Multinationals en vermogende individuen zetten steeds vaker smaadrechtszaken in tegen klokkenluiders. Zolang nationale wetten geen bescherming bieden, is nog luider campagne voeren de beste verdediging. En dat werkt. “Rechters zien dat de samenleving activisten nodig heeft.”
“Zelfs als ik mijn vrouw, mezelf, de kinderen en het huis verkoop, heb ik geen 1,2 miljoen dollar.” Peter Kallang, voorzitter van de ngo SAVE Rivers, kan er nog grappen over maken. Zijn kleindochter kruipt halverwege het Zoom-gesprek tegen haar opa aan. Toch zegt hij wel degelijk de voortdurende spanning te voelen van de rechtszaak die is aangespannen door twee dochterbedrijven van Samling Plywood, een van de grote houtbedrijven in Zuidoost-Azië.
SAVE Rivers is een kleine ngo in het Maleisische deel van Borneo. In april 2021 ontvangen ze een brief van een ‘corporate’ advocaat waarin het enorme geldbedrag van Kallang en drie mede-activisten wordt geëist. De aanklacht: het verspreiden van leugens en smaad. “We waren verbijsterd”, zegt collega Celine Lim (niet een van de aangeklaagden) in hetzelfde Zoom-gesprek. “We zijn met ons juridisch team bij elkaar gaan zitten. Langzaam drong het tot ons door dat we te maken hadden met een SLAPP.”
Buitenproportioneel
SLAPP staat voor Strategic Lawsuits Against Public Participation. De term is in 1996 gemunt door George Pring en Penelope Canan met het boek SLAPPs: getting sued for speaking out. De wetenschappers van de University of Denver gaven hiermee een naam aan rechtszaken die lijken te gaan over reputatieschade, maar in werkelijkheid een aanval op de vrijheid van meningsuiting zijn.
Wat SAVE Rivers is overkomen, is een klassieke SLAPP. Een groot bedrijf of vermogend individu wordt in de media geconfronteerd met beschuldigingen van misstanden, blootgelegd door bijvoorbeeld een maatschappelijke organisatie, journalist of activist. De aangesproken partij huurt vervolgens een advocaat in en slaat terug met een aanklacht wegens leugens en laster. Het slachtoffer kan een SLAPP al van verre herkennen aan de aard van de beschuldigingen: die raken vaak kant nog wal. Claims voor de geleden reputatieschade zijn buitenproportioneel. Zo eiste Tata Steel in 2010 2,2 miljoen dollar van Greenpeace India voor een satirisch schildpadspelletje in Pac-Manstijl. Het spelletje zou inbreuk maken op het merkrecht en de eer bezoedelen van een Tata Steel-tycoon.
Klachtenprocedure
De zaak van de Samling Plywood-dochters tegen SAVE Rivers doet denken aan Kafka. In 2018 schiet de ngo oorspronkelijke bevolkingsgroepen in Baram te hulp. In Baram, gelegen in het ‘Hart van Borneo’, wonen de Kenyah, Penan en Saban. Het regenwoud is er deels nog onaangetast. Kallang: “Op een dag zagen mensen dat medewerkers van het bedrijf markeringen in het gebied aanbrachten. Toen ze vroegen wat er aan de hand was, bleek dat ze een gebied ter grootte van bijna 150 duizend hectare wilden gaan kappen.” Samling Plywood is aangesloten bij FSC, het internationale duurzaamheidskeurmerk voor houtproducten. Daarvoor moet de oorspronkelijke bevolking betrokken worden bij houtkapplannen in hun gebied, legt Kallang uit. “Maar er was helemaal niemand geraadpleegd. De mensen wisten niet eens dat ze hun land zouden verliezen.” Tijdens een bijeenkomst in een hotel verklaarden vertegenwoordigers van het houtbedrijf dat ze met het dorpshoofd hadden gesproken. “Maar het dorpshoofd is benoemd door de regering en ontvangt bonussen van bedrijven die in het gebied werkzaam zijn. Daar zit een belangenconflict. Er werden ook helemaal geen vragen van ons beantwoord. Ze vertrokken met stille trom.”
Als SAVE Rivers vervolgens een officiële klacht indient bij het Malaysian Timber Certification Council (MTCC), is zij zich dan ook van geen kwaad bewust. Lim: “We waren ervan overtuigd dat we ons werk als maatschappelijke organisatie goed deden. Ons was voorgespiegeld dat het certificeringsproces een zaak zou zijn van álle betrokken partijen.” Als SAVE Rivers over de misstanden begint te publiceren, stuurt het houtbedrijf een advocaat op de organisatie af. Hij sommeert hen persberichten en artikelen op hun website te verwijderen. “Dat hebben we geweigerd”, zegt Kallang. “We hadden goed onderzoek gedaan en onze feiten kloppen.” De Samling-dochters reageren vervolgens met het juridisch zware geschut van een SLAPP.
Lim had dat niet verwacht. “Waarom zou je een klachtenprocedure optuigen als een bedrijf die tegen je kan gebruiken wegens smaad?” Het gevolg van de SLAPP is dat met de klacht voorlopig niets wordt gedaan. Certificeringsinstantie MTCC heeft die aangehouden, zolang de rechter geen uitspraak doet. “En al die tijd leven de mensen in Baram in onzekerheid”, zegt Kallang.
What’s wrong with McDonalds?
Een van de eerste smaadzaaken tegen milieuactivisten was die tegen Helen Steel en
David Morris. Het tweetal deelde in 1986 in Londen pamfletten uit waarop een sigaar
rokende figuur met een gleufhoed zich achter een masker van Ronald McDonald verschuilt. Het satirisch pamflet getiteld ‘What’s wrong with McDonalds?’ bevat woordspelingen als McDollars, McGreedy en McMurder. McDonalds klaagt het tweetal, dat ze associeert met London Greenpeace, succesvol aan. Een Britse rechtbank sommeert hen 44 duizend pond smaadgeld te betalen. Steel en Morris gaan in beroep bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat ontaardt in een complex proces met 313 zittingsdagen, meer dan honderd getuigen en tal van experts. Het hof stelt vast dat een “grotere ongelijkheid in de verdediging niet denkbaar is”; een part-time barman en een alleenstaande ouder zonder inkomen staan tegenover een multi-miljardaire fastfoodketen. Het hof oordeelt dat de Britse rechter belangrijke mensenrechten heeft geschonden – het recht op toegang tot een eerlijk proces en de vrijheid van meningsuiting – en benadrukt het mogelijk “afschrikwekkende effect” van de uitspraak. De jurisprudentie van Steel Morris vs Verenigd Koninkrijk wordt nog altijd aangehaald door advocaten die slachtoffers van een SLAPP bijstaan.
Het gaat niet om onrecht
SLAPPs worden wereldwijd steeds vaker ingezet tegen klokkenluiders. Ook in Europa is het aantal SLAPPs omhoog geschoten, Coalition Against SLAPPs in Europe (CASE) telde een recordaantal van 114 in 2020. In CASE trekken zo’n veertig belangenorganisaties – op het gebied van media, burgerrechten, milieu – samen op tegen SLAPPs. De aanleiding voor deze krachtenbundeling was de moordaanslag op de Maltese journaliste Daphne Caruana Galizia. Tegen haar liepen tientallen SLAPPs, door personen uit de elite en het zakenleven over wie ze financiële en politieke schandalen blootlegde. De moord op Caruana Galizia is Europabreed veroordeeld, maar heeft de klagende partijen niet ontmoedigd. De SLAPPs lopen door tegen haar man en zoon.
Een smaadzaak draait dan ook helemaal niet om recht en onrecht, legt Daniel Simons uit in een Zoom-gesprek vanuit Kopenhagen. Hij is advocaat en juridisch adviseur voor Greenpeace International en betrokken bij CASE. “Het zijn doelbewuste pogingen om klokkenluiders het zwijgen op te leggen en financieel uit te putten met slepende rechtszaken. De klagende partij is vaak niet eens geïnteresseerd in winnen.” Dat SLAPPs zelden succesvol zijn, is een schrale troost. Het afschrikwekkende effect ervan is ondertussen een reëel probleem, denkt Simons: “Ik word veel geraadpleegd door kleine organisaties. De angst zit diep en mensen zijn heel voorzichtig met het opschrijven van zaken. Daar is op zichzelf niets mis mee, maar het moet niet zo ver gaan dat men zaken gaat afzwakken of niet publiceert.”
Simons heeft daar weinig zicht op. Ngo’s of journalisten lopen er wijselijk niet mee te koop. Maar het gebeurt wel. De Franse ngo SHERPA boog eerder onder de druk van een SLAPP door Socfin. Deze agro-industriële multinational bezit 400 duizend hectare palmolie- en rubberplantages in Afrika en Azië. Het is meermalen beschuldigd van een lange lijst aan misstanden, waaronder landroof. SHERPA heeft dat in haar publicaties afgezwakt naar ‘grootschalige acquisitie van land’.
Tijdrovend
Wie over Socfin publiceert, moet stevig in de schoenen staan. Socfin en de Belgische zakenman Hubert Fabri en de Franse Vincent Bolloré, de grootste aandeelhouders, spanden al zo’n dertig smaadprocedures aan. Naast ngo’s zijn ook journalisten en media-organisaties doelwit, grotendeels in Europa. In 2019 stuurt Socfin hun advocaten af op vijf ngo’s in België en Luxemburg wegens laster, beledigingen en schending van de privacy. Zeven campaigners worden persoonlijk aangeklaagd. Hun hangt ook strafrechtelijke vervolging boven het hoofd.
“Door breed te mikken richten ze maximaal veel schade aan”, vertelt Florence Kroff van FIAN Belgium (Food First and Action Network). Deze kleine mensenrechtenorganisatie en Kroff persoonlijk staan beiden in het beklaagdenbankje. “Zo kost het meer tijd om te coördineren en te reageren. Het is ingewikkelder voor de advocaten om een verdediging op te stellen. Al met al zijn er al honderden uren en 15 duizend euro aan kosten mee gemoeid.” Al die uren kan ze niet kan besteden aan haar werk. Dat is de grootste impact van een SLAPP, vindt Kroff. De zaak drukt ook psychologisch, zegt ze. “Je weet nooit weet wanneer het vooruit gaat en of je gaat winnen. Er gebeurt nu al 3 jaar vrijwel niets. Al die tijd hangt het zwaard van Damocles boven je hoofd. Voor activisten en journalisten in landen waar Socfin zijn plantages heeft, zoals Sierra Leone, is het veel gevaarlijker, het rechtssysteem is er veel zwakker.”
Ook dichter bij huis kijkt Socfin spreekwoordelijk mee over de schouder van campaigners. “Omdat we de reputatie van dit bedrijf kennen, beïnvloedt het ook onze werkwijze”, vertelt Danielle van Oijen. Voor Milieudefensie heeft ze met verschillende partnergroepen meerdere kritische rapporten over Socfin gepubliceerd. “Bij grote rapporten laten we alles juridisch controleren; waar zitten risico’s en dubbelzinnigheden? Dat brengt hogere kosten met zich mee.”
Stijgende trend
Multinationals en vermogende individuen zetten wereldwijd steeds vaker SLAPPs in tegen klokkenluiders. De VN telde tussen 2015 en 2022 355 SLAPPs afkomstig van het bedrijfsleven. Personen en organisaties die mensenrechtenschendingen, misstanden in de mijn-, land- en bosbouw en op palmolieplantages blootleggen, worden het vaakst getroffen. In ruim de helft van de zaken zijn de beschuldigingen van criminele aard. Vooral voor verdedigers van milieu- en mensenrechten in landen met een zwak rechtssysteem, in Latijns-Amerika bijvoorbeeld, zijn smaadzaken levensgevaarlijk. Ook in Europa is het aantal SLAPPs vanuit het bedrijfsleven en door privépersonen omhoog geschoten. Coalition Against SLAPPs in Europe (CASE) telde de afgelopen twaalf jaar 570 smaadzaken, met een recordaantal van 114 in 2020.
Bescherming
Wettelijke bescherming om smaadzaken te ontmoedigen is dringend nodig, vindt Kroff. In Canada en de VS bestaan die anti-SLAPPwetten al. In de VS is eind vorig jaar in 32 staten bovendien de SLAPP Protection Act 2022 van kracht geworden. Rechters kunnen daarmee zaken vroegtijdig stilleggen als blijkt dat die in strijd zijn met de vrijheid van meningsuiting. Het biedt rechters daarnaast ruimte om proceskosten te verhalen op de klagende partij.
Ook op Europees niveau groeit het besef dat het publieke belang meer bescherming verdient tegenover partijen met diepe zakken. De Raad van Europa heeft vorig jaar een expertgroep samengesteld die aanbevelingen gaat doen hoe de aangesloten landen die bescherming kunnen vormgeven. Ook de Europese Commissie heeft een richtlijn in voorbereiding die lidstaten verplicht anti-SLAPPwetten op te nemen in hun nationale wetgeving. De positie van Nederland is opvallend. “Het ministerie van Buitenlandse Zaken lijkt SLAPPs geen groot probleem te vinden”, zegt Simons. Daarnaast is men sceptisch over het belangrijkste wapen tegen SLAPPs: het vroegtijdig stilleggen van een zaak wanneer die ongegrond is. “De ‘slappende’ partij zou daar dan weer tegen kunnen gaan procederen, waardoor de kosten voor de slachtoffers verder oplopen. Maar slachtoffers gaan zo’n procedure alleen aan als ze zeker zijn dat het de zaak vroegtijdig kan afvoeren. In de VS blijkt dit mechanisme een ‘live saver’ te zijn”, zegt Simons. De Nederlandse terughoudendheid is niet zonder gevaar, benadrukt hij. Als Nederland de Europese richtlijn niet overneemt, zijn ook partijen die in Nederland met een SLAPP vanuit het buitenland te maken krijgen niet beschermd. Zo heeft Energy Transfer Partners, het bedrijf achter de Dakota Access Pipeline, in de VS 900 miljoen dollar geëist tegen Greenpeace International. “Als we die zaak daar verliezen en er is hier geen nationale wetgeving, kan het bedrijf in Nederland verhaal komen halen.”
In de tegenaanval
Zolang goede anti-SLAPPwetten ontbreken, lijkt de aanval de beste verdediging. SAVE Rivers startte twee publieksacties gekoppeld aan petities onder de naam ‘Stop the SLAPP’ en ‘Stop the Chop’. Zo’n honderd ngo’s sloten zich hier bij aan. Met succes: Samling Plywood heeft zich gedeeltelijk teruggetrokken uit Baram. Publieke bewustwording helpt, ziet ook advocate van SAVE Rivers Theiva Lingam. “Omdat er steeds meer smaadzaken komen, vinden er op allerlei niveaus binnen het gerechtelijke apparaat discussies plaats”, vertelt ze via een Skype-verbinding met Kuala Lumpur. “Er is een groeiend besef dat dit soort zaken tegen klokkenluiders kan leiden tot intimidatie. Rechters zien dat de samenleving activisten nodig heeft. Er is ook overleg geweest met de mensenrechtencommissie in Maleisië. Die hebben nu een beter beeld van de bedrijfstakken die zich met deze praktijken inlaten. De balans zal niet, zoals in het verleden, automatisch doorslaan naar het belang van de reputatiebescherming.”
Ook solidariteit is belangrijk. Kroff: “Als je samen met andere organisaties campagne voert, demonstreert of een persbericht publiceert, maak je het bedrijven lastiger om daar één organisatie uit te lichten. Gelukkig hadden we, met het oog op SLAPPs, een rechtshulpverzekering afgesloten waar de andere aangeklaagden op mee kunnen liften.” Ook Simons adviseert om juist gas te geven. “Onze filosofie is om je niet te laten intimideren. Je moet laten zien dat een SLAPP niet loont, dat de aanklager dan juist méér negatieve publiciteit kan verwachten.”
Van Oijen van Milieudefensie vindt SLAPPs “doodeng”, maar ziet ook dat het mes aan twee kanten snijdt. “Rechters reageren bijna geïrriteerd als Socfin weer met een SLAPP aan komt zetten.” Nog een reden voor Nederland om de Europese richtlijn te omarmen, vindt Simons. “Ons rechtssysteem is al aan alle kanten overbelast.” Het net rond grote bedrijven sluit zich, ziet Van Oijen. “We hebben in Europa wetgeving die ontbossing en mensenrechtenschendingen in de productieketen steviger aanpakt, ook de vrijblijvendheid rond maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat er af. De redelijke bedrijven bewegen hier in mee en zullen niet opeens naar SLAPPs grijpen. Het zijn echt de rotte appels die dit doen.”
Geef een reactie