Op de achtergrond

Deze activisten staan niet in de voorste linie. Toch is hun bijdrage onontbeerlijk voor een geslaagde actie. Zij staan er om de anderen te ondersteunen. Willemein van Leeuwen vult hongerige magen, Martin Hoek houdt het voor iedereen gezellig. En als de boel toch uit de hand loopt, helpt Neela Paulissen met het verwerken van minder prettige ervaringen.

Op de achtergrond: Martin Hoek

Martin Hoek (49)
Ismedewerker GroenLinks Overijssel
Missie zorgen voor een positieve sfeer bij milieudemonstraties

Je bent sfeerbeheerder bij demonstraties. Wat houdt dat in?
“Ik wijs mensen de juiste route, beantwoord vragen, let op veiligheid – ik zorg er bijvoorbeeld voor dat mensen niet onder de tram lopen. Maar ik spreek ook wachtende automobilisten aan. Een kort praatje maken helpt enorm om de irritatie te verminderen en het begrip te vergroten. En als demonstranten beginnen te rellen, zijn wij er ook om hen aan te spreken. Maar dat heb ik nog niet meegemaakt.”

Waarom kies je voor deze rol?
“Ik vind een goede sfeer tijdens demonstraties belangrijk. En het past bij me: ik ben 1.95 meter lang en heel kalm van aard, dus ik kan goed overzicht houden en de rust bewaren. Bovendien vind ik het leuk: je raakt met zoveel meer verschillende mensen in gesprek dan wanneer je met je eigen vrienden in een demonstratie meeloopt. Daar geniet ik van.”

Je mooiste demonstratie als sfeerbeheerder?
“Dat was de grote Klimaatmars in Amsterdam begin 2019, in de stromende regen. Dat er op de brede Vijzelgracht meer dan 1,5 uur lang mensen aan me voorbij trokken, met al die goede zin ondanks dat ze totaal verzopen waren, dat was ongelooflijk inspirerend.”

Jij zal dus niet zo snel voor radicalere vormen van actie kiezen?
“We moeten in mijn ogen zeer strijdbaar opkomen voor natuur en milieu. Ik ben van huis uit milieukundige. Ik zie hoe de kwaliteit van het milieu al jaren achteruit holt. Die stikstof bijvoorbeeld is helemaal geen nieuw probleem, dat speelt al zó lang. Ik wil graag een stem geven aan wat zelf geen stem heeft. Maar dan wel zonder geweld inderdaad, daar ben ik principieel op tegen.”