
“Kijk, daar bouwen ze weer”, roept Alonso driftig. “Allemaal voor die reusachtige mansions van die gringos!” Gringo is Spaanse slang voor witte Amerikanen, al wordt het ook voor de steenrijke Canadezen en Israëli’s gebruikt die hier als hordes sprinkhanen neerstrijken.
Alonso komt uit Nicaragua, maar werkt zoals veel landgenoten in Costa Rica. Hij rijdt tuktuk, een halfopen motortaxi op drie wielen. Zodra hij ontdekt dat ik geen gringo ben, barst hij los. Terwijl we vervaarlijk dicht langs de berghellingen scheren, brult hij boven de motor uit. “Iedereen ziet Costa Rica als een succes-story. Maar de Amerikanen koloniseren de boel plat. Zij krijgen wel toestemming om grote hotels en hacienda’s (landhuizen) in de natuurreservaten te bouwen en daar allerlei wegen naartoe aan te laten leggen. Zo drijven ze de prijzen op.”
Die prijzen zijn in US dollars. Voor een bakje lokale leut en een vruchtensapje betaal ik 17,50 USD. Locals en arbeidsmigranten hebben geen andere keuze dan voor de gringos te werken die hun leven zo onbetaalbaar maken. Het levert een spiraal van afhankelijkheid op. Het grootste exportproduct van Costa Rica is medische en optische apparatuur, de economie leunt steeds zwaarder op ‘ecotoerisme’. De prijs daarvoor is hoog. Alonso heeft steeds minder klandizie. Het type toeristen dat Costa Rica trekt, rijdt geen tuktuk, maar scheurt ons met enorme (bij het Amerikaanse Herz gehuurde) jeeps voorbij. ‘Costo Rico’ (rijke kosten), zegt Alonso met een grimas.
Je moet maximaal genieten en alles uit het leven halen. Nou, dat doen de gringo’s zeker
Sinds Trump aan de macht is, ontvluchten rijke liberale Democraten de VS massaal. Ze strijken neer in plaatsen als Nosara aan de Pacifische kust van Costa Rica om aan de ontwikkelingen in de VS te ontsnappen en een holistic life te leven. Ze zoeken pura Vida, zoals de Costa Ricanen dat noemen. Je moet vooral maximaal genieten en alles uit het leven halen. Nu, dat doen ze zeker. Ze kopen de grond op, bouwen het ene na het andere yoga- en meditatiecentrum, liggen voor tienduizenden dollars aan het infuus en ontvangen dubieuze stamceltherapieën om een eeuwige jeugd te krijgen.
Van de wereldpolitiek of klimaatramp willen ze niets weten. Costa Rica is alles wat de Verenigde Staten níét zijn. Het is het grootste land ter wereld zonder leger, dat sinds de jaren 90 het defensiebudget in onderwijs en herbebossing investeert. Decennialang kende Costa Rica het hoogste ontbossingspercentage van heel Latijns-Amerika. Tijdens de jaren ’80 was nog slechts 20 procent van het land bedekt met regenwoud. Tegenwoordig is dat meer dan 50 procent. Costa Rica is dan ook het absolute paradepaardje van de klimaatbeweging. Die kent echter vooral de papieren werkelijkheid omdat zij er zelf nooit heen zal vliegen. Wie dat wel doet, ontdekt al snel de weerbarstige werkelijkheid.

Terwijl ik door beschermd moerasgebied loop, drukt de droogte zwaar. De rivierbedding is niets dan mul zand. De laatste bladeren vallen van de bomen. Brulapen zoeken wanhopig naar voedsel, verder kom ik geen dier tegen. Ook in zee zie ik nauwelijks leven, de befaamde zeesterren en zeekomkommers zijn verdwenen. Dan hoor ik cirkelzagen en luid boren. Midden in het droge groen verrijst een nieuw boetiekhotel. Het blijkt in handen van een gringo. Hij neemt de ziekmakende Amerikaanse nachtmerrie mee naar een land dat werkelijk een droom zou kunnen zijn.
Mounir Samuels nieuwste boek heet Nederland voor de Nederlanders: mijn antwoord op (extreem)rechts. Hij schetst daarin onder andere een radicaal nieuw toekomstbeeld voor een klimaatbestendig Nederland.
Recente reacties