Legotelefoon, wordt Dave Hakkens’ smartphone-idee met enig dedain wel genoemd. Maar de ontwerper uit Helmond kreeg opvallend veel bijval. “Als je band lek is, gooi je je fiets ook niet weg.” Ook in Den Haag en Brussel klinkt de roep om minder afval en meer ‘circulair’ produceren. Hebben we genoeg van geplande slijtage?
In 1929 werd geplande slijtage, het bewust bekorten van de levensduur van gebruiksvoorwerpen, nog gezien als strategie om uit de economische crisis te komen. De succesvolle New Yorkse makelaar Bernard London werkte het idee uit in een pamflet. Consumentenartikelen dienden zo gefabriceerd te worden dat ze er op een vooraf bepaald moment mee ophielden, waarop de eigenaar ze bij de overheid moest inleveren en een nieuwe kon kopen. Zo zou het geld blijven rollen en de economie uit het slop geraken. Burgers die versleten kleding bleven dragen moesten beboet worden.
Anno 2013 wordt juist het bestrijden van geplande slijtage steeds meer als remedie tegen de economische crisis en werkloosheid gezien. Repareren en slim ontwerpen levert banen en materiaalwinst op. In de circulaire economie krijgen producten een tweede en derde leven en worden ze uiteindelijk weer grondstof voor nieuwe producten.
Dave Hakkens had nooit verwacht dat zijn idee voor Phonebloks, een mobieltje dat uit losse componenten bestaat, zó zou aanslaan. “Sorry, vind je het erg als ik mijn tanden ondertussen poets”, vraagt hij aan de telefoon. De jonge ontwerper rent van de ene naar de andere afspraak en moet zo naar een ceremonie aan de Design Academie in Eindhoven. Zijn smartphoneconcept heeft duidelijk een snaar geraakt, gezien de internationale media-aandacht en de 18 miljoen mensen die de Phonebloksvideo op YouTube bekeken. Het lijkt erop dat een brede groep consumenten er genoeg van heeft elke anderhalf jaar weer een heel apparaat te vervangen. Terwijl het ook anders kan.
Megapixels
Twee belangrijke oorzaken van de vaak zo korte levensduur van spullen: er gaat een onderdeeltje stuk, of er komt een nieuwere versie die mooier of beter is. Daardoor wordt een apparaat dat het verder nog prima doet ‘obsoleet’, overbodig. “Het zit niet in onze natuur om twee megapixels meer op onze camera te willen, dat wordt ons aangepraat”, denkt Dave Hakkens. En als een onderdeel stuk is, waarom zou je dan een heel apparaat weggooien? “Als je band lek is, gooi je je fiets ook niet weg.”
Of geplande slijtage expres in productontwerpen wordt toegepast, zoals in de documentaire The Lightbulb Conspiracy (het gloeilampencomplot) uit 2011 te zien was? Martine Postma van Repair Café weet het niet. “Er wordt goedkoop geproduceerd, met laagwaardige materialen. De consequentie is dat dingen snel stuk gaan. Wij zien mensen hulpeloos worden doordat er bijvoorbeeld een draadje doorbrandt, waardoor het hele apparaat niks meer doet. Dat zorgt voor een enorme verspilling.”
Die verspilling en hulpeloosheid bestrijdt Repair Café inmiddels enkele jaren, en met succes. De bijeenkomsten waar je kapotte apparaten kunt (laten) repareren worden in Nederland al op meer dan 160 plekken georganiseerd. Ook in het buitenland slaat het idee van Postma aan. Je spullen laten repareren past in de filosofie dat de consument ook een verantwoordelijkheid heeft om voor zijn spullen te zorgen. “Dat dingen snel stuk gaan komt niet alleen doordat er troep uit de fabriek komt. Mensen lezen lang niet altijd de gebruiksaanwijzing”, weet Postma.
“Consumenten moeten bewust kiezen voor producten die te repareren zijn”, voegt de Amerikaan Kyle Wiens daar aan toe. Hij richtte iFixit.com op, een website waar je reparatiehandleidingen kunt downloaden en gereedschap kunt bestellen. De van oorsprong Amerikaanse site heeft sinds kort ook een verzendhuis in Duitsland. In oktober was Wiens in Nederland voor een bijeenkomst van de Ellen MacArthur Foundation, die zich inzet voor de circulaire economie.
“Een mobieltje waarvan de batterij zit vastgelijmd in plaats van geschroefd is lekker dun, en goedkoper te produceren. Maar batterijen bepalen de levensduur van een apparaat, ze raken als eerste versleten. Dus als zo’n verlijmde batterij zich niet meer laat laden, moet je het hele toestel weggooien. Van de vijftig verschillende scheikundige elementen die er in een telefoontje zitten worden er minder dan twintig herwonnen bij recycling. De andere schaarse materialen gaan verloren voor hergebruik.”
Kennis
Het verschil tussen afval en bruikbare elektronica, betogen Wiens en zijn kompanen, is de mogelijkheid om apparaten aan de praat te houden of weer te krijgen. En dat hangt niet alleen af van de vervangbaarheid en beschikbaarheid van onderdelen, maar ook van de benodigde kennis om onderhoud en reparaties uit te voeren.
“Onze missie is iedereen te leren hoe je alles kunt repareren”, verklaart Wiens. Dus als elektronicagiganten niet willen dat hun handleidingen online komen te staan, dan maakt de iFixit community er zelf een. En als een apparaat dichtgeschroefd zit met een speciaal intimiderend schroefje, kun je bij iFixit het bijbehorende schroevendraaiertje kopen. Wanneer er een nieuw model telefoon of laptop op de markt komt, halen ze deze bij iFixit uit elkaar (een zogenoemde teardown), om vervolgens te kijken hoe reparabel het apparaat is. Daarnaast bepleit de organisatie dat producenten bij hun goederen altijd een toegankelijke en uitgebreide reparatiehandleiding moeten leveren – zodat ook de derdehands reparateur in een ontwikkelingsland met kennis van zaken een goede reparatie kan uitvoeren.
iFixit is vooral bekend van de reparatie-instructies voor Apple-producten, maar biedt intussen meer. Van naaimachines tot keukenapparatuur en auto’s, het aantal handleidingen en forum-onderwerpen groeit gestaag. Afgelopen jaar wisten Nederlanders de website ruim 700 duizend keer te vinden.
“Of het nu vooraf geplande slijtage is, de fabriek toevallig geen goed werk leverde, of dat onze design anorexia – het verlangen naar steeds dunnere laptops en smartphones – ons parten speelt, het ecologische probleem is hetzelfde”, vindt Kyle Wiens. “We verspillen schaarse grondstoffen en we dumpen onbruikbare apparaten die vol zitten met giftige stoffen in ontwikkelingslanden.”
Het idee van Phonebloks bestempelt Wiens als nobel. “Toch is het misschien effectiever om een nieuwe telefoon te kopen wanneer jij wilt, en te zorgen dat je oude toestel een tweede eigenaar krijgt. Die nieuwe eigenaar kan het later ook weer doorverkopen, enzovoort. Dat zal de vrijemarktoplossing zijn.”
Maar is er wel zoveel vraag naar afgedankte mobieltjes? Daar twijfelt Wiens niet aan. “Neem de Nokia 3310. Een klassieker, het meest verkochte toestel ooit. Twitteren kun je er niet mee. Maar bellen en sms’en gaat prima. Er zijn miljoenen mensen, ook in zuidelijke landen, die dolgraag zo’n telefoon willen.” En als een mobieltje dan echt is overleden, moet de versnipperaar het laatste redmiddel zijn. Hergebruik van nog werkende onderdelen, bijvoorbeeld in stoplichten of verafgelegen weerstations, levert een veel grotere energie- en grondstoffenbesparing op.
Afvalpreventie
Een zusterorganisatie van Milieudefensie, het Franse Les Amis de la Terre, voert campagne tegen geplande slijtage. “Na jarenlange campagnes tegen vuilstort en afvalverbranders realiseerden we ons dat we aan het begin van de pijpleiding moesten gaan zitten: afvalpreventie”, vertelt Annelaure Wittmann van de milieuorganisatie aan de telefoon vanuit Parijs. “De regering organiseerde wel bewustwordingscampagnes over verpakkingen en gft-afval, maar aan elektronisch afval werd geen aandacht besteed.”
Les Amis de la Terre wil dat voor elektronica een levensduur van tien jaar stapsgewijs wettelijk verplicht wordt. Dat stelt eisen aan de duurzaamheid en repareerbaarheid van goederen. Het in de ontwerpfase bewust bekorten van de levensduur van producten moet strafbaar worden.
De Groenen maakten hiertoe een initiatiefwet maar kregen minder bijval dan gehoopt. “Gelukkig is men zich op Europees niveau steeds meer bewust van de noodzaak verspilling te beperken”, zegt Wittmann. Want het moet maar eens afgelopen zijn met geplande slijtage, schreef de Europese Economische en Sociale Raad afgelopen oktober in een advies over de levensduur van producten. Deze EESC, een soort Europese SER, brengt advies uit aan het Europees Parlement en de Europese Commissie. Reparaties moeten technisch mogelijk zijn, vervangingsonderdelen beschikbaar tot vijf jaar na aankoop, en de klant moet reparatie-instructies meekrijgen, adviseert de Raad. Ze roept op de reparatiesector in Europa “resoluut te steunen”. Verder doet de EESC de suggestie dat bedrijven – op vrijwillige basis – kunnen aangeven wat een product eigenlijk per levensjaar kost. De EESC stelt verder voor om volgend jaar een grote conferentie te organiseren over geplande slijtage en de circulaire economie. Ook burgers moeten daarbij worden betrokken.
De Europese wetgeving over elektronisch afval is intussen net vernieuwd. De WEEE Richtlijn (Waste Electrical and Electronic Equipment) wordt de komende tijd omgezet in nationaal beleid in de lidstaten. Winkels worden dan verplicht afgedankte kleine apparaten in te nemen, ook als de klant geen vervangend item aanschaft. Het percentage e-afval dat lidstaten moeten inzamelen wordt verhoogd. Ook legt de herziene Richtlijn meer verantwoordelijkheid bij producenten van elektronica. Zij moeten voor nieuwe producten informatie beschikbaar stellen over hoe ze gerepareerd of gerecycled kunnen worden en op welke plekken in het apparaat er gevaarlijke stoffen zitten.
Volgens iFixit en Repair Café blijft de Richtlijn echter te vaag over welke informatie producenten moeten aanleveren over hun producten, aan wie en in welke vorm. Kan elke consument straks de online reparatiehandleiding lezen, of krijgen alleen geautoriseerde dealers een handleiding in een bestandsformaat waar geen gewone sterveling wat mee kan?
Circulaire economie
In Nederland nam de Tweede Kamer vorig jaar een motie aan van toenmalig lid Marieke van der Werf (CDA). Vanuit het belang van milieu en grondstoffen werd de regering verzocht uit te zoeken hoe de economie ‘circulair’ gemaakt kan worden. De studie Kansen voor de circulaire economie in Nederland die TNO vervolgens maakte, is mede geïnspireerd op het concept dat voormalig solozeilster Ellen MacArthur (37) met haar stichting promoot.
MacArthur stelt dat er bij het ontwerpen van producten rekening gehouden wordt met vier uitgangspunten. Reparatie en onderhoud zorgen voor aanzienlijk meer waardebehoud dan recycling van losse stoffen. Producten die langer gebruikt worden of vaker in de cyclus terugkomen leveren ook meer op dan hergebruik van de materialen waaruit ze bestaan: een wasmachine die via de tweedehandsmarkt wordt doorverkocht behoudt zijn functionaliteit. Het derde uitgangspunt is de cascadering: gebruik materiaal altijd voor de meest hoogwaardige toepassing die er nog mee mogelijk is. Het vierde uitgangspunt is ontwerpen voor demontage. Spullen moeten makkelijk uit elkaar te halen zijn, en stoffen zo weinig mogelijk gemixt. Het terugwinnen van sommige schaarse metalen is bijvoorbeeld erg lastig door de combinatie van metalen waarin ze in een product verstopt zitten. Het uitwerken van dit scenario kan volgens MacArthurs stichting op Europees niveau maar liefst 380 tot 630 miljard euro opleveren.
TNO concludeert dat een circulaire economie voor technische producten betekent dat onderhoud en reparatie prioriteit moeten krijgen, naast intensief hergebruik en meer recycling. Alleen al voor technische producten kan dit Nederland jaarlijks 572 miljoen euro opleveren, concluderen de onderzoekers in het rapport. De CO2-uitstoot gaat omlaag, het grondstoffengebruik vermindert, net als het land- en watergebruik voor Nederland in het buitenland.
Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur & Milieu gaat met de aanbevelingen van TNO aan de slag, schreef zij de Tweede Kamer in haar brief Van afval tot grondstof. Dat doet ze samen met andere ministeries en met belanghebbenden. Welke belanghebbenden dat dan zijn, kan een woordvoerder niet zeggen.
Leasen
Ook bedrijven werken aan proefprojecten die de circulaire economie dichterbij moeten brengen. Het verkopen van diensten (zoals licht) in plaats van producten (zoals lampen) wordt vaak genoemd als duurzaam voorbeeld, waarbij de producent een belang heeft bij het maken van spullen die zuinig zijn, lang meegaan en die na terugname met zoveel mogelijk waardebehoud hergebruikt kunnen worden.
Maar of de gebruikte producten na terugname inderdaad duurzamer hergebruikt worden, is vooralsnog onduidelijk. Bosch, dat met woningcoöperatie Eigen Haard en adviesbureau Turntoo witgoed aan enkele tientallen huurders leaset, erkent dat teruggenomen witgoed “in deze fase van het project” nog wordt omgesmolten. Uit concurrentieoverwegingen wil Bosch niets kwijt over de toekomst. Overigens geeft Turntoo, in dit project tijdelijk eigenaar van het witgoed, aan erop te vertrouwen dat Bosch zo weinig mogelijk omsmelt. Maar harde afspraken daarover zijn niet gemaakt, laat een woordvoerster weten. Ook een woordvoerder van Philips, dat licht verhuurt aan kantoorpanden, kan geen uitsluitsel geven over wat er na afloop van de leaseperiode met kantoorlampen gebeurd.
Het Nederlandse spijkerbroekenmerk Mud Jeans wil wat aan de kledingwegwerpeconomie doen, en je kunt er gewoon als consument terecht om een spijkerbroek te leasen of kopen. Leasers betalen een borg van twintig euro, en vervolgens een jaar lang een maandelijkse contributie van vijf euro. Bij scheuren of gaten biedt Mud Jeans een reparatieservice. Wie uitgekeken is op zijn broek kan hem inruilen voor een nieuwe. Mud Jeans zorgt voor hergebruik: afhankelijk van de staat van de spijkerbroek kan die na een goede wasbeurt als ‘vintage’ model aan een tweede leven beginnen. Is de broek te zeer versleten, dan gaat-ie in de shredder voor gerecycled katoen. Alle Mud Jeansbroeken worden van een mix van biologisch en gerecycled katoen gemaakt. “Het is mijn droom om onze hele productie biologisch gecertificeerd te krijgen”, vertelt eigenaar Bert van Son. Het verven en bleken van de broeken gebeurt vooralsnog met chemicaliën. Sinds de lancering van het leaseconcept zijn ongeveer duizend spijkerbroeken geleased, en evenzoveel verkocht.
Samenwerken
Helpen de leaseconstructies tegen verspilling en brengen ze de circulaire economie dichterbij? “Langetermijnleasecontracten kunnen zeker een prikkel zijn voor producenten om te zorgen voor repareerbaarheid, reserve-onderdelen en robuuste kwaliteit”, denkt Wittmann van Les Amis de la Terre. “Het gaat erom of het product uiteindelijk een langere levensduur zal hebben. Krijgt het een tweede, derde, vierde leven? Een leasesysteem zorgt daar niet automatisch voor.”
En Phonebloks? Bij Motorola, eigendom van Google, bleken ze intern aan een vergelijkbaar concept te werken. De online community van Phonebloks – alle mensen die enthousiast zijn over het idee – gaat nu meedenken met de ingenieurs van Motorola. Samen, maar onafhankelijk van elkaar. Een noviteit in smartphoneland, waar de ontwikkeling van nieuwe modellen doorgaans achter gesloten deuren plaatsvindt. Phonebloks wordt van ons allemaal.
[…] In 1929 werd geplande slijtage, het bewust bekorten van de levensduur van gebruiksvoorwerpen, nog gezien als strategie om uit de economische crisis te komen. De succesvolle New Yorkse makelaar Bernard London werkte het idee uit in een pamflet. Consumentenartikelen dienden zo gefabriceerd te worden dat ze er op een vooraf bepaald moment mee ophielden, waarop de eigenaar ze bij de overheid moest inleveren en een nieuwe kon kopen. Zo zou het geld blijven rollen en de economie uit het slop geraken. Burgers die versleten kleding bleven dragen moesten beboet worden. Meer lezen […]