Journalist Jantien de Boer oogst veel lof maar ook veel kritiek met haar boek Landschapspijn. “Het platteland sterft.”
Jantien de Boer is de afgelopen jaren de ‘boeman van de Friese boeren’ geworden, zoals ze zelf zegt. Het is een grapje, waar een kern van waarheid in schuilt. Met de artikelen en columns die ze schrijft voor de Leeuwarder Courant heeft De Boer (52) een stem gegeven aan de zorgen die leven onder de Friese bevolking over de teloorgang van het platteland. Een deel van de bevolking tenminste, want een ander deel vindt dat er niets aan de hand is met het land dat intensief bewerkt wordt door veehouders en akkerbouwers. De Boer kon rekenen op vele instemmende én woedende reacties toen ze in 2016 een verhaal schreef over de landschapspijn die ze voelde in het Friese landschap. Geart Kooistra, voorzitter van boerenorganisatie LTO Noord, schreef in een reactie: ‘Als je met tranen in de ogen rondloopt door het weidelandschap, vertroebelt dat je blik.’ De Boers artikel leidde tot het boek Landschapspijn dat dit voorjaar verscheen en nu aan een derde druk toe is.
Veel boeren voelen zich gekwetst door je kritiek. Ze werken toch hard om de markt van goedkoop voedsel te voorzien?
“De Nederlandse melkveehouders behoren tot de wereldtop, maar ondertussen sterft het platteland. Lang niet iedereen ziet het, maar de problemen zijn groot. We besteden veel te weinig geld aan ons voedsel en we snappen niet dat we een andere, veel hogere prijs voor onze boodschappen betalen. Bloemen, planten, vogels en insecten verdwijnen. Dat heet verlies aan biodiversiteit, maar dat zegt de gemiddelde mens niet veel. Daarom heb ik het over landschapspijn.”
Wat is ‘landschapspijn’?
“Voor mij betekent het dat je tussen de weilanden staat en merkt dat je zintuigen niet meer worden gevoed. Het is er eentonig groen, het is er stil, er beweegt nauwelijks iets. Het platteland van Friesland, van heel Nederland eigenlijk, is een groene woestijn geworden. Het is productieland waar weinig aan natuur te beleven valt.
Het is een sluipende achteruitgang waar je aan went. In de jaren zeventig ging ik elke zomer met mijn ouders varen in Friesland. Toen waren er nog veel vogels, maar dat werd allengs minder. Op een gegeven moment kun je er niet meer omheen dat er nog maar weinig leven is op het boerenland.”
Je noemt je boek een pamflet, maar je laat wel beide kanten van het verhaal zien.
“Ik wilde me niet in de loopgraven verschansen. De neiging is groot om naar boeren te wijzen als het gaat over verlies aan biodiversiteit. Je ziet ze met hun grote machines rijden, je ziet ze maaien en met gif spuiten. Maar ik wilde niet één partij aanvallen, ik wilde met iedereen praten. Met natuurbeschermers, wetenschappers, boeren die biologisch of natuurinclusief werken, maar ook met boeren die aan intensieve veehouderij doen. Het ging me erom het systeem te verhelderen. Alleen zo wordt het duidelijk dat het geen zin heeft om schuldigen aan te wijzen, maar dat we samen moeten werken om tot een oplossing te komen.”
Hoe ziet die oplossing eruit?
“De schaalvergroting is uit de hand gelopen bij de landbouw en melkveeindustrie. We moeten terug naar een menselijke maat. Maar dat lukt niet, krijg je steeds weer te horen. Dat hoeven we toch niet te pikken? Ik vraag me af van wie dit land eigenlijk is. Is het echt alleen economisch land, eigendom van de mensen die het gekocht hebben en bewerken, en van de voedselindustrie? Of is het ook nog van de burgers en van de natuur?
Het systeem verandert niet, dus de revolutie moet van onderaf komen, ten eerste van de consumenten. Het begint heel simpel in de supermarkt. Ik zie dat de meeste mensen nog steeds de goedkoopste melk en eieren aanschaffen. Ik hoop dat ze gaan inzien dat ze via hun koopgedrag invloed kunnen uitoefenen op de manier waarop we ons voedsel produceren.”
En de boeren?
“Die zitten ook klem in het systeem dat dicteert dat er steeds meer en steeds goedkoper voedsel geproduceerd moet worden. Ik spreek regelmatig voor gezelschappen waar ook boeren bij zijn. Als je het ze persoonlijk vraagt: of ze niet liever terug willen naar een minder intensieve landbouw met meer leven op het land, dan zeggen ze vaak van wel. Maar dat het niet kan. Ze durven trouwens ook niet altijd hardop te zeggen dat ze het liever anders zouden willen.”
Er zijn ook veel mensen die niet zien wat er mis is met het Friese landschap.
“Friesland is een toeristische provincie, dus er komen veel mensen om te fietsen. Er zijn er heel wat die de natuur hier fantastisch vinden. Terwijl ik denk: kijk even wat beter om je heen. Het landschap is niet lekker rustig, het is hier doodstil. Met de nadruk op dood.
Laat ik een voorbeeld geven. Murk Nijdam is een boer uit Wommels die een melkveebedrijf heeft en zorgvuldig omgaat met de weidevogels op zijn land. Hij vertelde dat de grutto’s op zijn land in 2016 vierhonderd kuikens hadden, waarvan er maar drie groot zijn geworden. Dat kwam volgens Nijdam door het insectentekort; die kuikens zijn gewoon verhongerd. Vervolgens riep LTO Noord dit jaar de leden op om te protesteren bij de gemeente als de bloemrijke bermen niet voor 1 juni waren gemaaid – anders zouden de boeren last krijgen van het onkruid. Terwijl zo vroeg maaien de doodsteek is voor insecten. Als je dat op je in laat werken, snap je dat er iets veel groters aan de hand is.”
Jantien de Boer
Landschapspijn. Over de toekomst van ons platteland.
Atlas Contact, maart 2017
ISBN 9789045033907
112 blz.
€ 14,99
Juliaan Bakker, Amsterdam zegt
Fantastisch, dat Mw Jantien de Boer de trieste teloorgang van het weidelandschap van Nederland bekendheid geeft. Toen ik in 1978-1980 in Gasteren (Dr) woonde, verdwenen de grutto’s al. Ik deed toen voorstellen aan de boeren, vond ook weinig gehoor. Hopelijk kunnen we gezamenlijk actie nemen, vooral gezien de insekten afname met 70% in de laatste decennia.
Piet van der Ploeg zegt
Heel belangrijk deze bewustwording, de maatschappij is altijd zo ingericht geweest, dat we steeds maar meer en meer wilden produceren, daarvoor betalen we nu reeds de prijs… Mijn boek met de titel: Een partij die aanspoort tot matiging wil juist een kentering teweeg brengen in deze ontwikkelingen, de rode draad van het boek is reduceren, terugschroeven, minderen, zo ook de”agrarische industrie”, waar zijn de Grutto’s en de tureluurs gebleven ? Ik wens Jantien de Boer heel veel succes met het boek ! Mijn boek verscheen op 27 oktober bij Boekscout.nl te Soest.
Met vriendelijke groet, Piet van der Ploeg.
Alice Stotter Tromm zegt
Jantien heeft helemaal gelijk. In 1962 schreef Rachel Carson het boek “The Quite Spring”, over DDT en hoe dit gif insecten maar ook vogels en kikkers en ten slotte zoogdieren doodt. (De Dode Lente in het Nederlands).
In 1972 werd DDT in de VS verboden en later wereldwijd, behalve in India, China en Noord Korea.
Ik heb dit boek gelezen in 1970 en het is nog steeds relevant. http://www.rachelcarson.org/SilentSpring.aspx
Ik reageer omdat ik net Buitenhof, uitzending gemist, heb gekeken waar Jantien de Boer duidelijk was tegen Helma Lodders over Landschappen. De Boeren zitten gekneld tussen hun bedrijf en de regels van Nederland en de EU, die schaalvergroting willen.
Annemarie zegt
Bedankt voor het boek, ik ben toch niet de enige die het ziet. Sinds enige tijd woon ik in Brabant en elk voorjaar zie ik de kievit voor niets komen. Tot de laatste kievit van ouderdom sterft blijven ze het proberen en worden ze afgemaaid. De haas verdwijnt onder druk van jagers en stropers. Ik praat met mensen die de bijzondere soorten nog hebben gezien in het agrarisch gebied. Dit landschap is ook dood en het is in zo’n relatief korte tijd gebeurd.