gesproken als ‘hulpbron’. Net als ‘duurzaamheid’ klinkt dat voor mij als iets buitenaards. Hoe kun je spreken over de natuur alsof die tot jouw beschikking staat? Ik adem dankzij de natuur, ik eet dankzij de natuur. Ik ben wie ik ben dankzij de natuur.”
De exotische ‘ander’
In het moderne, antropocentrische wereldbeeld staat de mens in het middelpunt. De natuur wordt gezien als object, een hulpmiddel voor menselijke ontwikkeling. Zo ontstaat een tegenstelling tussen de mensheid en de natuur, met daartussen een zelf gecreëerde kloof om jou als mens en de andere wezens ‘daarginds’ van elkaar gescheiden te houden.
De leefwijzen van inheemse groepen daarentegen, worden vaak in verband gebracht met een harmonieuze relatie met de natuur. Natuurlijk geldt dat niet overal; ook binnen inheemse groepen zijn mensen die hun lege bierflesjes uit een rijdende auto gooien. “Er zijn gemeenschappen die kapitalistischer zijn dan Donald Trump”, vertelde een van mijn gesprekspartners. Het afschilderen van inheemse groepen als ‘een met de natuur’ is bovendien geen onschuldige daad. Met het exotische beeld van de inheemse mens als ‘anders’ en ‘ongeciviliseerd’, wordt ook hij tot object aan de andere kant van de zojuist beschreven kloof gemaakt.
Wel leven nog veel inheemse groepen op basis van wederkerigheid met de natuur. Zo laten ook cijfers zien. Terwijl inheemse groepen maar 5 procent van de wereldbevolking vormen, bewonen zij iets meer dan 20 procent van de Aarde. In dat deel van de wereld bevindt zich bijna 80 procent van de resterende biodiversiteit.
Op dit soort samenwerkingen doelt Donna Haraway, waar een continue afstemming met de natuurlijke omgeving is. Waar kennis wordt afgeleid uit de zelforganiserende kracht van de natuur. Daar kunnen wederkerige coalities ontstaan waar beide partijen – mens en niet-mens – voordeel uit halen. Een dergeljke leefwijze was vaak terug te vinden bij de inheemse groepen die ik bezocht. Wellicht is dat een les voor voorstanders van duurzame ontwikkeling. Door dit soort coalities aan te gaan, kunnen duurzame ontwikkelingen worden afgestemd op de natuur. En leren zij net als veel inheemse groepen spreken namens de Aarde, en niet ten koste daarvan.
Geef een reactie