Colombia is een land met een ongelofelijk rijke biodiversiteit. En het is een van de gevaarlijkste landen voor activisten, ook nadat een vredesverdrag in december 2016 een eind maakte aan een halve eeuw burgeroorlog. Wij portretteren vijf natuur- en mensenrechtenverdedigers. Leonardo Jaimes Marin is mensenrechten- en milieuadvocaat in Bucaramanga, Santander. Hij staat lokale bewegingen bij in de strijd tegen economische megaprojecten. Al tien jaar lang wordt hij daarom permanent beveiligd.
Het is een vreemde ervaring. Als Leonardo Jaimes Marin voorstelt ons interview te verplaatsen naar een terras een paar honderd meter verderop, worden we op de voet gevolgd door een potige man die constant de omgeving afspeurt. Op zijn heup rust een wapen.
Het is Jaimes’ bewaker, die hem volgt waar hij ook gaat. Dat is geen overbodige luxe. De slachtoffers van mensenrechtenschendingen en misdaden tegen de menselijkheid die advocaat Jaimes Marin (48) verdedigt, waren of zijn doorgaans het slachtoffer van het Colombiaanse staatsapparaat zelf.
Neem de vele boerenleiders die vastzitten voor vermeende ’deelname aan de guerrilla’, terwijl zij nooit iets met de guerrilla te maken hebben gehad. Wel komen ze op voor de rechten van hun gemeenschappen, en strijden zij tegen de economische megaprojecten die hun land bedreigen. Of neem de beruchte ‘valse positieven’, willekeurige burgers die door het Colombiaanse leger werden vermoord en geregistreerd als ‘gevallen FARC-soldaat’, een macabere strategie om ‘resultaten te behalen’. Per vermoorde FARC-soldaat werd een bonus verstrekt. En dan zijn er nog de talloze slachtoffers van paramilitairen, die grote delen van de boerenbevolking in dit gebied ontheemden en vermoordden.
Straffeloosheid
“Nu zijn willekeurige arrestaties de nieuwe strategie van de staat om tegenstanders van economische projecten het zwijgen op te leggen”, zegt Jaimes Marin in zijn kantoor in Bucaramanga, provinciehoofdstad van Santander. “Alleen in de provincie Cesar (grenzend aan Santander, red.) zijn in de afgelopen twee jaar al 45 gemeenschapsleiders opgepakt.” In zijn kantoor hangen tientallen foto’s van slachtoffers van het Colombiaanse leger, de politie of de paramilitairen, daterend van de jaren tachtig tot nu. Jaimes Marin pakt een stapel uitpuilende dossiers. Hij bracht ze allemaal naar de rechter, maar tot een uitspraak komt het zelden. Sommige van de zaken slepen al tientallen jaren voort. Hij wijst naar de muur waar een absurdistische prent van Don Quichot hangt, de dolende ridder die strijdt tegen het onrecht. “Hier zijn we allemaal Quichots”, zegt Jaimes Marin. “De straffeloosheid in dit land is ongelooflijk.”
Jaimes is een mensenrechtenverdediger pur sang. Begin jaren 90 runde hij een opvang voor ontheemde boeren in de provincie, begin 2000 werkte hij voor de Interkerkelijke Comissie voor Vrede en Gerechtigheid. In 2008 richtte Jaimes het Juridisch Team voor de Volkeren (EJP) op, een Colombiaans collectief van vijftien advocaten en activisten. Zij verlenen juridische bijstand aan slachtoffers van staatsterreur en politieke vervolging, en helpen lokale bewegingen met hun strijd tegen economische megaprojecten die hun woongebied en het milieu bedreigen. Momenteel begeleidt het collectief een groep ontheemde boeren bij de terugkeer naar hun land in de provincie Cesar. “Waar nu oliepalmen groeien, werden ten tijde van het presidentschap van Uribe boeren ontheemd door paramilitairen. Wij helpen ze bij het terugclaimen van die grond.” Het collectief onderzoekt ook milieurampen zoals de recente olielekken van maatschappij Ecopetrol in Santander, en klaagt de betrokken bedrijven aan.
Kwetsbaar
Sinds begin jaren 2000 wordt Jaimes constant bedreigd, reizen kan alleen met beveiliging. Zijn naam verscheen zelfs in documenten van de beruchte Colombiaanse inlichtingendienst DAS; een speciale eenheid voor het volgen van mensenrechtenactivisten werd verzocht hem in de gaten te houden. Ook paramilitaire groepen sturen geregeld bedreigingen aan zijn adres. Toch relativeert hij het gevaar dat hij loopt. “Boerenleiders zijn degenen die het meeste risico lopen. Zij wonen afgelegen, ver weg op het platteland. Zonder bescherming. Zij zijn het kwetsbaarst.”
Geef een reactie