Dat zegt Rudy Rabbinge, mede-auteur van het visiestuk Biobrandstof en hout als energiebronnen van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. “Waarom biomassa gebruiken als er goede alternatieven zijn?”
Rudy Rabbinge is verbaasd over het stormpje dat opstak na publicatie, half januari, door de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) van het visiedocument over biobrandstoffen en hout als energiebronnen. “Verbaasd over het gebrek aan inhoudelijke argumenten en de oploop die is georganiseerd. Er is alleen geprobeerd om ons als personen en wetenschappers onderuit te halen.”
“Ons”, dat zijn, naast Rabbinge, Martijn Katan en Louise Vet. Drie wetenschappers van wereldfaam die in het KNAW-document in glasheldere bewoordingen onderbouwen dat het verbranden van hout in elektriciteitscentrales en van bio-ethanol en biodiesel in auto’s niet of nauwelijks bijdraagt aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Dat was tegen het zere been van André Faaij, wetenschappelijk directeur van de Energy Academy Europe en bijzonder hoogleraar energiesysteemanalyse aan de Universiteit Groningen. In de Volkskrant en Trouw beschuldigde hij de drie ervan een “wetenschappelijk onacceptabel, politiek pamflet” te hebben geschreven, “van absurd slechte kwaliteit”. “Wat overblijft is onderzoek op kleuterklasniveau; niets meer dan een politiek pamflet om de Tweede Kamer te beïnvloeden.”
De timing van de publicatie van het visiedocument is inderdaad opvallend: een dag voor het Kamerdebat over het Energieakkoord en de afspraken daarin over biobrandstoffen.
“Dat was toevallig. We waren al een tijd van plan aandacht aan dit onderwerp te besteden. Het is wel zo dat vanwege het algemeen overleg in de Tweede Kamer de publicatiedatum is vervroegd, mede op verzoek van betrokken politici. Het ligt niet in de aard van een eerbiedwaardig instituut als de KNAW, dat tweehonderd jaar oud is, om zich te laten leiden door een politiek debat. Het woord ‘haast’ komt niet voor bij de KNAW.”
Waarom brengt de KNAW dit visiedocument uit?
“Het is de eerste keer dat de KNAW dat doet. De aanleiding is een externe beoordeling van het werk van de KNAW, waaruit bleek dat er te weinig gebeurt met onze doorwrochte adviezen, omdat ze nogal ontoegankelijk zijn.”
De meeste wetenschappers deinzen ervoor terug betrokken te worden in een politiek debat. U lijkt het juist op te zoeken.
“We willen politiseren, geen politiek bedrijven. De wetenschap heeft de plicht te kijken naar onderwerpen met grote maatschappelijke betekenis. Er bestaat grote noodzaak iets te doen aan klimaatverandering. Maar doe het op een goede manier, die effect heeft. Dat is bij biomassa voor energie niet het geval.”
Volgens André Faaij en Wim Turkenburg is het visiedocument gebaseerd op gedateerde kennis.
“Onze belangrijkste bronnen zijn gepubliceerd in 2011-2014. We zijn niet over één nacht ijs gegaan. Het concept hebben we naar vele referenten gestuurd en hun commentaar is verwerkt. Ook Faaij heeft het stuk gekregen, maar hij heeft niet inhoudelijk gereageerd. Daarvoor vond hij het stuk te slecht. Hij wilde er zelf aan meeschrijven. Maar zo werkt de wetenschap niet. Wij zijn onafhankelijke wetenschappers, met expertise op dit terrein. Faaij is voor financiering van zijn Energy Academy sterk afhankelijk van de energiesector. Ik heb de indruk dat het Copernicus Instituut van de Universiteit Utrecht zich opwerpt als propagandist van de bioindustrie. En dat is de naam Copernicus eigenlijk onwaardig.”
Rabbinge was naar eigen zeggen graag het debat met Faaij en anderen aangegaan. “Ik trof Faaij enkele dagen na publicatie van het visiedocument, en hij noemde ons leugenaars. Ik heb geen enkel inhoudelijk tegenargument gehoord. Terwijl wij precies weten waar het over gaat. Vet is biologe, Katan is biochemicus, ik ben productie-ecoloog. We weten precies hoe planten zon omzetten in energie. De processen die we beschrijven zijn onze deskundigheid. Ik heb zelf proeven gedaan met jatropha en suikerriet en weet hoe laag de opbrengst is. Faaij weet daar niks van, hij heeft die proeven nooit gedaan, hij praat er alleen over. Hij wijdt veel woorden aan duurzaamheid, maar inhoudelijk zegt hij niks. Faaij roept hard maar mijdt het wetenschappelijke debat.”
Hoe zou je biomassa wel moeten inzetten?
“Ik propageer cascadering, dus het gebruik van biomassa voor hoogwaardige toepassingen, zodat je de petrochemie bijvoorbeeld kunnen vervangen door biochemie. Als er daarna iets overblijft, kun je dat gebruiken voor bio-energie, want alle beetjes helpen. Dus de energievraag komt achteraan in plaats van voorop. Als je de energievraag voorop zet, heb je heel veel areaal nodig. Dat leidt tot weinig verbetering op het gebied van klimaat en het brengt de voedselvoorziening in gevaar.”
Faaij en anderen zeggen dat grootschalig gebruik van biomassa nodig is om de extra opwarming van de aarde onder de twee graden te houden.
“Als je geen CO2-emissies wilt, moet je niks verbranden. Benut planten op een andere manier. Bespaar energie en gebruik zonne-energie. Waarom biomassa gebruiken als er goede alternatieven zijn?”
Geef een reactie