Woensdag 3 juli – In Noord-Groningen heeft zich afgelopen nacht wederom een aardschok voorgedaan. De provincie is de afgelopen maanden al meerdere malen getroffen door aardschokken. Na lang te zijn ontkend, is duidelijk dat gasboringen aardbevingen veroorzaken. Nu bedrijven in ons land willen boren naar schaliegas wordt de mogelijkheid van aardbevingen wederom ontkend. Nou ja, hele kleintjes misschien.
“Zware aardbevingen verwacht door gasboringen”, kopten veel kranten begin dit jaar naar aanleiding van een onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Reden voor het onderzoek was de aardbeving in 2012 in de gemeente Loppersum. Die had een kracht van 3,4 op de schaal van Richter en richtte veel schade aan.
Het noorden van Nederland wordt al 26 jaar getroffen door aardbevingen en schokken die worden veroorzaakt door de gaswinning in dat gebied. Toch heeft het jaren geduurd voordat de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) wilde erkennen dat gasboringen de oorzaak waren.
“In de jaren 80 hield de de NAM vol dat de bodemdaling beperkt zou blijven, en dat die minimale daling niet gepaard zou gaan met schokken”, zegt Hilda Groeneveld van de Groninger Bodembeweging. “Pas in de jaren 90 gaf de NAM toe dat de aardbevingen, die we al sinds de jaren 80 voelden, mogelijk door hen veroorzaakt zouden kunnen zijn.”
Toch ligt het voor de hand. Door het boren naar gas neemt de druk in het gesteente waarin het gas zich bevindt af. Daardoor klinkt de zandsteenlaag een stukje in. Compactie heet dat. Bovenop de zandsteenlaag ligt drie kilometer aardkorst, een behoorlijk gewicht. Hier en daar bevindt zich een breuklijn waarlangs de aardplaten gaan schuiven. Dit is een aardbeving.
De Assense geoloog en Statenlid Meent van der Sluis opperde deze mogelijkheid als eerste. De publieke opinie hoonde hem destijds weg. Twintig jaar later krijgt hij postuum gelijk. Inmiddels stelt het KNMI de maximum magnitude van de aardbeving die de Groningers te verduren kunnen krijgen elk jaar naar boven bij.
“De gemeente Loppersum deelt nu brochures uit waarin staat wat we moeten doen als er een aardbeving komt”, zegt Groeneveld. “Onder de tafel gaan zitten of in de deurpost gaan staan om te voorkomen dat we ons plafond op ons hoofd krijgen. Het lijkt wel oorlog hier.”
Onderzoek
Heeft de NAM de Groningers jarenlang in het ootje genomen? Volgens Bernard Dost, hoofd van de afdeling Seismologie van het KNMI, is er geen sprake van onwil. “De eerste beving werd in Groningen waargenomen in 1986. Dat was een vreemd fenomeen, want er was daarvoor nauwelijks seismische activiteit. Toen er daarna meer bevingen werden waargenomen, is er snel een multidisciplinair onderzoek gestart.”
Geologen en seismologen brachten de bodem in kaart en ontwikkelden op basis daarvan een model om voorspellingen te kunnen doen. Het onderzoeksteam legde een netwerk van seismometers rond Assen aan, en zo maten ze de activiteit van de bodem. Dat onderzoek leverde wat spanningen op tussen de seismologen die aardbevingen waarnamen, en de geologen die de onzekerheden in de seismologische data te groot vonden om daarmee de oorzaak bij de NAM te leggen.
“Maar er was natuurlijk circumstantial evidence”, zegt Dost. “Behalve gaswinning gebeurde er in dat gebied in de bodem weinig, dus eigenlijk kon het niet anders dan dat dat de oorzaak was.” Daarom trok het onderzoeksteam in 1993 de conclusie dat de NAM inderdaad de veroorzaker van de bevingen was.
Heftiger
Volgens Dost is het ook een misvatting dat er grote onduidelijkheid bestond over de omvang van de bevingen en dat ze die telkens naar boven hebben moeten bijstellen. De stijging van de magnitude van de aardbevingen heeft te maken met de ontwikkeling van het gasveld zelf. De bevingen worden gewoon heftiger.
Dost: “Je kunt je voorstellen dat wanneer je uit een groot veld gas pompt, de daling in druk over een groot oppervlak wordt verdeeld. De hoeveelheid compactie per oppervlakte is dan minder, en daarom zakt de bodem minder in. Als je in een kleiner veld gas wint, is de compactie per oppervlak veel groter. En dus zijn de bevingen heftiger.”
Daarnaast is de intensiteit van belang. Dat is de mate waarin de beving aan het oppervlak ervaren wordt. Als een aardbeving diep zit, is hij niet zo intens, maar treft hij wel een groot gebied. Als een beving dicht aan de oppervlakte zit, heb je met een lage magnitude soms toch last van een flink intense beving.
De gasboringen in Groningen zitten drie kilometer diep, en dat is relatief dicht aan de oppervlakte. Desondanks, en ondanks dat het KNMI heeft aangetoond dat de magnitude van de aardbevingen in het Groningse veld recht evenredig is aan de omvang van de gasproductie, wil minister Kamp in hetzelfde tempo door blijven boren.
Schaliegas
Het rumoer rond de recente aardbevingen in Groningen kwam de schaliegaslobby slecht uit. Het voedde de angst voor aardbevingen onder de bewoners die in de buurt van proefboorlocaties wonen. Op een aantal plaatsen organiseren verontruste burgers zich al in actiegroepen. Maar is de angst voor aardbevingen door schaliegas terecht?
Schaliegas wordt anders gewonnen dan conventioneel gas. Dit laatste zit in poreus zandsteen. Schaliegas zit in kleisteen, een hard gesteente. Voordat je dit gas kunt winnen moet je het gesteente eerst kraken, fracking heet dat in goed Engels. Dat doe je door onder hoge druk water vermengd met zand en chemicaliën in de gesteentelaag te pompen. Afhankelijk van de druk ontstaan er haarscheurtjes in het gesteente, en het zand dat er tussen gaat zitten houdt de haarscheurtjes open. Zo kan het gas samen met het water en de chemicaliën uit het gesteente naar de put stromen.
Cuadrilla Resources, dat in het Verenigd Koninkrijk naar schaliegas boort, wil graag in Brabant en de Noordoostpolder proefboringen verrichten. Zij moet echter wachten totdat het ministerie van Economische Zaken het onderzoek naar de risico’s van schaliegas heeft afgerond.
Directeur Frank de Boer stelt ons echter nu al gerust: “In het Verenigd Koninkrijk hebben onze activiteiten twee aardbevingen veroorzaakt. Van 1,7 en 2,3 op de schaal van Richter. Deze waren aan de oppervlakte niet voelbaar. Het bleek dat de frackvloeistof in een breuklijn terecht was gekomen en daardoor zijn de aardplaten langs die lijn gaan bewegen. We wisten niet van die breuklijn af, en het blijkt dat er te weinig seismische data over het gebied waren.”
Volgens De Boer is dat voor het zoekgebied in Nederland anders. “We weten waar de breuklijnen zitten en daar blijven we uit de buurt”, zegt De Boer. “Daarnaast ontwikkelen we nu een stoplicht-systeem. Omdat bevingen alleen ontstaan tijdens het fracken, kunnen we de kraan dichtdraaien op het moment dat de bodem begint te trillen. Dan stopt de beving dus ook.”
Breuklijnen
Andrew West woordvoerder van het Britse Frack Off, een coalitie die zich verzet tegen schaliegaswinning, betwijfelt de lezing van De Boer. “Cuadrilla houdt vol dat de bevingen die ze bij ons heeft veroorzaakt niet boven de 3 op de schaal van Richter uitkomen. Maar een groot ondergronds waterreservoir in het gebied dat vroeger rond was, is nu ovaal. Dat duidt op een magnitude boven 3.”
Ook Ko van Huijsteden, aardwetenschapper en voorzitter van Stichting Schaliegasvrij Nederland, is sceptisch over de geruststellende woorden van Cuadrilla. Volgens hem is het nog maar de vraag of het helpt om de kraan dicht te draaien als de bodem al begint te trillen. Ook ontkent hij dat er genoeg seismische data zijn voor het gebied. “Lang niet alle breuklijnen zijn in kaart gebracht. Er staan wel meer breuklijnen op de kaart van Brabant dan die van het Verenigd Koninkrijk, maar dat komt omdat het daar miegelt van de breuklijnen. Als je daar ver genoeg van af wilt blijven, resteren nog maar weinig plekken waar je kunt boren. Bovendien staan de breuklijnen onder spanning. Je kunt daar dus echt grote aardbevingen veroorzaken door te fracken.”
Bernard Dost van het KNMI geeft hem min of meer gelijk: “Als er bevingen ontstaan bij schaliegaswinning zet je eigenlijk aardbevinkjes in gang op breuklijnen die al onder spanning staan. Dat is echt iets totaal anders dan bij compactie. Het is dus heel belangrijk dat we voordat we naar schaliegas gaan boren precies alle breuklijnen in kaart brengen, en zorgen dat we daar uit de buurt blijven. De de vraag is natuurlijk hoe ver uit de buurt nog veilig is.”
Aansprakelijkheid
Onder druk van de klankbordgroep – waarin o.a. Schaliegasvrij Nederland en Milieudefensie zitten – die het onderzoek begeleidt van het ministerie van Economische Zaken naar de risico’s van schaliegasboringen, worden de breuklijnen in de Nederlandse bodem nu deels in kaart gebracht. Dit zal echter niet de onduidelijk over de omvang en oorzaak van mogelijke schaliegasbevingen wegnemen.
Het is precies die onduidelijkheid die het gasbedrijven makkelijk maakt om onder schadeclaims uit te komen. Daar kunnen ze in Groningen over meepraten. “De NAM trekt nog steeds schade door zetting in twijfel, stapelt onderzoek op onderzoek en ondertussen gebeurt er niks”, zucht Hilda Groeneveld. “Het is puur tijdrekken.”
Als bij Groningers op een bepaald moment de kelder onder water staat, zeggen ze dat dat aan een natte zomer ligt, of een gemaal dat niet werkt, maar nooit is het de dalende bodem. “Ik ken een boerderij uit de jaren 20 van de vorige eeuw waarvan de muren vol scheuren zit”, vertelt Groeneveld. “De bewoners zijn vreselijk bang dat de boerderij straks instort. Ondertussen blijft de NAM de ene na de andere taxateur en bouwkundige sturen om te bekijken wat er nu precies moet gebeuren. Bouwvoorschriften, geologische studies, alles stapelen ze op, en ondertussen zitten die mensen al sinds augustus in een woning die ze niet meer vertrouwen. Bij een volgende beving zou het fataal kunnen worden.” Een weinig geruststellende gedachte.
Geef een reactie