De gasbel voor de kust van Mozambique brengt het land niet de gehoopte welvaart. Opnieuw gaan westerse bedrijven er met de buit vandoor, gesteund door onze overheden en ons belastinggeld. Voor de Mozambikanen betekent de gasvondst vooral meer ongelijkheid en geweld, zegt Ilham Rawoot. “Nederland wil stoppen met de gaswinning in eigen land, maar gaat er in Afrikaanse landen gewoon mee door.”
“Thee met melk, en laat het zakje er maar inzitten”, zegt Ilham Rawoot. Na een lange dag vol nieuwe ontmoetingen op het kantoor van Milieudefensie kan de klimaatactivist wel een opkikker gebruiken. Druk, druk, druk is ze, deze medewerker van het Mozambikaanse Justiça Ambiental (JA!), partnerorganisatie van Milieudefensie. Als coördinator van de internationale afdeling van de Say No to Gass-campagne was ze net nog in Rome, de dagen daarvoor in Kopenhagen en na het interview zal ze in Amsterdam op het podium van debatcentrum Pakhuis de Zwijger staan. Vervolgens is het hup, door naar het Europees Parlement en Parijs.
Rawoot neemt een slok van haar sterke thee en leunt even achterover. Het is een behoorlijke tour, beaamt ze, maar een broodnodige: “We hebben een belangrijke boodschap voor het Europese publiek. Ik ben hier om te vertellen dat overheden en bedrijven, die van Nederland incluis, het leven van mensen in Mozambique verstoren. Dat jullie belastinggeld wordt gebruikt om daar levens en het klimaat te verwoesten.”
Onherkenbaar
Rawoot, 38 jaar, met spijkerjack, zwarte bob en neuspiercing, heeft een zachte glimlach die verdwijnt zodra je het onderwerp aansnijdt dat haar het meest aan het hart gaat: de grootschalige gaswinning in Mozambique. Daar, in de arme kustprovincie Cabo Delgado in het noorden van het land, werd 12 jaar geleden een van de grootste gasvelden ter wereld gevonden. De fossiele industrie investeerde sindsdien al miljarden in de ontwikkeling van infrastructuur voor toekomstige gasextractie. Nederlandse bedrijven zoals baggeraar Van Oord, pikken met steun van de Nederlandse overheid, graag een fiks graantje mee van het megaproject. Maar voor die ontdekking van het gas wordt een hoge prijs betaald, zeggen Rawoot en haar collega’s. Het zijn de mensen uit de plaatselijke vissersdorpen die als eersten de rekening gepresenteerd kregen.
“Vier jaar geleden leefden de mensen waar JA! mee samenwerkt, de vissersgemeenschappen van Cabo Delgado, nog met en van de zee. Zij leidden een zelfvoorzienend bestaan dat was vervlochten met de visvangst. Maar om ruimte te maken voor de gasexploitatie zijn de kustbewoners verplaatst. Ver weg van hun omgeving en hun manier van leven, zonder inspraak te hebben gehad en zonder voldoende te zijn gecompenseerd, moeten zeker 550 gezinnen nu in hervestigingskampen zien te overleven. Hun oude bestaan is uitgewist en alles wat ze kenden kapot gemaakt.”
Het raakt Rawoot om de bewoners zo ontworteld te zien: “We hebben een video gemaakt. Daarin zie je slachtoffers van het gasproject in 2018, aan het begin van het hele traject, en 2 jaar later, als ze in 2020 op hun nieuwe plek zitten. Om dan een grootmoeder terug te zien die tien kleinkinderen moet voeden zonder de gewassen en visvangst die de gemeenschap eerder gezamenlijk produceerde, dat is verdrietig. Deze vrouw zit nu wel in een nieuw huis, maar ze is in een klap 20 jaar ouder geworden. Ik herkende haar nauwelijks; alle hoop voor de toekomst leek uit haar weggesijpeld.”
Met het gas kwam het geweld
Gemakkelijk is het niet voor Rawoot en haar collega’s om de vissersgemeenschappen van Cabo Delgado te ondersteunen in hun strijd voor betere omstandigheden. De situatie in het noorden van Mozambique is explosief. De gewapende rebellengroep Al-Shahaab, regeringstroepen en private militaire bedrijven zijn verwikkeld in een langdurige strijd, waarbij de burgerbevolking niet wordt ontzien. Alle strijdende partijen maken zich schuldig aan mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden, volgens Amnesty International. Het geweld leidde al tot meer dan drieduizend doden.
In een bericht op Facebook stelt Rawoot het scherp: “De hebzucht van rijke landen naar gas uit Mozambique wakkert de klimaatcrisis en een gewelddadig conflict aan.” Dat conflict, tussen 2017 en 2021 op zijn hoogtepunt, creëerde naast de honderden ontheemden en duizenden doden ook nog eens meer dan 800 duizend vluchtelingen. Op de vraag hoe de onrust en de gaswinning met elkaar verbonden zijn, antwoordt ze: “Het geweld is uitgebroken op het moment dat de gasindustrie om de hoek kwam kijken. Want terwijl de fossiele investeringen ineens binnenstroomden, zagen de bewoners daar niets van terug. Op de geweldsexplosie in het noorden van Mozambique wordt vaak gemakkelijk het label van ‘islamitisch terrorisme’ geplakt. Maar veel van die rebellen zijn zelf Mozambikanen; het zijn de mensen die de afgelopen jaren hebben moeten toezien hoe een elite zich verrijkt terwijl zij zelf met niets achterbleven. De woekerende ongelijkheid, geflankeerd door de komst van de westerse bedrijven, heeft de ruimte gecreëerd waarin dat extremisme kon opbloeien.”
Tekenend voor de complexiteit van de situatie is dat niet alleen de rebellen, maar ook het regeringsleger, dat de bevolking zou moeten beschermen, grove mensenrechtenschendingen begaat. “Olie- en gasbedrijf Total heeft een sterke aanwezigheid in Cabo Delgado en wist van die schendingen”, zegt Rawoot. “Toch bleef het bedrijf het Mozambikaanse leger betalen voor de bescherming van haar gasinfrastructuur. Zo ontstond de bizarre situatie dat er achthonderd soldaten in touw waren om het gascomplex aan de kust te bewaken en slechts een handjevol soldaten het dorp beschermden. Hierdoor raakten natuurlijk nog meer mensen gefrustreerd.” Na een reeks brute, deels aan Al-Shabaab toegeschreven aanslagen vorig jaar, waarbij ook werknemers van het bedrijf omkwamen, besloot Total in april 2021 uit Mozambique te vertrekken. De energiegigant beriep zich op force majeur – overmacht – en sindsdien liggen de gasactiviteiten stil. Al blijkt uit recente berichten dat gasbedrijven terug willen keren nu volgens hen de veiligheidssituatie iets verbetert.
Wilde Westen
Vraag Rawoot om de huidige situatie in het noorden van Mozambique te beschrijven en ze komt uit op ‘het Wilde Westen’. “Mensen zijn er bang, berooid en op de vlucht. Het is er gevaarlijk.” Zo gevaarlijk dat organisaties zoals JA!, die de impact van de gasexploitatie proberen te monitoren, op hun hoede moeten zijn. De Mozambikaanse autoriteiten maken journalisten en activisten het werk onmogelijk door intimidatie en bedreigingen, signaleert ook Amnesty International. Deze winter was Rawoot, die zelf in Zuid-Afrika woont, voor het eerst in lange tijd weer in Mozambique. Vanuit Zuid-Afrika is het voor haar gemakkelijker en vooral minder bedreigend om luid campagne te voeren: “De afgelopen periode was het noorden zo goed als onbereikbaar. Informatie over de situatie ter plekke verzamelden we via contacten in de getroffen gemeenschappen. Maar ook dat is gevaarlijk. Zo moesten we onze contactpersoon onlangs met spoed evacueren omdat hij zijn leven niet meer zeker was. Activisten waar we mee hebben gewerkt zijn verdwenen, ook journalisten zijn gemarteld en verdwenen. Sommige mensen durven nauwelijks nog te praten.”
Dat Wilde Westen dat Rawoot beschrijft, staat in schril contrast met het ideaalplaatje dat energiebedrijven en overheden die het gasproject ondersteunen graag schetsen: dat de exploitatie van de gasbel voorspoed en ontwikkeling brengt. De regering verwacht in de komende 25 jaar 95 miljard dollar aan gasinkomsten te genereren. Van al dat geïnvesteerde geld profiteert ook de bevolking mee, zo klinkt het. Denk aan al die banen in de gasindustrie of aan de opbrengsten voor lokale bedrijven die worden gecontracteerd.
Rawoot fronst, dit verhaal heeft ze eerder gehoord. “We hebben de situatie met eigen ogen gezien en weten: de enige die gaan profiteren van dit gasproject zijn buitenlandse bedrijven, overheden en een handjevol rijke locals. Kijk maar naar de spelers, er is slechts één klein Mozambikaans overheidsorgaan bij het hele proces betrokken. Bovendien wordt straks 80 procent van het gewonnen gas geëxporteerd en worden belastingen omzeild door werknemers via Dubai uit te betalen. Zo vloeien dus ook de opbrengsten weg.”
“En wat die banen betreft”, gaat ze ongestoord verder, “ook daar kan ik kort over zijn. Het werk dat de lokale Mozambikanen mogen doen, is schoonmaken of koken. Het werk dat werkelijk wat oplevert, technisch en inhoudelijk, is voor buitenlanders of mensen uit de hoofdstad.” Natuurlijk is met de internationale werknemers ook de bedrijvigheid in het gebied opgeleefd. Er zijn kleine winkeltjes en handeltjes ontstaan en ja, dat heeft de economie wel wat opgekrikt, beaamt ook deze scepticus. “Maar vergeet niet, daar is de force majeur nu weer overheen geklapt. Iedereen is in een keer vertrokken en sindsdien zijn de prijzen van brood en brandstof hard omhoog geschoten. Dat niet alleen, Total heeft nu ook de compensatieregeling voor de verplaatste gezinnen stilgelegd.” Met een verklaring van overmacht kan Total contracten met leveranciers en andere partners opzeggen, die anders bindend zouden zijn. Volgens JA! is het sindsdien onduidelijk hoe het nu verder moet met de verplaatste vissersgezinnen. “Het is een zooitje”, zegt Rawoot.
Gas afhankelijk
De komst van olie- en gasbedrijven brengt een nieuw soort afhankelijkheid met zich mee. In Mozambique is die zichtbaar op de korte termijn, waar met het gas ook het geweld is opgelaaid en na het abrupte vertrek van de bedrijven de bevolking met de brokstukken achterblijft. Maar ook op de lange termijn ontstaat afhankelijkheid, waarschuwen onderzoekers, van de verkeerde energiebron welteverstaan. “Mozambique is de laatste op de lijst om van de gaswinning te profiteren, nadat alle investeringskosten zijn gedekt, wat waarschijnlijk nog minstens 10 jaar zal duren”, zo valt te lezen in een recent rapport van verschillende Friends of the Earth-groepen, Fuelling the crisis in Mozambique, How Export Credit Agencies contribute to climate change and humanitarian disaster (mei 2022). Het gaat nog lang duren voordat Mozambique kan gaan verdienen aan het gas; en dat terwijl bij het Parijsakkoord is afgesproken dat ook opkomende economieën over 10 à 20 jaar hun gas- en olie-industrie moeten afbouwen. “Wat als het gas straks niet wordt verkocht omdat de gasvraag over 10 jaar totaal is veranderd?”, vraagt Rawoot. “Dan zit Mozambique met de schulden en de problemen.”
Dat ook Nederland die fossiele afhankelijkheid aanzwengelt, werd vorig jaar ondubbelzinnig bevestigd. Een dag na een van de bloedigste aanslagen in Noord-Mozambique, op 24 maart 2021, besloot de Nederlandse staat om het gasproject in Cabo Delgado met meer dan een miljard te ondersteunen. De Nederlandse baggeraar Van Oord kreeg deze exportsteun voor haar werkzaamheden in het gebied. Daarmee is het gasproject in Mozambique het grootste fossiele project dat de afgelopen jaren exportsteun heeft ontvangen.
“Onverklaarbaar”, noemt Rawoot die beslissing, zeker in het licht van de Europese geschiedenis met grondstoffenexploitatie en vervuiling op het Afrikaanse continent. “Waarom denken de politici in Den Haag dat het dit keer anders zal zijn? Dat het in Cabo Delgado wel gaat lukken om met fossiele extractie ontwikkeling op gang te brengen?” Het is ‘neokoloniale retoriek’, zegt de activiste die zich nu echt kwaad begint te maken. “En zolang dit idee blijft bestaan, dat Afrika ontwikkeld moet worden terwijl het mondiale Noorden daar tegelijk van kan meeprofiteren, gaat het mis. Want waarom wil Nederland zelf wel stoppen met het uit de grond halen van gas, maar gaat het daar in Afrika mee door? Waarom mag er bij ons nog wel geëxploiteerd worden, terwijl wij het zijn die de prijs van klimaatvervuiling nu al betalen met cyclonen, overstromingen en mensenrechtenschendingen?”
Lichtpuntjes
Hoogste tijd voor een ander systeem, is de boodschap van Rawoot en collega’s tijdens deze Europatour. Een transitie, waarin hernieuwbare energie een hoofdrol speelt, maar dan wel op een kleinschalige manier. “We willen energie van zon en wind, maar niet van de grote bedrijven uit het Westen die hier aan ons komen verdienen. Het moet lokaal. In Mozambique heeft op dit moment maar 30 procent van de mensen toegang tot elektriciteit. Er is nog geen groot grid en dat zal er ook niet snel komen. Wat je daar nodig hebt, zijn lokale initiatieven beheerd door en in eigendom van de bevolking zelf.”
Op weg naar die gedroomde transitie flikkeren al wat kleine lichtpuntjes. Zo beloofde Nederland tijdens de klimaatconferentie van Glasgow haar omstreden exportsteun aan fossiele buitenlandprojecten, nu nog goed voor ruim 1,5 miljard, per eind 2022 uit te faseren. Net als de Europese Investeringsbank, verschillende Ontwikkelingsbanken en andere Europese landen dat al eerder deden. In een rechtszaak in het Verenigd Koninkrijk tegen Britse exportkredietsteun voor Mozambique noemde een van de twee rechters de steun ‘onrechtmatig’ en in strijd met het Parijs Klimaatakkoord.
Dus ja, er is vooruitgang, besluit Rawoot. Tegelijkertijd brengt de oorlog in Oekraïne ook nieuwe zorgen mee: “Nu gas uit Rusland ineens een no go is, bestaat de kans dat de aandacht voor gas uit Afrika groeit. Dat is natuurlijk het laatste wat we willen.”
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.
[…] de bron ga je naar het artikel. Wij zoeken met plezier voor je naar nieuws over het […]