Toeristen bezoeken de zoutvlaktes van Salinas Grandes, de belangrijkste toeristische bestemming van de Puna.
Een grondwetswijziging in de Argentijnse provincie Jujuy maakt de weg vrij voor lithiummijnbouw. De oorspronkelijke bevolking protesteert al maanden. “Soms schelden ze ons uit voor nietsnutten, maar ze kennen onze situatie niet.”
Het is een zaterdagmiddag in oktober. Abel is op weg naar de maandelijkse vergadering van San Miguel de los Colorados, een dorpje van huizen van leemsteen en daken van Andesgras. Zeventig families wonen er, te midden van de hoogvlaktes van de Puna in het noorden van Argentinië. Een felle wind jaagt stofwolken over de uitgestrekte vlakte, waar het sinds februari niet geregend heeft. De grond is kurkdroog, hier en daar begroeid met lage struiken en gekrulde plukjes gras. In de verte schittert het wit van de zoutmeren.
“Kijk, dat zijn mijn koeien”, wijst Abel. Zo’n veertig koeien en evenveel schapen telt zijn veestapel, plus wat lama’s en geiten. Hij stopt. Een koe waggelt weg, een bloederige streng hangt tussen haar achterpoten. Een nog nat hoopje kijkt vanachter een struik lodderig op. “Nog geen half uur geleden geboren”, concludeert Abel. Al zijn hele leven woont hij met zijn gezin op de Puna. Ze leven van hun dieren en van Abels werk in de zoutcoöperatie van de gemeenschap. Het zijn de traditionele inkomstenbronnen van de Kolla-gemeenschappen die sinds precolumbiaanse tijden de Puna bewonen.
Toeristen op de zoutvlakte
Een tiental kilometer verderop neemt Nelda Lamas een groep Argentijnen in korte broeken en T-shirts mee voor een rondleiding over de zoutvlaktes van Salinas Grandes, de belangrijkste toeristische bestemming van de Puna. “Zoals jullie zien is alles hier gemaakt van zout. Onze opa’s wonnen al zout voor de ruilhandel, en voor eigen consumptie”, legt ze de toeristen uit. De groep heeft zich verzameld rondom een rechthoekig zoutbad dat is uitgehakt in de vlakte. “Zout is een hernieuwbare grondstof. Dankzij de pekel in de grond groeit de zoutlaag elk jaar weer aan. Maar mijnbouwbedrijven willen die pekel uit de grond pompen voor lithiumwinning, en bij dat proces worden grote hoeveelheden zoet water gebruikt.”
Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor de omwonenden van de zoutvlaktes. Het begon in 2015 als een antwoord op de dreiging van mijnbouwprojecten, zegt Lamas (34), die zelf uit Santuario de Tres Pozos komt. Haar gezicht gaat schuil onder een zonnehoed met brede rand. “De mijnbouwbedrijven zeggen dat de zoutvlaktes niet benut worden, dat hier niemand woont. Het zijn mensen van elders die voor ons willen beslissen. Dus zeiden wij: laten we een project opzetten van de mensen hier, om de bezoekers te vertellen hoe wij leven.”
Schaars water
Onder de zoutmeren van de uitgestrekte hoogvlaktes van de Puna, in de provincie Jujuy, liggen gigantische hoeveelheden lithium opgeslagen. Voor al die zoutmeren zijn al concessies uitgegeven. Jujuy telt zo’n veertig mijnbouwprojecten in fases van studie en exploratie, en twee mijnbouwbedrijven die in 2015 en 2023 zijn begonnen met het winnen van lithium. Die twee bedrijven zijn nu al goed voor 8 procent van de mondiale productie van lithium. Maar de Kolla willen geen lithiumwinning op hun land. Voor de ontginning van het ‘witte goud’ worden vele miljoenen liters pekel en zoet water uit de grond opgepompt. Dat is een ramp voor het toch al kwetsbare ecosysteem van de Puna. Per jaar valt er hooguit 300 millimeter regen op deze hoogvlaktes. Water is er een extreem schaars goed, en de mensen zijn bang dat lithiumwinning een einde aan hun traditionele manier van leven zal maken.
San Miguel de los Colorados maakt deel uit van Salinas Grandes y Laguna de Guayatayoc, een gebied van ruim 17 duizend vierkante kilometer. De 33 Kolla-gemeenschappen die er wonen, verzetten zich al 13 jaar tegen de lithiumwinning. Ze begonnen tal van rechtszaken en protesteerden in 2019 net zo lang bij een mijnbouwproject dat zich probeerde te installeren op de zoutvlaktes, totdat het bedrijf vertrok.
Eigendom van de provincie
De grondwetshervorming maakt de weg vrij voor mijnbouwbedrijven
Sinds dit jaar is de dreiging weer terug. Half juni slaat de vlam in de pan in Jujuy. Het nieuws gaat rond dat er achter gesloten deuren, in amper 3 weken tijd, een nieuwe tekst voor de provinciale grondwet is opgesteld. Provinciebestuurder Gerardo Morales wil een controversiële grondwetshervorming doorvoeren, die op verschillende manieren de weg vrijmaakt voor de mijnbouwbedrijven. Zo ontneemt de nieuwe grondwet de Kolla hun recht op gemeenschapsgrond door hun land tot ‘openbare grond bedoeld voor productie’ te verklaren, en verklaart ze ‘al het water van het provinciale territorium’ tot eigendom van de provincie. Bovendien wordt de mensen grondwettelijk het zwijgen opgelegd: sociaal protest dat ‘de doorgang belemmert’ is voortaan strafbaar.
In de oorspronkelijke gemeenschappen, die ongeveer 60 procent van de provinciebevolking uitmaken, gaan de alarmbellen af. Uit alle hoeken van de provincie trekken mensen naar provinciehoofdstad San Salvador de Jujuy om te protesteren tegen de hervorming. Maar nog voor ze aankomen op 16 juni, keurt de grondwetgevende vergadering de tekst goed. Dezelfde dag slaat de politie met geweld een protest neer in Abra Pampa, een Kolla-dorp op de hoogvlaktes in het uiterste noorden. De gemeenschapsleiders veranderen van strategie en besluiten voor onbepaalde tijd de wegen naar Bolivia en Chili af te sluiten. Net zolang tot de hervorming wordt teruggedraaid en Morales aftreedt, zeggen de demonstranten.
Gericht geschoten
Maar Morales buigt niet. De hervorming moet de kers op de taart zijn van zijn regeerperiode. De centrumrechtse provinciebestuurder staat op het punt om het stokje door te geven, na 8 jaar gouverneur van Jujuy te zijn geweest. Daarom heeft hij haast met het doorvoeren van de hervorming. Op 17 juni komt het tot een gewelddadige confrontatie tussen enkele honderden demonstranten en de politie op de provincieweg bij Purmamarca, een toeristisch dorpje tegen de achtergrond van een zevenkleurige bergketen. De mobiele eenheden van de politie, onherkenbaar door zwarte motorhelmen, schieten gericht, getuigen verschillende aanwezigen. “Niet op het onderlichaam, maar op alles vanaf het middel naar boven. Ze schoten op gezichten, op ogen, en gooiden traangasbommen naar de menigte”, zegt een demonstrant die anoniem wil blijven.
“Binnen werd geapplaudisseerd, en buiten werd geschoten”
Meerdere jongeren verliezen een oog in de regen van rubberkogels die de politie afvuurt op de demonstranten. Tientallen anderen worden in hun gezicht of lichaam geraakt. Een dergelijk staatsgeweld hebben de Argentijnen sinds het einde van de dictatuur, dit jaar 40 jaar geleden, niet meer meegemaakt, zeggen betrokkenen. Drie dagen later keurt ook het provinciale parlement met een grote meerderheid de omstreden tekst goed. Daarmee is de grondwetshervorming een feit. Op hetzelfde moment opent de politie nogmaals het vuur op de demonstranten die zich massaal voor het parlementsgebouw verzameld hebben, in San Salvador de Jujuy. “Binnen werd geapplaudisseerd, en buiten werd geschoten”, zegt Ayde Gutierrez (57), uit het dorp Humahuaca. “En wie gaf daar de opdracht voor? We weten het nog steeds niet.”
Vreedzame aanwezigheid
Bij de gemeenschapsvergadering in San Miguel de los Colorados luistert een vijftigtal bewoners naar de gemeenschapsleiders die de maandelijkse agenda punt voor punt aflopen. De wind doet het dak van golfplaten rammelen, de ruimte geurt naar de cocabladeren die de bewoners met plukken tegelijk in hun wangen stoppen. Het belangrijkste punt op de agenda: de protesten tegen de hervorming. Vier maanden duren de protesten inmiddels. Want ook de gemeenschappen buigen niet. Integendeel. Na 6 weken van protesten en wegblokkades in Jujuy besloten de gemeenschapsleiders eind juli om landelijk de aandacht te vragen voor de ondemocratische hervorming en de repressie in Jujuy. En dus organiseerden ze een protestmars naar hoofdstad Buenos Aires, 1500 kilometer verderop, waar ze een kampement opzetten voor het Hoogste Gerechtshof. Daar wordt nog steeds dagelijks voor het parlementsgebouw gedemonstreerd.
Het dagelijkse protest van de Kolla op de weg langs de zoutvlaktes.
De achterblijvers zitten evenmin stil. Ze laten hun onvrede blijken met wat ze permanencia pacifica noemen, een ‘vreedzame aanwezigheid’ langs de hoofdwegen van de provincie. Zoals bij de zoutvlaktes van Salinas Grandes, op de weg van Purmamarca naar Chili. Elke dag, van 9 tot 6, houdt een zestal bewoners de wacht op het kruispunt een paar kilometer voor de zoutvlaktes. Geduldig wapperend met de veelkleurige wiphala-vlaggen manen ze elke automobilist, toeristenbus en vrachtwagen tot stoppen. Er worden flyers uitgedeeld met uitleg over hun protest. “Soms schelden ze ons uit voor nietsnutten, maar dat zeggen ze omdat ze onze situatie niet kennen”, zegt een oudere vrouw gewikkeld in fleecedekens schouderophalend. Ze knijpt haar ogen samen tegen de meedogenloze zon op deze 3500 meter hoogte.
Recht op dit land
Ook gids Lamas neemt deel aan de protesten. “De hervorming ontneemt ons het recht op water, en staat het plunderen van grondstoffen toe. Wij hebben recht op dit land, maar ze onthouden ons dat recht, omdat hier veel rijkdom in de grond zit. Deze hervorming zal ons van ons land verdrijven. En waar moeten we dan heen? De zoutvlaktes zijn een onderdeel van onze identiteit, van onze cultuur, van onze Pachamama (Moeder aarde – red.). Wij willen niet dat Salinas Grandes verloren gaat, maar willen haar behouden voor de toekomstige generaties, met al haar schoonheid. Daarom gaan we door met de strijd, net zolang tot de hervorming wordt teruggedraaid.”
alex zegt
stop this madness!