Meer dan de helft van Bosnië en Herzegovina bestaat uit bos. Met de stijgende houtprijzen neemt ook de boskap toe, geholpen door corruptie en ontbrekende wetgeving. Tegelijkertijd groeit het verzet onder boeren, ambtenaren, activisten en wetenschappers. “Samen staan we sterk!”
Tekst: Ingrid Gercama en Marjolein Koster. Beeld: Jeanne Frank.
“Ze hebben alleen nog bossen om te stelen. Al het andere is al gejat”, zegt Slavko Novic, een melkboer uit Orašac. Het dorpje ligt in de bosrijke gemeente Prozor-Rama, in het zuidwesten van Bosnië en Herzegovina. Novic rijdt in zijn kleine gele auto over de modderige bergweg die hij wekenlang dagelijks met tientallen andere boeren bezette. Aan het eind van de weg liggen stapels omgehakte bomen, een grote tractor staat ernaast. “Toen we er één keer niet waren, hebben ze gelijk hun kans gepakt”, zegt Novic geërgerd. “Maar zolang wij de weg blijven blokkeren, kunnen ze de bomen niet weghalen.”
Met ‘ze’ doelt Novic op het regionale staatsbosbeheer van het kanton Herzegovina-Neretva. Bosnië en Herzegovina kent geen landelijke autoriteit voor de bossen; die verantwoordelijkheid is verdeeld over verschillende regionale staatsbedrijven. Het zijn deze instanties die bomen kappen, beslissen wie het hout krijgt en herbebossingsplannen aansturen. Novic is voor zijn levensonderhoud afhankelijk van de natuur. “Maar dat kan politici niets schelen”, zegt Novic terwijl hij tientallen stronken van de bruut gekapte woudreuzen laat zien. “Die zijn alleen maar bezig zichzelf te verrijken.”
Big business
Bosnië en Herzegovina is een van de landen met de hoogste biodiversiteit in Europa. Meer dan de helft van het land bestaat uit bossen, waarvan zo’n 80 procent staatsbezit is. Het is een publiek geheim dat die bossen vaak ‘gestolen’ worden door de politieke elite. Staatsbosbedrijven verkopen hout voor weinig geld aan lokale houtverwerkingsbedrijven die vaak gelieerd zijn aan – of in bezit zijn van – lokale politici van regerende partijen, zeggen anti-corruptie specialisten en milieubeschermers. Die bedrijven verkopen het hout voor een veel hogere prijs weer door, waarna de winst wordt verdeeld.
De houtindustrie is big business. Er werken 130 duizend mensen die 56 procent van het bruto binnenlandse product verdienen. Nu de houtprijzen stijgen, neemt de kap in rap tempo toe, zeggen activisten. Steeds meer bos moet plaatsmaken voor landbouw, huizenbouw, skigebieden en vooral: voor de export. Meer dan driekwart van het hout wordt naar de Europese Unie geëxporteerd, grotendeels via legale kanalen. Nederland importeerde in 2022 voor ongeveer 16 miljoen euro hout en houtproducten uit Bosnië en Herzegovina ongeveer het dubbele van 5 jaar geleden.
Bestuurlijke chaos
Dat het hout legaal wordt geëxporteerd, wil niet zeggen dat de herkomst ervan in orde is. Illegale houtkap wordt in de hand gewerkt door een enorm gebrek aan wetgeving, controle en bosbeheer. Uit data van de Federatie van Bosnië en Herzegovina blijkt bijvoorbeeld dat 21 procent van het gekapte hout nooit officieel geregistreerd is. Of de kap in ‘zijn’ dennenbos illegaal is, kan Novic niet zeggen. Het probleem: in het kanton Herzegovina-Neretva ís helemaal geen wetgeving. Na de Bosnische burgeroorlog halverwege de jaren ’90 werd het land opgesplitst in de Servische Republiek en de Federatie van Bosnië en Herzegovina, met allebei een eigen regering, president, douane, politie, leger en rechterlijke macht. In de Federatie werd in 2009 de bestaande bosbeschermingswet opgeheven. Sommige kantons hebben op regionaal niveau nieuwe wetten gemaakt, maar Herzegovina-Neretva deed dat niet. Sindsdien is alle kap ongereguleerd én is er geen rechtsgrond om de ontbossing aan te vechten.
Een gefrustreerde ambtenaar
Ook Josip Jurišic is gefrustreerd over de situatie. Jurišic is assistent van de burgemeester in Prozor-Rama, de gemeente waar Novic zijn boerenprotesten organiseert. Hij stuurde minstens honderd brieven aan de politie en federale inspectie in de hoofdstad Sarajevo, die volgens hem moeten ingrijpen om het bos te beschermen – en snel ook. “Als we al antwoord krijgen van een instantie, dan schuiven ze vaak de verantwoordelijkheid door naar iemand anders.” Maar hoe kan het toch, dat er gewoon géén wet is? “Je bent in Bosnië”, lacht Jurišic. Maar vervolgt serieus: “Ik denk dat er alleen maar verliezers zijn in dit verhaal. Het is een kwestie van de verkeerde mensen op belangrijke posities die alleen maar aan de korte termijn denken.” In Konjic, zo’n 50 kilometer verderop, bestaan dezelfde soort problemen. De stad staat bekend om haar houtsnijwerk, maar de liefde voor sierlijk vormgegeven meubels vertaalt zich niet naar zorg voor de bomen. Dat het kanton geen wet heeft, trekt “mensen met dubieuze profielen aan, die misbruik maken van de situatie”, vertelt Amir Varišcic van de milieubeschermingsorganisatie Zeleni Neretva. Er wordt vooral diep in het bos gekapt waar niemand het kan zien. “Daar, achter de heuvel bijvoorbeeld”, wijst Varišcic vanuit zijn kantoor. En inderdaad: de kale flank is alleen te zien met een drone, vanuit de lucht.
“Er wordt met twee maten gemeten”, zegt Varišcic. “Een man die een paar kubieke meters hout steelt, wordt strafrechtelijk vervolgd. Maar als staatsbosbeheer praktisch hetzelfde doet, op een veel grotere schaal, zijn er geen sancties.” Het is lastig voor activisten om er iets tegen te doen. “Het is gevaarlijk om hierover te praten, er is veel geld mee gemoeid.” Collega’s van Varišcic die in het verleden melding hebben gedaan van illegale kap, werden bedreigd. Daarom heeft hij zich afgelopen voorjaar zich aangesloten bij een samenwerkingsverband van ngo’s, activisten en wetenschappers in de strijd tegen ontbossing.
Oerbos gekapt
Volgens Global Forest Watch verloor Bosnië en Herzegovina alleen al vorig jaar 1990 hectare aan bos. Slechts 4 procent van het grondgebied is officieel beschermd, vertelt Anes Podic, coördinator van milieuorganisatie Eko Akcija. Bovendien zijn er maar vier nationale parken in het land. “Door de illegale houtkap verliezen we belangrijke biodiversiteit” zegt Podic. Hij wijst op de Bosnische den, een endemische boomsoort: “Die raken we dagelijks kwijt.”
De meeste illegale kap gebeurt hoog in de bergen of op andere plekken die voor burgers moeilijk toegankelijk zijn, licht Podic toe. “Politici willen ons graag laten geloven dat de burgers zelf verantwoordelijk zijn voor het kappen van de bomen, maar alleen staatsbosbeheer heeft de specialistische apparatuur om op die plekken te komen.” En daar, hoog in de bergen, groeien juist de oerbossen die ecologisch van onschatbare waarde zijn. Podic schudt zijn hoofd. “Als de staat goed functioneerde, zouden de houtkappers gevangen worden gezet. Want volgens ons strafrecht is meer dan drie kubieke meter bos kappen voor de verkoop strafbaar.” Auditrapporten van de regionale afdelingen van staatsbosbeheer bevestigen wat Podic zegt en spreken over verduistering van publiek geld, fraude, corruptie, illegale houtkap en export van illegaal verkregen hout. Ook wordt er regelmatig niet voldaan aan herplantingseisen, een voorwaarde voor FSC-certificering. Toch heeft 61 procent van de bossen in Bosnië en Herzegovina een FSC-keurmerk dat zou moeten garanderen dat hout eerlijk verkregen is en dat de kap geen schade toebrengt aan het milieu.
Overstromingen
Ondanks de corruptie in de houtsector probeert milieubeschermer Lejla Hukic van de ngo Forestry and Environmental Action uit Sarajevo constructief met de overheid samen te werken om het probleem aan te pakken. Ze heeft een app ontwikkeld zodat burgers illegale kap kunnen melden bij inspectiediensten. Sinds 2021 heeft ze al 700 meldingen ontvangen vanuit verschillende delen van het land.
Hukic houdt zich bezig met de gevolgen van ontbossing, voor de natuur en de biodiversiteit, maar ook voor de plaatselijke bevolking. “Ik denk dat die het meest getroffen worden door illegale activiteiten in de bosbouwsector”, zegt Hukic. Ze verwijst naar de zware overstromingen in het kanton Zenica-Doboj, waarschijnlijk veroorzaakt door ontbossing. In ontboste gebieden komt vaker erosie voor, omdat de bomen de grond niet langer vasthouden. Grondverzakkingen doen vervolgens rivieren dichtslibben, waardoor ze buiten hun oevers treden bij veel regenval. “Bosnië heeft regelmatig te maken met overstromingen. Terwijl de overheid rijk wordt van de bossen, zijn de burgers het slachtoffer”, zegt Hukic.
Neem Husein Colic. Hij raakte het huis kwijt dat hij met eigen handen had gebouwd. “Toen ik bij mijn huis kwam, zag ik het gewoon bewegen. Eerst een paar centimeter, maar het werd steeds meer. We konden in de haast bijna niets meenemen. Ik heb ook mijn vier schapen moeten achterlaten.” Het doet hem zichtbaar pijn dat zijn huis nog altijd onbewoonbaar is. Nu woont hij met zijn familie een paar kilometer verderop. “We zijn blij dat we nu opnieuw gesetteld zijn, maar het heeft lang geduurd.” De overheid bood ongeveer een derde van de waarde van het huis, als compensatie.
Georganiseerde misdaad
“Terwijl de overheid rijk wordt van de bossen, zijn de burgers het slachtoffer”
Doet de overheid dan helemaal niets om de bossen te beschermen? Federaal inspecteur Muhamed Hodzic doet wat hij kan. Ondanks dat er geen wet is, moet hij toch illegale praktijken opsporen. Jaarlijks heeft hij te maken met zo’n 2.500 meldingen, variërend van kleine overtredingen tot grote diefstal van bossen door de georganiseerde misdaad. Hodzic laat in omslachtige bewoordingen kritiek doorschemeren op de lokale afdelingen van staatsbosbeheer én de politiek. “Dit speelt al jaren. Hoe zal ik het eens noemen? We hebben kleine georganiseerde misdaadgroepen die goede connecties hebben met de politiek. Zij ontlopen hun straf dankzij de steun van politici en dan begint het riedeltje gewoon weer van het voren af aan.” Hodzic noemt het een ‘stilzwijgend amen’ van de politiek dat niemand zich hierover uitspreekt. “Wij behandelen de meldingen en brengen ze voor de rechter, maar in veel gevallen leiden die rechtszaken niet tot vervolging.”
De dagelijkse blokkade is inmiddels opgeheven. Het protest van Novic en de anderen boeren kan ondertussen wel voorzichtig als succes worden bestempeld. Ze kregen steun van de gemeente en zelfs de lokale politie hielp door de demonstranten te beveiligen. Nu houden agenten dagelijks de wacht. Als staatsbosbeheer toch weer komt kappen, dan keren de boeren terug om te protesteren. “Samen staan we sterk”, zegt Novic vastberaden. “We geven ons verzet niet op.”
Deze reportage kwam tot stand in samenwerking met het Bosnische onderzoeksplatform Naratorium en met steun van Journalismfund.eu.
Geef een reactie