Iedereen herinnert zich met groot gemak een topervaring in de natuur.
Ze kijkt me ongelovig aan.
“Iedereen?”
“Iedereen!”
“Altijd?”
Ik knik.
“Yip. Altijd. Binnen een paar seconden.”
Ze zuigt peinzend op haar onderlip, kijkt zoekend in het rond en gaat vervolgens – zoals alleen zij dat kan – tot actie over.
“Mag ik je wat vragen?“, roept ze naar een onbekende man die aan de overkant van de straat van zijn fiets stapt. Voor deze door heeft wat er gebeurt, is zij hem al tegemoet gerend.
“Kan jij je een ervaring in de natuur herinneren, die je heel diep heeft geraakt?”
“Ja,” zegt de man. “Als kind ben ik met mijn ouders naar Spanje geweest. Zwemmen met een duikbril. Honderden visjes tegelijk. Dat zal ik nooit vergeten.”
Ze bedankt hem en rent weg.
Andere voorbijgangers, steeds opnieuw dezelfde vraag.
En warempel, iedereen herinnert zich met groot gemak een topervaring in de natuur.
“Ik was aan het kamperen toen het bliksemde. Heel dichtbij. Ik vond het prachtig en doodeng.”
“We waren op een boerderij. Ik mocht helpen toen er een kalf werd geboren.”
“De zonsondergang op het dakterras van mijn eerste vriendje.”
De herinneringen zijn niet altijd even rooskleurig – “De hond van de buren beet me toen ik vijf was.” – maar zonder uitzondering intens, kleurrijk en aangrijpend.
Veel jeugdherinneringen. Vaak ook van vakantie.
We hebben het over de snelheid waarmee iedereen reageert, die aangeeft hoe levend de herinnering steeds is. Top of the mind. Dag en nacht binnen handbereik.
Moet je je eens voorstellen wat dat zegt over natuurbeleving.
De impact.
De potentie.
Als er iets is dat vertrouwen geeft in de toekomst van de natuurbescherming, dan is het wel dat iedereen door de natuur geraakt wordt. Zelfs zij die bijna nooit de stad verlaten of zeggen niets met de natuur te hebben.
Mijn vriendin wordt met de seconde enthousiaster en schiet iedereen aan die bij ons in de buurt komt.
En tsja, zo gaat dat, net één persoon teveel. Een gothic meisje, gekleed in stemmig zwart, slentert stil aan ons voorbij.
“Ho, wacht even. Ik wil je graag wat vragen.”
Na een korte aarzeling blijft het meisje staan en luistert ze naar onze vraag.
“Neu,” zegt ze, “ik heb nooit een bijzondere ervaring gehad. Wat zou ik bijzonder moeten vinden?”
Daar hebben wij zo gauw geen antwoord op.
Geef een reactie