De fossiele industrie zet de overgang naar een duurzame samenleving naar haar hand, constateert wetenschapper Magda Smink. Ze gebruiken hiervoor een recept met vijf ingrediënten.
Zodra de overheid beleid wil maken, stellen fossiele bedrijven zich op als (1) partner van de overheid, waarbij ze altijd met een (2) alternatief plan op de proppen komen. Verder weten ze hun (3) bedrijfsbelangen als publieke belangen voor het voetlicht te krijgen, doen ze (4) onderzoek om regelgeving te beïnvloeden en (5) bewerken ze de publieke opinie via de media.
We stinken er gewoon in, ze sturen ons die kant op die ze ons op willen hebben.
“Ik heb niet naar andere spelers gekeken, zoals burgers die zonnepanelen kopen en samenwerken, ngo’s, overheden. Ik geef alleen aan wat de gevestigde belangen doen. Bij groen gas heb ik dat goed in kaart kunnen brengen. Heel veel van hun voorstellen worden overgenomen door de overheid. Daarin zijn zij succesvoller dan boeren die biogas produceren en al heel lang om maatregelen van de overheid vragen.”
Waarom is het zo moeilijk afscheid te nemen van fossiele brandstoffen?
“Omdat er in de Nederlandse energiesector een aantal heel grote spelers is: de gassector, de oliebedrijven, de energiebedrijven, de energie-intensieve industrie. Zij hebben belang bij het voortzetten, in elk geval op korte termijn, van het fossiele energiesysteem.”
Is hun belang puur financieel?
“Het is ook cultureel ingegeven. Bij het fossiele systeem hoort een logica van grootschaligheid: grote infrastructuur waarmee je grote hoeveelheden energie transporteert. Het is een gecentraliseerd systeem: er zijn een paar plekken waar je energie opwekt. Dat is een beeld van hoe energie opgewekt en gebruikt zou moeten worden.”
Smink onderzocht de aanpak van de gevestigde (fossiele) orde voor vier terreinen: de poging om het statiegeldsysteem af te schaffen, en de pogingen om de introductie van biobrandstoffen, van groen gas en van led-verlichting te beïnvloeden. Zo weten fossiele bedrijven in alle vier de gevallen de agenda te sturen en duurzame technologie op achterstand te zetten.
Saboteert de gevestigde orde van fossiele bedrijven de overgang naar duurzame energie?
“Zo’n sterk woord zou ik niet gebruiken. Ze sturen het proces van energietransitie in een richting die past bij hun visie en hun belangen.”
Dus we kunnen het die bedrijven niet kwalijk nemen dat ze niet radicaal innoveren?
“Het is begrijpelijk. Shell is helemaal geoptimaliseerd om olie en gas te winnen en te transporteren, te bewerken en te verkopen. Dan is het heel moeilijk om het anders te doen. En dan is er ook de cultuur… ze hebben er niet zo’n zin in. Biobrandstoffen zijn voor hen een vreemde brandstof. Die komt van allerlei verschillende bronnen, van boeren, varieert in kwaliteit. Terwijl zij gewend zijn aan fossiele brandstoffen. Het is niet dat het technisch niet mogelijk is, maar het stuit hen tegen de borst. Kijk, dat deze bedrijven lobbyen is logisch en mag ook en dat de overheid ernaar luistert mag ook en is logisch. Het is begrijpelijk hoe zij zich gedragen, want dit is hoe zij al decennialang opereren.”
Is een transitie naar duurzame energie mogelijk met die grote fossiele gevestigde belangen?
“Sommige bedrijven kunnen wél de overstap maken naar een totaal andere technologie. Dat laat het led-verhaal zien. Philips verkocht nog spaarlampen, terwijl een aantal andere partijen al led-lampen verkocht. Toen heeft Philips een aantal jaren hard op de rem getrapt door te zeggen dat led-verlichting nog lang niet klaar was voor de markt. Maar in de tussentijd kocht Philips fabrieken op die led-verlichting produceerden. Toen dat in orde was, zijn ze zelf heel hard gaan werken aan het verkopen van led-verlichting. Zo’n bedrijf kan de transitie vooruithelpen. Het voordeel als je zo’n grote partij meekrijgt is dat deze heel goed weet welke instituties er gewijzigd moeten worden, hoe je dat voor elkaar moeten krijgen en hoe je een aantrekkelijk verhaal voor de burger kunt vertellen.”
Kunnen de milieubeweging en duurzame bedrijven de strategieën van grote fossiele bedrijven ook inzetten?
“Die vijf punten zijn eigenlijk een soort recept van hoe kan ik mijn invloed laten gelden op het politieke niveau, om de instituties te veranderen. Als duurzame partijen dat overnemen, komen ze een stuk verder. De milieubeweging doet dit ook, maar ze hebben niet dezelfde middelen als de grote partijen. Ze hebben minder tijd om het voor te bereiden, minder middelen om hun eigen plan voor te stellen. Dan heb je niet hetzelfde gewicht. Dus moet je het slim aanpakken en selectief zijn: “waar kunnen wij een bijdrage leveren?” en daar op focussen, in plaats van op allerlei plekken aanschuiven en vervolgens geen invloed uitoefenen op dat proces.
Kijk, de wereld verandert, het gaat de duurzame kant op. Daar zou je van moeten kunnen profiteren. De fossiele industrie moet steeds ingewikkeldere verhalen vertellen om hun plannen doorgang te laten vinden.”
Geef een reactie