Woningcorporaties zijn in het Klimaatakkoord uitgeroepen tot de startmotor van de energietransitie. Maar komt de rekening zo niet bij de huurders met een laag inkomen te liggen? En hoe voorkom je dat zij de hakken in het zand zetten?
Dit voorjaar stuurde woningcorporatie Ons Doel al zijn huurders uit de wijk een brief met de aankondiging van groot onderhoud. Smit: “Het dak valt daar ook onder, bleek later, en dat is inderdaad heel tochtig.”
In de buurt hoort hij zorgen: de renovatie moet huurders niet financieel in de problemen brengen. “Mensen met huurtoeslag moeten vaak elk dubbeltje omdraaien.” Als de huur door het onderhoud boven de 710,68 euro komt, vervalt hun recht op huurtoeslag. Voor veel huurders zou dat een ramp zijn.
De Merenwijk is niet de enige wijk in Nederland waar dit dilemma gaat spelen. Woningcorporaties zijn in het Klimaatakkoord namelijk uitgeroepen tot de startmotor van de energietransitie. Maar in huizen van de corporaties wonen meestal huurders die het niet breed hebben. Hoe voorkom je dat die in de problemen komen?
Laagste inkomens, hoogste lasten
Woningcorporaties moeten zorgen voor een versnelling van de energietransitie in de gebouwde omgeving. Zo staat het in het Voorstel voor hoofdlijnen van het Klimaatakkoord, dat vlak voor de zomer werd gepresenteerd en momenteel wordt doorberekend door de planbureaus.
“Het is opmerkelijk dat juist mensen met de laagste inkomens de hele gebouwde omgeving op sleeptouw gaan nemen”, zegt Bastiaan van Perlo van de Woonbond. Zijn organisatie gaat er alleen onder één voorwaarde mee akkoord: de huurders mogen niet het kind van de rekening worden. Want het gaat om een precaire operatie: dertig procent van de huurders leeft onder de armoedegrens, en dat percentage groeit.
Ruim 750.000 huishoudens hebben nú al moeite hun energierekening te betalen, blijkt uit onderzoek van ECN en anderen. Dat aantal kan gemakkelijk groeien, berekende CE Delft vorig jaar in opdracht van Milieudefensie. Helemaal eerlijk verdeeld zijn de lasten niet. Nu dragen de hoogste inkomens voor 17 procent bij aan de broeikasuitstoot, de laagste inkomens slechts 6 procent. Toch zijn de 10 procent hoogste inkomens maar 1,5 procent van hun besteedbare inkomen kwijt aan klimaatbeleid, en de 10 procent laagste inkomens 5,1 procent. Bij ongewijzigd beleid wordt dat in 2050 ongeveer 5,7 procent voor de hoogste inkomens en maar liefst 17 procent voor de laagste. “Een dergelijke last lijkt nauwelijks te dragen voor huishoudens met een laag inkomen”, stelt het onderzoeksbureau met gevoel voor understatement.
Diepe kloof
Zonder solidariteit tussen inkomensgroepen komt de energietransitie niet op gang. “Als de overheid er niet in slaagt de energietransitie als een gezamenlijke opgave neer te zetten, gaat het geheid fout”, zegt directeur Christoffel Klap van woningcorporatie Ons Doel gedecideerd.
Het onderwerp van de rechtvaardige verdeling van de lusten en de lasten van een klimaatakkoord kwam ook prominent naar voren in de ‘burgergesprekken’. Deze zijn in het hele land georganiseerd om zicht te krijgen op de wensen en zorgen van burgers over klimaatverandering en klimaatbeleid. Maar in het hoofdlijnenakkoord is dit thema niet uitgewerkt. Blijkbaar ligt er tussen inkomenspolitiek en klimaatpolitiek nog een diepe kloof.
Een stijging van de woonlasten, hoe laag ook, is voor veel huurders echter bijna onoverkomelijk. “Veel huurders zijn een tweedehands ijskast verwijderd van schulden”, zegt Klap. “Daarom willen we het mes aan twee kanten laten snijden: minder energieverbruik én beter betaalbare woonlasten.”
Flink zakkende kosten
Annelies Huygen, hoogleraar regulering energiemarkten aan de Universiteit van Amsterdam en tevens werkzaam bij TNO, vindt die focus op geld ‘griezelig’. “Het maakt mensen bang en voedt polarisatie en agressie. Terwijl niemand precies wéét wat de kosten van de energietransitie tussen nu en dertig jaar zijn. Als je goed innoveert, gaan ze omlaag. Het zou veel beter zijn als een woningcorporatie zegt: de komende vijf jaar investeren we een X bedrag, en trekken we de boel vlot.”
In het gemeentehuis van Leiden wijst ook Fleur Spijker daar op. De wethouder, net een paar maanden in functie, blaakt van optimisme over de mogelijkheden van de energietransitie in de Sleutelstad. “Die hoge kosten, waar veel mensen het over hebben, zijn gebaseerd op de huidige stand van zaken. Maar energietechnologie is erg in ontwikkeling, ik verwacht dat de kosten flink zullen zakken. Blijven wachten kan niet: we moeten een keer beginnen. Er zal best weerstand komen en gemor, maar dat is inherent aan dit soort complexe processen.”
Zelf de vruchten plukken
Een harde noot die ook nog niet is gekraakt, is de keuze van de energievoorziening per wijk, en de rol van gemeenten daarin. Iedereen kijkt naar gemeenten, die een ‘regierol’ moeten krijgen. Zij zijn het beste in staat zijn te beoordelen welke warmtevoorziening het geschiktst is in welke wijk – de zogeheten warmtevisie die elke gemeente in 2021 moet hebben afgerond. Veel gemeenten willen best, mits het Rijk over de brug komt met een zak geld, zodat ze expertise kunnen kopen. Want die ontbreekt bij de meeste gemeenten.
Een warmtevisie moet niet eenzijdig worden opgelegd. “Regie van gemeenten in de transitie is prima”, zegt Huygen, “mits het procesregie is. We denken nog teveel top-down. Ingenieurs menen oprecht dat ze kunnen uitrekenen wat de beste voorziening is.”
Rob Boerée is voorzitter van EnergiekLeiden, een groep deskundige vrijwilligers die duurzame energieopwekking in de regio Leiden wil bevorderen. Hij noemt warmtenetten ‘suboptimaal’. “De kolencentrales in de Rijnmond staan ver weg. Ze hebben onduidelijke namen en internationale eigenaren. Besluiten over jouw energie worden met een druk op de knop in Zweden genomen.” Dat staat haaks op de ontwikkeling dat mensen diensten en producten van dicht bij huis willen afnemen. Boerée: “Het is echt anders als je er zelf over gaat en er de vruchten van plukt.”
“Het meenemen van alle mensen is het allerbelangrijkste”, benadrukt ook Huygen een paar keer. Dat zal ook wel moeten, want huurders van woningcorporaties hebben een beslissende stem: bij een geplande renovatie van meer dan tien woningen, moet zeventig procent van de huurders daarmee instemmen.
De huurders uit de Leidse Merenwijk ontvingen van woningbouwcorporatie Ons Doel al een uitnodiging om mee te denken over de aanpak. De gepensioneerde meneer Smit is er wel voor te porren. “Over de energietransitie heb ik het gevoel: kome wat komen gaat. Al zou ik het wel prettig vinden als daardoor de energielasten lager worden. Ik leef al niet riant.”
Jos Merks zegt
Ja hoor, een houtpelletcentrale in Meppel. Hoe naïef kan men zijn. Bij het verbranden van hout, houtpellets en biomassa komt 2x meer CO2 vrij dan bij aardgas. Willen ze daar de aarde mee redden? Vergeet dat maar.
Het klimaat heeft geen rekenmachine. Daarom heet Brussel met in haar kielzog Den Haag maar bepaald dat Biomassa e.d. niet meegeteld hoeft te worden en ook nog eens flink mag worden gesubsidieerd. En waarom? Anders haalt men de klimaatdoelen niet. ~Maar de aarde gaat lekker voort met opwarmen, zoals gezegd, die houden geen boekhouding bij. Die krijgt gewoon te veel CO2 ongeact waar het vandaan komt.