Het Great Barrier Reef is in grote nood, want de zee warmt op. Manuel Beterams had het geluk het rif nog in volle glorie te kunnen aanschouwen. Nu sterven de koralen in hoog tempo af. Alleen het afremmen van klimaatverandering kan het rif nog redden, maar de Australische regering doet het tegenovergestelde.
In 2010 was ik in Australië op bezoek bij een goede vriend die onderzoek doet naar het Great Barrier Reef. Duiken durf ik niet, dus ging ik snorkelen op het rif. Een prachtige ervaring: grote gele schijven van tafelkoralen verhieven zich boven de zeebodem, ertussen zwommen vissen met de meest uiteenlopende kleuren en afmetingen, een zeeschildpad gleed kalmpjes kauwend voorbij en een kleine haai zwom onder me door.
Ik was net op tijd. In 2016 en 2017 zouden door abnormaal hoge zeetemperaturen miljoenen koralen op het Great Barrier Reef sterven. Het noordelijke deel werd het ergst getroffen. Precies daar waar ik van de boot was gesprongen en tussen het prachtige koraal was beland.
Productieve oases
Het beroemde Great Barrier Reef ligt voor de Australische oostkust, strekt zich van noord tot zuid over 2.300 kilometer uit en bestaat uit meer dan 3.000 individuele koraalriffen. Koralen zijn letterlijk ecosysteembouwers. Riffen zijn productieve oases in een verder vrij lege oceaan. Ze trekken veel dieren aan: op het Great Barrier Reef leven meer dan 1.600 soorten vissen, waaronder 130 verschillende haaien en roggen. De biodiversiteit in de koraalsystemen is immens.
De functies die koraalriffen vervullen, zijn schier eindeloos. Over de hele wereld zijn zo’n 500 miljoen mensen voor hun eiwitten afhankelijk van koraalriffen en de vissen die daar leven. Maar de riffen zorgen ook voor opname van CO2 uit de atmosfeer, recycling van nutriënten, filtering van het water, potentiële medicijnen, inkomsten uit toerisme en – erg belangrijk – natuurlijke kustbescherming. De waarde van alle diensten die het Great Barrier Reef levert, wordt geschat op 12-20 miljard dollar per jaar. Maar dankzij de opwarming van de aarde gaat het helaas erg slecht met deze natuurlijke bouwwerken. En dus met het Great Barrier Reef.
Verbleking
Een warmere zee is uitermate schadelijk voor koraal. Een koraalrif is opgebouwd uit een gemeenschap van koralen; zeedieren die lijken op anemonen. Het zijn kolonies van kleine poliepen die een uitwendig kalkskelet hebben. Ze komen aan hun voedsel op twee manieren: door het invangen van rondzwevend voedsel, zoals een anemoon doet, en door fotosynthese van algen (zoöxanthellen) die zich in de poliep hebben genesteld.
Onder invloed van hoge temperaturen produceren die algen echter een vorm van zuurstof die giftig is voor het koraal. Daarmee heeft het koraal geen andere keuze dan deze symbiotische gast de deur te wijzen. Als de algen uitgestoten worden, verbleekt het koraal. Soms gebeurt dat massaal, iets dat een ‘bleaching event’ wordt genoemd. Doordat de koralen zonder die algen veel minder voedsel binnenkrijgen, verzwakken ze en kunnen ze uiteindelijk sterven door verhongering of ziekte – of ze vallen ten prooi aan een roofdier als de doornenkroon, een zeester die koralen eet. De dood van het koraal betekent ook dat zeewieren en turfalgen de overhand krijgen.
Doordat bepaalde koraalsoorten – met name de snelgroeiende koralen die grote structuren bouwen – gevoeliger zijn voor temperatuurstijgingen dan andere, verandert de soortensamenstelling op de riffen. Er ontstaat een andere ‘koraalgemeenschap’ die over het algemeen minder leefomgeving aan vissen biedt. Het verdwijnen van koralen gaat hand in hand met het verdwijnen van de vissen die normaal op het rif leven.
Underwater Streetview
2016 en 2017 waren dramatische jaren voor het Great Barrier Reef. In 2016 stierf maar liefst dertig procent van alle koralen op het Great Barrier Reef door extreem hoge temperaturen en bijbehorende verbleking. In 2017 kwam daar nog een ‘bleaching event’ overheen. Opgeteld stierf wel de helft van alle koralen.
Richard Vevers ontwikkelde in samenwerking met Google Underwater Streetview. Hij bracht grote delen van het Great Barrier Reef in kaart door letterlijk het water in te gaan en foto’s te maken. Hij vertelde The Guardian hoe slecht het koraalrif in het noordelijke deel er in 2016 eraan toe was, dat merkte hij onder en boven water: “Het was een van de meest verschrikkelijke aanblikken die ik ooit heb ervaren. De harde koralen waren dood en door algen overgroeid, alsof ze al jaren geleden waren gestorven […] En er was de geur van een miljoen rottende dieren.”
Professor Terry Hughes, een wetenschapper die de achteruitgang van het rif documenteert, vertelde het BBC-programma ‘Costing the earth’ over een inventarisatie vanuit de lucht in 2017. Hoe hij met zijn team vier dagen boven het rif had gevlogen en alleen maar riffen zag die deels of grotendeels waren verbleekt. Pas op de vijfde dag, na ettelijke honderden kilometers vliegen, konden ze juichen, omdat de riffen weer geheel gekleurd waren.
Massale sterfte
Momenteel is meer dan 90 procent van de ruim 3000 riffen op het Great Barrier Reef aangetast en tenminste de helft gestorven. Het noordelijke, voorheen relatief ongerepte deel, ziet wit van ellende. Op het deel zuidelijk van Cairns ziet de situatie er gelukkig beter uit. De overblijfselen van een tropische cycloon zorgden er in 2016 voor dat regens en wolken verlichting brachten. Ook in 2017 was daar de opwarming niet zo extreem. Maar dan nog is slechts 10 procent tot een kwart van het koraal daar helemaal aan dit verbleken ontsnapt.
Reddingsboot
Is er ook nog een lichtpuntje? Professor Elaine Baker van de University of Sydney hoopt van wel. Ze is mede-auteur van het VN rapport Mesofotische koraalecosystemen, een reddingsboot voor koraalriffen? Mesofotische riffen bevinden zich op een diepte van enkele tientallen meters, dieper dan veel andere riffen, waar nog maar weinig licht doordringt. Baker: “We moeten meer onderzoek doen, maar die riffen kunnen wellicht een toevluchtsoord vormen voor sommige soorten en helpen om populaties aan de oppervlakte weer aan te vullen.” De koelere, diepergelegen riffen zouden als een soort ‘reddingsboot’ de door hitte bedreigde soorten kunnen herbergen, totdat de ondiepe riffen zich weer herstellen.
Het zal ons weinig helpen, vreest de Nederlandse koraalbioloog Dr. Bongaerts. Hij doet al jaren onderzoek naar deze ‘deep reef refugia’ hypothese. Het probleem: maar een klein deel van de soorten van het ondiepe rif komen ook voor op de dieptes van mesofotische riffen. “En bij de soorten die zowel op het ondiepe als het diepe rif voorkomen, zien we vaak dat diepe populaties genetisch anders zijn, als een gevolg van aanpassing aan deze grotere dieptes. Zodoende kunnen ze weinig bijdragen aan het herstel van ondiepe populaties.”
Ook de mesofotische riffen zelf ontsnappen niet aan het verbleekdrama. “Het verbleken neemt duidelijk af over diepte, maar op 30 tot 40 meter diepte vinden we alsnog behoorlijk wat aangetaste koralen. Dieper dan dat, op circa 50 tot 60 meter diepte, is er bijna geen verbleking. Maar daar vind je ook bijna geen soorten meer die ook in ondiepe riffen voorkomen.”
Geheel negeren
Het Great Barrier Reef is dus in grote nood. De Australische regering kondigde afgelopen april aan dat ze 500 miljoen Australische dollar vrijmaakt om het rif de komende jaren te beschermen. Dat geld gaat echter voornamelijk naar het verbeteren van de waterkwaliteit en het aanpakken van de doornenkroon, de koraaletende zeester. “Het probleem is dat het geld wordt uitgegeven aan oplossingen die al zijn geprobeerd en weinig hebben opgeleverd”, schrijft koraalwetenschapper Jon Brodie op de website The Conversation. “Het grootste probleem is er niets wordt gedaan aan klimaatverandering. Het wordt niet eens genoemd in de plannen.” “De Australische overheid weet heel goed wat het koraal doodt”, zegt Bill McKibben van de milieu-organisatie 350.org tegen de New York Times. “Als ze serieus het koraal willen redden, zouden ze de fossiele industrie aanpakken die verantwoordelijk is voor het drama.”
Ook het lange-termijnplan uit 2015 laat niets zien dat klimaatverandering aanpakt. “De grootste omissie uit het plan is dat het klimaatverandering vrijwel geheel negeert”, aldus Professor Hughes. “De overheid wil over 60 jaar nog kolenmijnen kunnen ontwikkelen en hoopt dan nog steeds een gezond rif te hebben. Maar de wetenschap is duidelijk: óf we beschermen het rif en we bewegen weg van fossiele energiebronnen, óf we laten het rif aan zijn lot over en ontwikkelen ’s werelds grootste kolenmijnen. Allebei kan domweg niet.”
Dol op kolen
Australië is de grootste kolenexporteur ter wereld. De conservatieve machthebbers zijn dol op kool: ex-premier Tony Abbott – eind 2015 werd hij door partijgenoot Turnbull afgelost – noemde steenkool ooit ‘goed voor de mensheid’ en vond klimaatverandering ‘onzin’. Afgelopen juli drong hij er bij de huidige regering op aan zich terug te trekken uit het Parijsakkoord. De toename van CO2 in de atmosfeer heeft geen ‘dramatische gevolgen’ gehad, vindt Abbott. “Temperatuursverandering lijkt op lange termijn eerder te correleren met zonnevlek-activiteit dan met de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer”, aldus de ex-premier.
De liefde voor kool heeft gevolgen: in een rapport van Climate Transparency worden de klimaatprestaties van Australië als ‘zeer slecht’ beoordeeld. De bijdrage waaraan Australië zich in Parijs heeft gecommitteerd, is zo weinig ambitieus dat als alle landen van de G20 het voorbeeld van Australië zouden volgen, de temperatuur zeer waarschijnlijk minimaal 3 graden zou stijgen.
Gouden bergen
Ondertussen doet de Australische overheid er nog een schepje bovenop. In 2016 verleende zij een vergunning aan een gigantische nieuwe mijn: de Carmichael kolenmijn. De mijn, met een oppervlakte van 447 vierkante kilometer, zal een productie draaien van 60 miljoen ton kolen per jaar, met 130 megaton CO2-uitstoot per jaar. Dat is een kwart van de huidige emissies van Australië; evenveel als Nieuw-Zeeland en Zweden samen. Ook moet er speciaal een haven voor worden uitgebreid, dichtbij het rif.
De Australische overheid hoopt dat de Carmichael kolenmijn de eerste ontwikkeling is binnen het Galileebasin, een basin in centraal Queensland waar een van de grootste kolenreserves ter wereld nog in de grond zit. De infrastructuur die voor het ontginnen van de Carmichael kolenmijn wordt aangelegd, zou minimaal tien andere mijnen kunnen bedienen.
Als alle mijnen in dat basin daadwerkelijk gebouwd worden en op volle capaciteit draaien, zullen ze 330 miljoen ton aan kolen per jaar produceren, meer dan wat Australië nu in haar totaliteit produceert. Bij die ontginning komt er dan jaarlijks een geschatte 705 megaton aan CO2 in de atmosfeer, ook meer dan wat heel Australië op dit moment per jaar uitstoot.
Als het aan de huidige machthebbers in Australië ligt, is dat geen probleem, want zo kunnen ze gouden bergen aan de mensen beloven. Maar achter die gouden bergen pakken de zwarte wolken zich samen boven de prachtige tafelkoralen, kleurrijke vissen, zeeschildpadden en de kleine haai die ik ontmoette op het Great Barrier Reef.
erik meesters zegt
Goed stuk! Maar de publieke opinie kan het tij nog keren. Let’s hope for the best and prepare for the worst.
groet,
Erik