Koude forten waar in de zomer flink wordt gestookt, energieslurpende villa’s, waterverslindende urinoirs. Voor duurzaam ondernemer Suze Gehem is energieverspilling uitdagend. “Ook oude panden kun je duurzaam verbouwen. Je moet mensen verhalen geven om in te geloven.”
“Dit is onze werkplek. Mooi hè?” Glunderend laat Gehem een grote, lichte ruimte zien – inclusief tafels en loungebanken – waarvoor ze tientallen hokkerige kantoortjes liet ombouwen. Op de tweede verdieping van het statige Tropeninstituut (KIT) in hartje Amsterdam startten zij en haar collega’s samen met het KIT Global Grounds@KIT, een community voor bedrijfjes in duurzame ontwikkeling. “Mensen vanuit het hele gebouw komen hier nu naartoe,” lacht ze. “Ook omdat wij de beste koffie hebben. Duurzaam natuurlijk.”
Gehem is industrieel ontwerper maar ziet zichzelf liever als duurzaam ondernemer. De manier waarop ze initiatieven start en met overgave aanpakt, weerklinkt in haar bevlogen manier van vertellen. Met De Groene Grachten, een initiatief dat ze in 2012 samen met wijlen astronaut Wubbo Ockels en industrieel ecoloog Jelle Rademaker in het leven riep, verduurzaamt ze al jaren historische panden. Van woningen tot kerken, van forten tot musea – en altijd met behoud van de historische waarde. In eerste instantie opereerde De Groene Grachten alleen aan de Amsterdamse grachtengordel maar inmiddels hebben ze projecten door het hele land. Het verduurzamen van het Tropeninstituut zelf is één van de nieuwste opdrachten.
Haar harde werken en creatieve oplossingen leverden Gehem het afgelopen jaar de ‘Duurzame Bouwvrouw Award 2015’ op, een prijs die in het leven werd geroepen om het belang van vrouwen in de bouw – een sector waarin beduidend meer mannen werken – te benadrukken. De prijs wordt uitgereikt aan vrouwen die uitzonderlijke prestaties leveren op het gebied van duurzaamheid en een goede balans vinden tussen people, planet en profit. Voor Suze Gehem en haar team is de prijs “een enorme boost,” zegt ze blij.
Mission impossible
De Groene Grachten draaide in 2015 zesendertig projecten. Op het moment bestaan ze uit zes vaste medewerkers en een aantal wisselende stagiairs. “Waar we ons in het begin alleen op monumentale panden richtten, zeggen we nu: onze expertise ligt bij vooroorlogse panden. In ons land alleen al staan 1,5 miljoen historische gebouwen.”
Maar waarom alleen historische panden? Er zijn toch veel meer ‘gewone’ panden?
“Onze medeoprichter en inspirator, Wubbo Ockels, zocht daar juist de uitdaging in. Hij heeft in zijn leven veel duurzame projecten gestart. Zo had hij al ledlampen in zijn kroonluchter toen nog niemand wist dat zoiets kon. Op het dak van zijn Amsterdamse grachtenpand had hij op eigen houtje zonnepanelen geïnstalleerd – zonder vergunning. In 2012 hoorde hij dat een jaar later het vierhonderdjarig bestaan gevierd zou worden van de Amsterdamse grachtengordel. Er werd met geen woord over duurzaamheid gesproken. Wubbo wilde niet alleen maar terugblikken maar ook vooruit kijken. Hij wilde júist die eeuwenoude grachtenpanden aanpakken, om te bewijzen dat het kan. Een soort mission impossible. Toen hij met mij en Jelle over zijn ideeën sprak, stak hij ons direct aan met zijn bevlogenheid en zijn vastberadenheid. We deden twee jaar onderzoek naar een aantal panden achter Carré en maakten deze volledig duurzaam. Ineens konden we het: zo’n historisch pand duurzaam maken, ondanks alle restricties die er aan de verbouwing van een historisch gebouw vastzitten.
Onze eerste echte klant was een bankmedewerkster die haar woning wilde verduurzamen. Dan moet je ineens een adviesrapport en een offerte uitbrengen.. We wisten dat haar man sceptisch was over het hele plan. Ze heeft hem mee uit eten genomen en hem daar ons rapport voorgelegd, hij heeft het ter plekke gelezen. Uiteindelijk sloeg hij het dicht en zei: ‘Dat gaan we allemaal doen. Ik heb in tijden niet zo’n helder rapport gelezen.’ Je wilt niet weten hoe blij we waren!”
Waar staan jullie nu, vier jaar later?
“De kennis van ons onderzoek hebben we vertaald in De Groene Menukaart: een toolbox waarmee bezoekers online een duurzaam plan kunnen maken voor hun pand. Hiermee kan iedereen op basis van vijftig maatregelen checken wat de mogelijkheden zijn voor een specifiek pand. Ook financiële informatie en de regelgeving in je eigen gemeente kun je hier bekijken. Wij kunnen vervolgens advies op maat geven en eventueel het hele project begeleiden.
In eerste instantie gold de Menukaart alleen voor Amsterdam maar onlangs is hij uitgebreid met zes andere steden, elk met hun eigen regelgeving. Ook zijn de nieuwste duurzame technieken toegevoegd. En mocht je gemeente er niet tussen staan, dan is er nog de algemene menukaart. We hopen natuurlijk dat we uiteindelijk kunnen uitbreiden naar alle gemeenten.”
Uitdaging
Tijdens haar studie raakte Gehem geïnteresseerd in duurzaamheid en werkte ze bijvoorbeeld in Zuid-Afrikaanse townships aan een duurzaam project. Als strategisch industrieel ontwerper werd ze opgeleid om producten en diensten te ontwikkelen die op grote schaal worden gebruikt. Later werd het vertalen van techniek, duurzaamheid en innovatie naar iets wat hip en leuk is haar grote uitdaging.
Nu werkt ze – als jonge, progressieve vrouw – in een traditioneel door mannen gedomineerde bouwwereld. Het doet haar weinig. “Ik hou wel van de mannenwereld, zo recht door zee. Het thema duurzaamheid trekt trouwens veel vrouwen hoor, net als het sociale ondernemerschap. Misschien komt dat door ons zorgzame karakter.” Ze krijgt, tot haar eigen verbazing, vooral leuke reacties vanuit de bouwwereld. “Dat is te gek. Er valt nog zoveel te halen in de traditionele bouwwereld, en daar staan ze echt voor open. Natuurlijk zijn er ook obstakels, zoals gebrek aan kennis in de bouwwereld en bij de eigenaren van de panden. Dan worden bijvoorbeeld bouwmaterialen verkeerd gebruikt. Daar leren we van, zodat we het de volgende keer op een andere manier aan kunnen pakken.”
Regels voor verbouwen
Zowel bouwwereld als bedrijfsleven en overheden kunnen nog heel wat stappen zetten als het om duurzaamheid gaat. “De mensen in deze sectoren willen graag mee in het tijdsbeeld, iedereen zoekt naar manieren om oude panden en moderne technieken samen te brengen. Ze zijn over het algemeen enthousiast over onze aanpak. Wij komen niet met een setje nieuwe regels maar werken echt samen; dat heeft een toegevoegde waarde. Wij claimen niet dat we het beter weten, waardoor er weinig weerstand ontstaat.
Het vraagt wel veel van ons inlevingsvermogen, want overal gelden weer andere lokale regels. Nu we bezig zijn met een landelijke tool wordt duidelijk hoeveel bijvoorbeeld Maastricht, Bergen op zoom en Wassenaar van elkaar verschillen: wat in de ene gemeente wel mag, is in de andere onbespreekbaar. In sommige gemeenten zijn bijvoorbeeld veel meer mogelijkheden voor de plaatsing van zonnepanelen op het dak van een monumentaal pand dan in andere. Ambtenaren kunnen daarin nog veel van elkaar opsteken. Ik hoop dat ze meer naar elkaar gaan kijken en hun regelgeving op elkaar af gaan stemmen.”
Waarom willen mensen hun pand door jullie laten verduurzamen? Wat levert het de eigenaar op?
“Mensen wegen altijd drie dingen af. Verduurzaming van een pand levert meer comfort op, zoals het isoleren van ramen waardoor het binnendringende straatrumoer flink afneemt. Verder hebben die oude panden vaak hoge energiekosten die je kunt indammen met bijvoorbeeld vloerisolatie, een elektrische warmtepomp of een groen dak. Tenslotte vinden onze klanten verduurzaming op zichzelf iets goeds om te doen. Wubbo Ockels zei altijd: ‘Een keuken verdien je toch ook niet terug?’ Het gaat om veel meer dan alleen geld te besparen.”
De projecten die Gehem met De Groene Grachten onderhanden neemt, zijn heel verschillend. Zo verduurzamen zij particuliere woningen – van grachtenpanden en villa’s tot hofjes en appartementen – maar bijvoorbeeld ook een bedrijfsverzamelgebouw, een studentenvereniging en de Grote Kerk in Den Haag.
Is het niet lastig om zo veel verschillende soorten panden aan te pakken?
“Dat maakt ons werk juist zo leuk. De panden zijn in geen enkel opzicht met elkaar te vergelijken. De studentenvereniging bijvoorbeeld bestaat uit drie aaneengesloten grachtenpanden met enorme energiekosten. We kwamen er al snel achter dat de urinoirs een grote energieslurper waren omdat ze dag en nacht water rondpompten. We hebben er sensoren op geplaatst, dat bespaarde meteen een paar duizend euro – ongeveer het bedrag van ons advies!
In het Tropeninstituut worden het hele jaar door enorme hoeveelheden warm water rondgepompt, zodat de legionellabacteriën zich niet ontwikkelen. Maar waarom ook in de zomer? Blijkt dat hier altijd warm water beschikbaar is in de toiletten. Maar om je handen te wassen heb je helemaal geen warm water nodig.
We hebben ook twee forten – kantoren, een restaurant, een congrescentrum – in Utrecht verduurzaamd. Een leuke uitdaging want de warmtevoorziening in een landelijk gelegen fort is heel anders dan in de stad. Door de dikke muren is het er het hele jaar door zo’n 14 graden en dus moest er het hele jaar door gestookt worden. De methode die we hier toepassen om tot een klimaatneutraal scenario te komen, kunnen we nu gebruiken als blauwdruk voor andere forten en cultureel erfgoed. We zijn net begonnen met drie forten in de Stelling van Amsterdam en een fort in Brabant. Dat is het gave: we ontdekken steeds nieuwe dingen maar kunnen ook onze ‘oude’ leerpunten meenemen naar een volgend project.”
Rooftop revolution
Onlangs startte De Groene Grachten een innovatieve spin-off van hun reguliere werk: Rooftop Revolution. Samen met zeven andere organisaties openden ze een platform waar mensen door middel van crowdfunding en crowdsourcing Amsterdamse parken de hoogte in kunnen tillen. “In Amsterdam is twaalf kilometer aan plat dak, dat is ruim 25 keer het oppervlak van het Vondelpark. Nog geen één procent van deze daken is groen. Rooftop Revolution wil van al deze daken tuinen maken.” Ook buiten Amsterdam is het de bedoeling dat steeds meer daken groen – gewassen, bloemen en zelfs bomen – zullen huisvesten. “Rooftop Revolution begeleidt in Amsterdam nu ‘stadsboswachters’: wijkbewoners die voor hun buurt een crowdfunding-project opstarten zodat op hun daken een park aangelegd kan worden.”
Het idee is dat groene daken zorgen voor verkoeling en biodiversiteit: de besparing op koeling kan tijdens hete zomerdagen oplopen tot wel 25 procent. Het groen houdt regenwater vast zodat bij hevige regenbuien minder sprake is van schade door overstromingen, groen zuivert de lucht en dempt geluid. Wonen te midden van groen (en erop uitkijken) is volgens onderzoek bovendien beter voor de gezondheid. Maar zullen deze dakparken de plaatsing van zonnepanelen niet in de weg zitten? In 2020 moeten volgens de plannen van de gemeente Amsterdam 80.000 huishoudens op zonne-energie draaien. Dat is volgens Gehem geen probleem. “Het rendement van een zonnepaneel stijgt juist op een groen dak, door de afkoelende werking.”
Zou je jezelf een optimist noemen?
“Ik denk graag in kansen, probeer obstakels positief te bekijken. Nederlanders zijn altijd zo nuchter. Wubbo liet ons vliegen en in mogelijkheden denken. Het ‘waarom’ achter duurzaamheid is nogal confronterend en de uitdagingen zijn enorm. Toch helpt het in mijn ogen niet om mensen alleen te confronteren met verdwijnende gletsjers en andere rampen. Doemdenken en de vraag ‘doe ik wel genoeg?’ zijn geen goede manier om deze thema’s aan te roeren. Je moet mensen positieve verhalen vertellen om in te geloven.
Wij maken duurzaamheid op een leuke manier toegankelijk en sexy. En zichtbaar! Met al onze projecten proberen we het duurzame verhaal te vertellen én visueel te maken. Het is net als met een fles cola; ook die verkoopt pas goed als mensen iets leuks te zien krijgen. Rooftop Revolution loopt als een trein. Initiatiefnemers en gemeenten melden zich aan, media schrijven erover, één bedrijf heeft zelfs een dak geadopteerd. Ook ‘daklozen’ kunnen dus meedoen.” Gehem lacht. “Alleen maar ergens over praten werkt niet. Aan een groen dak zíe je meteen waar het over gaat. En het ziet er fantastisch uit.”
Geef een reactie