Wijnand Duyvendak schreef een boek over 25 jaar klimaatpolitiek.
Ja, dat nieuwe probleem, het ‘broeikaseffect’… Beste mensen in de politiek, er moet toch echt geld komen voor onderzoek naar dit milieuonderwerp! Want als het verbranden van fossiele brandstoffen zulke gevaren met zich mee brengt, dan moeten we misschien denken over CO2-vrije alternatieven. Zoals kernenergie. Dat vond de kernenergie-lobby. En de door hen aangesproken bewindslieden met hen.
Toen vanaf 1986 het broeikaseffect, dat toen nog het ‘koolzuurprobleem’ werd genoemd, de politiek bereikte, was het helemaal geen ‘fabeltje van links’. Sterker nog, milieuclubs waren terughoudend met het oppakken van dit ‘rechtse’ onderwerp. Dit is een van de boeiende dingen die duidelijk worden als Wijnand Duyvendak het klimaatbeleid in Nederland onder de loep neemt. Eigenlijk is het verhaal van het klimaatbeleid exemplarisch voor de manier waarop milieu in het verdomhoekje is geraakt.
Duyvendak vertelt de pijnlijke geschiedenis van hoe klimaat ooit voortvarend door de Nederlandse politiek werd opgepakt, maar langzaam maar zeker een taboe-onderwerp werd. Hoe klimaatverandering eerst te onbegrijpelijk was, en daarna te groot om aan te pakken. Hoe eerst de politiek wilde en de bedrijven niet, en daarna de bedrijven wel, maar de politiek niet. Dat het onderwerp eerst rechts was, en toen links. Hij laat zien dat enkele personen een enorm verschil hebben gemaakt, wat de kwalijke rol van VNO-NCW was en wat de milieubeweging anders had kunnen doen. Wat er mis ging dat VROM nu niet meer bestaat, en hoe de vondst van de gasbel onder Slochteren funest was voor de ontwikkeling van duurzame energie. Ook verfrissend: Duyvendak bekritiseert het groene gehalte van zijn eigen partij, GroenLinks.
Dit boek moest geschreven worden, want dat het er nog niet was, is eigenlijk al verwonderlijk. Het is verplichte kost voor iedereen die zich met klimaatbeleid bezig houdt. Toch maakte zich halverwege een soort moeheid van me meester. Weer een politiek besluit, een rapport, een conferentie, weer iets dat hoopvol begint, maar later misgaat. Weer een oud-politicus die nu w? wil vertellen wat hij ervan vindt. Misschien ben ik te jong of niet klimaat-gek genoeg om alle tot in detail beschreven politieke momenten te hebben meegekregen? Of misschien is het omdat ik al weet hoe het eindigt? Hoe dan ook, ik vat de boektitel op als ironie.
Toegegeven, Duyvendak doet aan het eind van het boek erg zijn best om doemdenken over de toekomst te voorkomen, door hoopvol aan te geven hoe we uit de huidige loopgravenoorlog kunnen komen. Of dat de weemoedigheid tegengaat, zal voor iedere lezer anders zijn…
Geef een reactie