Wat is het geheim van een succesvolle beweging? Milieudefensie-organizer Job van den Assem laat zich inspireren door het boek Rules for Revolutionaries over de campagne van Bernie Sanders en deelt zijn favoriete tips.
Bewegingsopbouw, het is een woord dat overal rondgonst. Ook Milieudefensie zoekt naar manieren om de klimaatbeweging te ondersteunen zodat zij in kracht kan winnen – en verandering af kan dwingen. Maar hoe? Het is makkelijker gezegd dan gedaan. Daarom zijn wij organizers (de mensen verantwoordelijk voor, juist, bewegingsopbouw) altijd op zoek naar de verhalen en lessen van succesvolle bewegingen. En af en toe verschijnen er juweeltjes van boeken die een oneindige bron van inspiratie bieden, doordat ze een inkijkje geven in sociale bewegingen die een enorme impact hebben gehad.
Rules voor Revolutionaries
Zo kwam een aantal maanden geleden het boek Rules for revolutionaries uit. Niet te verwarren met het belangrijke werk van Saul Alinsky, Rules for Radicals, dat in 1971 werd gepubliceerd. Alinsky was behalve schrijver ook activist en community organizer. In deze klassieker deelde hij zijn lessen over het in beweging krijgen van grote groepen mensen, en ze de macht en kracht te geven om sociale verandering te eisen. Ruim 45 jaar later was er zo’n groep die, tegen alle verwachtingen in, iets bijzonders deed.
Feel the Bern
In mei 2015 leek Hillary Clinton de gedoodverfde kandidaat voor de Democratische Partij. Dat veranderde toen de onafhankelijke senator Bernie Sanders de race als kandidaat voor het presidentschap instapte. Onder de campagneslogan ‘Feel the Bern’ inspireerde hij met zijn radicale verhaal vooral jonge mensen. Langzaam kropen de peilingen naar elkaar toe en werd het spannend. Het leek allemaal spontaan te ontstaan, maar achter de schermen ging een enorme campagne-operatie schuil die heel strategisch bezig was een beweging te bouwen.
Bernie won niet. Erger nog: in de Verenigde Staten is nu een klimaatontkenner aan de macht. Maar het sneeuwbaleffect van deze campagne is dat de beweging en de roep voor verandering sterker zijn geworden. Je kunt niet altijd winnen, maar je kunt er wel voor zorgen dat de groep die verandering wil, groter wordt. En in die zin was deze campagne een enorm succes.
Tweeëntwintig lessen
In het boek Rules voor Revolutionaries vertellen Becky Bond en Zack Exley, twee belangrijke adviseurs van de Bernie Sanders campagne, over hun succes. De lezer wordt deelgenoot gemaakt van 22 lessen van de campagne. Wat opvalt, is hun focus op de schaal van hun onderneming. Als je impact wilt hebben en je budget is niet al te groot, moet je op andere manieren je campagne zo groot zien te maken dat ‘ie wint. In geuren en kleuren wordt beschreven hoe ze samen met duizenden vrijwilligers meer dan honderdduizend publieke evenementen organiseerden. Hoe ze meer dan 75 miljoen telefoontjes pleegden om met kiezers in gesprek te gaan. Een boek kortom, waar je als organizer opgewonden van wordt.
De 8 inspirerendste regels
Om een tipje van de sluier op te lichten, volgt hier mijn top 8 van de 22 lessen. Een moeilijke keuze, want uit iedere rule is wel een belangrijke les te halen. Dit is hoe ik ze gelezen heb:
1. Je krijgt geen revolutie als je er niet om vraagt
Als je verandering wilt, moet je erom vragen. En dan mag de verandering waarom je vraagt best groot zijn. Het is iets waar milieuorganisaties misschien van kunnen leren. De boodschap van verandering wordt soms zo klein gemaakt (Teken deze petitie en dan verandert alles!), dat veel mensen afhaken. Niet omdat ze niet achter ons staan, maar omdat ze er niet in geloven dat wat we vragen bijdraagt aan de verandering die nodig is. Want veel mensen weten: we staan voor hele grote uitdagingen. En die vergen uitdagende oplossingen!
2. De revolutie heeft geen personeel
Om jezelf effectief te organiseren, heb je niet per se een team professionele medewerkers nodig. Er zijn genoeg mensen die zo sterk geloven in de verandering die je nastreeft, dat ze bereid zijn hun tijd en vaardigheden te delen. In de Bernie Sanders campagne werkten duizenden mensen mee, sommigen gingen zo ver dat ze hun baan opzegden. Willen we een effectieve (klimaat)beweging opbouwen, dan zullen we onszelf zo moeten organiseren dat grote groepen mensen een zinvolle bijdrage kunnen leveren.
3. Het werk wordt verdeeld. Het plan is centraal.
Hoe betrekken we alle deelnemers op een goede manier bij de campagne die we voeren? Het is een persoonlijke valkuil om plannen te bedenken waarbinnen iedereen weer een eigen project kan verzinnen en vormgeven. Op die manier krijg je veel deelprojecten of -acties die weliswaar over hetzelfde campagne-onderwerp gaan, maar tezamen net niet die druk opbouwen die nodig is om verandering af te dwingen. Het is daarom essentieel om een centraal plan te hebben, waarin de stappen die nodig zijn voor succes helder zijn gedefinieerd. Binnen zo’n plan moet iedereen een zinvolle bijdrage kunnen leveren. Natuurlijk kunnen mensen deelprojecten verzinnen en vormgeven, zolang die maar bijdragen aan de centrale strategie.
4. Laat de organisatie groeien door problemen pas op te lossen als ze ontstaan
Dit is er eentje waar ik altijd van moet glimlachen als ik hem lees, want het is al jaren een persoonlijk adagium. Natuurlijk is het belangrijk om van tevoren een aantal dingen goed uit te denken; om campagnedoelen te stellen en hierop te sturen. Het probleem is alleen dat 1) je niet altijd goed kunt voorspellen waar je plannen toe leiden en 2) het je beperkt in het nadenken over de schaal en organische groei van je beweging. De Bernie Sanders campagne had geen rekening gehouden met de toeloop van zo veel mensen. Ze waren constant in beweging om een structuur te bouwen die zo’n grote hoeveelheid mensen aankon. Hadden ze dit van te voren dichtgetimmerd, dan had de organisatie misschien niet over hetzelfde adaptieve vermogen beschikt.
5. De revolutie is niet alleen bottom-up; het is peer-to-peer
Deze rule was voor mij een leerpunt. Behalve bewegingsopbouw is ook ‘bottom up’ een buzzwoord dat je overal in NGO-land tegenkomt, en terecht, want je wilt je beweging van onderop opbouwen. Maar het gaat er daarbij niet alleen om dat we onze campagnes goed bottom-up organiseren. We moeten er ook voor zorgen dat mensen die onderdeel worden van de beweging, daadwerkelijk een gelijkwaardige plek krijgen in de campagneorganisatie. Zodat het uiteindelijke resultaat een echt gezamenlijk succes of verlies wordt.
6. Herhaal, herhaal
Om een verkiezing in de VS te winnen, is bellen met potentiële stemmers van essentieel belang. Binnen de Bernie Sanders campagne werd een campagnemachine opgebouwd (groot en deels getrokken door vrijwilligers) die ervoor zorgde dat duizenden mensen konden bellen. Bellen was bijna het enige handelingsperspectief, maar wel eentje waar mensen gaandeweg steeds beter in werden. Dit was te zien in de peilingen. Wil je een campagne winnen, dan moet je een taak vinden die je echt dichterbij je doel brengt én die herhaalbaar is. Zodat je er beter in kan worden.
7. Er is niet zoiets als een single-issue revolutie
Er zit een sticker op de laptop waarop ik dit artikel schrijf: System Change not Climate Change. Ook een mantra die veel voorbij komt. Toch zijn we ondertussen zo gewend geraakt om de problemen van de wereld klein te maken en in behapbare brokjes aan te bieden, dat het moeilijk is geworden om te zien dat zoveel dingen om ons heen met elkaar samenhangen. Om een bredere beweging te bouwen, moeten we ook breed naar de maatschappelijke uitdagingen kijken. Samen het systeem te lijf gaan, in plaats van ieder een eigen stukje proberen te veranderen. Een inspirerend voorbeeld is het Leap Manifesto waar Naomi Klein in Canada bij betrokken is, dat allerlei bewegingen met elkaar verbindt.
8. Mensen voor wie politiek nieuw is, zijn de beste revolutionairen
Laat ik beginnen met een disclaimer: mensen die al heel lang meelopen, zijn ook erg belangrijk! Maar toch schuilt hier een belangrijke waarheid in. Nieuwe mensen kunnen de ‘revolutie’ met frisse moed te lijf, zonder bagage van het verleden en cynisme; ‘we doen dit al zo lang en niets is effectief’. Daarnaast zijn nieuwe mensen een graadmeter van het succes van de beweging. Als die zo groot wordt dat je niet langer in een zaal vol oude bekenden zit maar naarstig naar ze op zoek moet, dan doe je kennelijk iets goed.
Focus en schaal
Door dit makkelijk te lezen boekje – ik verslond het binnen een paar dagen – heb ik voor het eerst in jaren weer hoop gekregen. Vaak genoeg kijk ik door mijn oogharen naar de klimaatbeweging en vraag ik me af hoe we deze uphill battle gaan winnen. We hebben allemaal een andere strategie, een ander doelwit en andere tactieken. We versnipperen onze capaciteit. Soms boeken we ook prachtige overwinningen. En toch kopt CBS begin september dat we in 2016 weer meer uitgestoten hebben dan in 2015.
Tijd voor verandering dus! Een andere koers met meer gezamenlijke focus. Een koers die zorgt voor een beweging van zo’n verpletterende omvang dat niemand – waaronder het nieuwe kabinet – meer om ons heen kan.
Je krijgt geen revolutie als je er niet om vraagt.
Geef een reactie