Op woensdag 20 maart mogen we weer stemmen voor de waterschappen. Maar wat speelt er nu precies in die uniek Nederlandse bestuurslaag? Van de landelijke politieke partijen weten we wel ongeveer wat ze vinden. Wat de vertegenwoordigers van de verschillende waterpartijen drijft, is minder bekend. We vroegen het twee van hen. “Wij moeten ons aan de regels van het water houden.”
De waterschappen: ze zijn het oudste democratische orgaan van Nederland. Meer dan zeven eeuwen oud vormen ze de letterlijke en figuurlijke basis voor ons beroemde poldermodel. Wilden de mensen droge voeten houden in ons laaggelegen land, dan waren verenigde krachten nodig om dat met dijken en door bemaling met molens voor elkaar te krijgen. Met een afgevaardigde per dorp en een coördinerende dijkgraaf werd dat midden 13e eeuw door middel van de eerste waterschappen of ‘Hoogheemraden’ geregeld. Sindsdien dragen die zorg voor het waterpeil, de grondwaterstand en de bescherming tegen overstromingen door middel van rivierdijkbeheer. In de 20e eeuw kwamen daar nog het beheer en de zuivering van afvalwater in rioolwaterzuiveringsinstallaties bij.
Fast forward naar 2019. De waterschappen zijn voor de meeste burgers van Nederland een wat mistig orgaan. Ja, je draagt waterschapsbelasting af, en één keer in de vier jaar moet je bij de waterschapsverkiezingen een stem uitbrengen. Maar op wie, en wat diegene dan precies doet? De meeste mensen hebben geen flauw idee. Dat we in Nederland iets met het water moeten omdat we deels onder NAP leven, dat snappen we best. Verder opereren de waterschappen behoorlijk in de luwte. Dat zij ook de waterkwaliteit moeten controleren en vervuilers kunnen bestraffen, is veel mensen niet eens bekend.
Van de landelijke politieke partijen kunnen we wel ongeveer inschatten wat ze vinden en beogen. Maar wat drijft de vertegenwoordigers van de verschillende waterpartijen? We spraken met vertegenwoordigers van Water Natuurlijk en de Algemene Waterschapspartij, die naast partijen als CDA, PvdA en VVD actief zijn bij de waterschappen.
‘Niet politiek, wel deskundig’
Die relatieve onzichtbaarheid, daar is op zich niet veel mis mee, meent Hans Middendorp. Hij is voormalig waterschapsbestuurder in Delfland en lid van het partijbestuur van de Algemene Waterschapspartij. “Het is simpel hè, water stroomt altijd van boven naar beneden. Er moet gewoon goed en met kennis van zaken met de waterhuishouding van Nederland worden omgegaan. Onze slogan is niet voor niets ‘Niet politiek, wel deskundig’. Het ideële eindplaatje is voor iedereen hetzelfde: we willen dat er genoeg water is voor de landbouw en voor huishoudens, dat het water niet verontreinigd is en dat we ondanks een stijgende zeespiegel niet overstromen.”
Bewuste burgers
Joke Kersten is lid van het dagelijks bestuur bij Waterschap Limburg en vertegenwoordigt de andere grote waterschapspartij van Nederland: Water Natuurlijk. Zij vindt wel dat waterschappen veel meer naar buiten moeten treden. “Er zijn in Nederland allerlei partijen betrokken bij waterbeheer, van Rijksoverheid en provincies tot gemeenten en waterschappen. Ook spelen er tal van kwesties rondom water, van afwatering tot klimaatverandering tot watervervuiling. Hier in Limburg vinden we het belangrijk dat burgers snappen wie waar over gaat. Dat ze als hun straat vol water staat weten dat ze bij de gemeente aan de bel moeten trekken, omdat die over de riolering gaat. En dat ze voor schone beken bij het waterschap moeten zijn.” Kersten wil hiermee geen schotten optrekken, maar vooral laten zien hoezeer watervraagstukken ons allemaal aangaan. En dat rondom water allerlei kwesties samenkomen, waaronder expliciet ook klimaat- en milieukwesties.
De Haelense beek
Om te laten zien hoe verschillende watervraagstukken een zaak zijn van ons allemaal, organiseert Waterschap Limburg educatieve projecten. Zoals die bij de Haelense beek in Midden-Limburg. Kersten: “Die beek loopt langs een school, De Leerlingst. Toen we aan de slag moesten met het onderhoud van die beek, hebben we de leerlingen en indirect ook hun familie en netwerken laten meewerken aan het ontwikkelen van ontwerpideeën. Met de herinrichting hebben we de beek weer natuurlijk laten meanderen, om een landschap met een grotere variatie aan plant- en diersoorten te creëren. Daarna hebben we de monitoring uitbesteed aan de leerlingen. Die zijn daar superenthousiast mee bezig: ze constateren dat er nu veel meer vissen in de beek zwemmen, rapporteren hoe geschokt ze zijn over de hoeveelheid rommel die mensen weggooien, en zien nu heel bewust wat het effect is van een heftige regenbui.”
Politisering en prioritering
Relatief onzichtbaar of niet: er komt het laatste decennium wel stelselmatig meer aandacht voor het werk dat waterschappen doen. Dat komt onder meer doordat je als burger sinds 2008 in het stemhokje stemt op partijen en lijsten, waar mensen voorheen alleen op persoonlijke titel kandidaat stonden en het stemmen per brief ging. Deze ‘politisering’ speelt de waterschappen meer in de kijker, en dat vindt Middendorp een goede ontwikkeling. “We hebben dan wel een universeel einddoel, maar op weg daarnaartoe moeten we keuzes maken over de hoeveelheid geld die we willen investeren. Mensen hebben verschillende belangen natuurlijk. Boeren willen niet dat hun weilanden vernatten of verdrogen. Burgers willen geen water in hun kruipruimte, maar wel genoeg water bij droogte om hun tuin te sproeien. Waaraan geef je dan de prioriteit? Zo’n 15 jaar terug waren waterschappen nog vrij technische, strak georganiseerde organen. Tegenwoordig wordt er veel meer overlegd, worden mensen meer betrokken.”
Klimaatverandering
Niet alleen nieuwe stemprocedures hebben de waterschappen zichtbaarder gemaakt. Ook de klimaatverandering en een stijgend milieubewustzijn heeft de aandacht voor zaken als natte voeten, de gevolgen van droogte en watervervuiling vergroot. Middendorp: “De sfeer rondom de waterschappen is wat dat betreft 180 graden gedraaid. Tien jaar terug zeiden we nog: ‘We hebben de Deltawerken, we zijn voor altijd veilig voor het water’. Inmiddels weten we dat er nog heel veel op ons af gaat komen. Iedereen ziet dat we nu van die hoosbuien hebben waarbij in één uur vijf centimeter regen valt, wat het riool niet aankan en waardoor de tuin onderstroomt. Of het water via roltrappen metrostations inloopt, zoals in 2016 bij Amsterdam-Amstel gebeurde. De urgentie van een goed waterbeheer, die wordt met het jaar duidelijker.”
“Zeker de afgelopen twee jaar zien we dat door aanzienlijke weersveranderingen mensen anders naar het water in hun omgeving gaan kijken”, beaamt Joke Kersten. “Mensen beginnen zich af te vragen: wat kan ik doen? Dat is iets om als waterschappen actief op te pakken. Leg uit waarom het belangrijk is dat je straten en tuinen niet helemaal dichtmetselt met harde materialen, omdat het water dan niet weg kan. Dat groen aanleggen of behouden om die reden cruciaal is. Neem mensen mee en laat ze inzien hoe noodzakelijk is dat zijzelf én alle lagen van het overheidsbestel hierin hun verantwoordelijkheid nemen.”
Nog aan het twijfelen wat u morgen moet stemmen? Bezoek deze stemwijzer voor de Waterschapsverkiezingen.
Medicijnresten
Een wat ondergeschoven kindje in de meeste debatten in en rond de waterschappen is de vervuiling van het oppervlaktewater in Nederland. Een recent rapport van Natuur en Milieu liet nog eens zien dat de verontreiniging door mest, bestrijdingsmiddelen, chemische stoffen en microplastics veel te hoog is, en dat het water ook steeds meer medicijnresten bevat. Zitten de waterschappen de vervuilers wel genoeg op de hielen? Middendorp: “De waterkwaliteit is een complex terrein. Als het gaat om wateroverlast zet je er een extra pomp bij, dat is makkelijk. Maar vervuild water, dat heeft zoveel oorzaken. Stikstofneerslag door de uitstoot van vervuilende auto’s? Het waterschap kan niet de hoeveelheid auto’s in Nederland aanpakken. Microplastics? Ook daar liggen de oorzaken buiten ons handelingsvermogen. Medicijnresten? Dat gaat niet zozeer om lozingen vanuit de medische industrie zoals mensen vaak denken, maar om uitgeplaste medicijnen. Je kunt mensen niet verbieden om medicijnen te gebruiken. Neem Diclofenac, dat in Nederland het meest gebruikt wordt: dat gaat zo door de waterzuivering heen. Die deeltjes zijn voor ons niet te vangen. Daar kunnen we wel een nieuw soort filter voor gaan ontwikkelen, maar dat duurt al gauw zo’n 10 à 15 jaar en dan moet de belasting flink omhoog. Hetzelfde geldt voor het filteren van microplastics. Dit soort zaken overstijgen de slagkracht van het waterschap, die moet Den Haag oppakken.”
En de vervuiling door de landbouw? “Het waterschap moet handhaven bij tuinders en landbouwers die de regels overtreden, maar ook als die zich aan de regels rond mestuitrijding en pesticidegebruik houden, vervuilt het water. Het is niet aan het waterschap om te zeggen: we moeten minder varkens houden, we moeten geen komkommers meer telen. Die discussie en die politieke keuzes zijn aan de rijksoverheid. De democratie rondom het waterschap, die is er wat mij betreft vooral om de ambtelijke organisatie rond het water te controleren.”
Prijskaartje
Ook Kersten signaleert onmacht van het waterschap als het om de kwaliteit van water gaat. “Als grensregio hebben we te maken met water dat uit het buitenland komt. Als in Duitsland geloosd wordt, zitten we daar in Limburg mee. Daar zijn niet zo gemakkelijk oplossingen voor. Bovendien ontstaat veel vervuiling niet nu, maar is die in het verleden in de bodem terechtgekomen en komt die nu alsnog in het water. Natuurlijk moeten we met bedrijven en landbouwers en gemeenten blijven werken aan het terugdringen van vervuiling. We zijn ook druk bezig om te bedenken hoe we water beter kunnen bufferen, zodat we het kunnen zuiveren voordat we het laten doorstromen. Dat vraagt om innovatie, waar we via de Unie van Waterschappen en in allerhande samenwerkingsverbanden mee bezig zijn. Maar aan dat soort innovaties hangt natuurlijk wel een prijskaartje.”
Dat laatste is een veelzeggende opmerking in waterschapsland. Doordat het budget van de waterschappen afkomstig is van rechtstreeks geïnde belastingen, worden ze relatief kwetsbaar: investeringen waartoe een waterschap besluit komen bij burgers gevoelsmatig harder – want zichtbaarder – aan dan wanneer ze uit de algemene belastingpot zouden worden betaald.
Opheffen?
Tot slot: met enige regelmaat gaan er stemmen op die ervoor pleiten de waterschappen op te heffen en haar taken onder te brengen bij provincies, gemeenten of gedecentraliseerde rijksdiensten. Want zo’n aparte bestuurslaag, die kost maar geld en veroorzaakt maar afstemmingsproblemen en is toch niet per se nodig. Goed plan, afschaffen? “Juist nu niet”, meent Kersten. “Zo’n structuurverandering kost altijd bakken met energie en geld, terwijl op dit moment het water ons zogezegd aan de lippen staat. We staan voor allerlei uitdagingen; of het nu over hittestress en de problemen van verstening of over hoosbuien en microplastics gaat. Er is veel werk aan de winkel, dat moeten we gezamenlijk aanpakken. Dat lijkt me belangrijker dan nu een bestuurlijke verandering inzetten.” Aan het elders onderbrengen van de waterschappen kleeft nog een nadeel. “Water moet dan concurreren met andere beleidsvelden. Geven we meer geld aan dijkversterking uit of verbreden we de snelweg? Water is van levensbelang, daarom zijn er nu aparte overheidsorganisaties die zich daarop focussen en een eigen financieringssysteem hebben.”
Middendorp beaamt dit. “We hebben het hier over water. Dat is een heel specifiek onderwerp, dat je niet zo kunt politiseren zoals bijvoorbeeld de jeugdzorg of het onderwijs. Water houdt zich niet aan onze regels, maar wij moeten ons aan de regels van het water houden. Daarom zijn aparte waterschappen wat mij betreft een prima systeem.”
Lees ook het onderzoek van Natuur en Milieu over de kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland.
Lindy van der Meulen zegt
Een gedegen en leesbaar stuk journalistiek, dank je wel.