Zit je er wel eens helemaal doorheen, met al die ellende waar je tegen strijdt? Je inzetten voor een betere wereld kan ervoor zorgen dat je opbrandt. Maar dat hoeft niet. “Een beweging is niet duurzaam als de bewegers niet beter voor zichzelf zorgen.” Van Persoonlijk Jaarplan tot Ecodharmatraining, inspiratie om niet op te branden.
Hoe voorkom je als activist dat je opbrandt? Dat je wordt opgevreten door de ellende die je bestrijdt? Dat je cynisch wordt, of even meedogenloos als de tegenstander? Hoe houd je plezier in je werk?
Het is een onderbelicht thema in de milieubeweging. Activisten horen geen last te hebben van burn-out of persoonlijk leed – Syrische vluchtelingen, dat is pas erg! Het klimaat staat op springen, en dan de plastic soep en plofkippen, orang-oetans, vrouwenbesnijdenis, graaiende witte boorden, werkloosheid… weg met die muizenissen, aan het werk! Gelukkig zijn er mensen die wel aandacht hebben voor een duurzame manier van activist zijn.
Territoriumdrift
Van alle Nederlandse activisten heeft Henk Tetteroo (64) misschien wel de langste adem. Veertig jaar geleden sloot hij zich aan bij het verzet tegen het doortrekken van de A4 door Midden-Delfland, in het Groene Hart. Ondanks de taaie tegenstand is de weg in 2015 voltooid. De actiegroep bereikte wel een betere inpassing in het landschap. Overwinningen zien veranderen in nederlagen dankzij trucs van Rijkswaterstaat; ministers die glashard hun beloftes verbreken; politici die inspraak slechts een nagel aan hun doodskist vinden – hoe houdt iemand zoiets vol?
“Als beginner”, zegt Henk Tetteroo, “denk je dat de strijd eerlijk wordt gevoerd, maar je belandt in een wereld waarvan een goedwillende burger het bestaan niet vermoedt. Gelukkig is er genoeg wat me overeind houdt. Op de eerste plaats een soort territoriumdrift, dat is een krachtig motief. Mensen hebben een eigen plek nodig om tot bloei te komen, Midden-Delfland is de mijne. Van mijn mooie geboortestreek moeten ze afblijven. Je moet de werkelijkheid niet ontkennen, maar ook je eigen werkelijkheid overeind houden.”
Daarnaast, zegt hij, waren er altijd medestanders. “Publicatie van je ideeën in landelijke kranten sterkt je in de gedachte bepaalde waarden te vertegenwoordigen. En soms winnen we. Begin jaren negentig vond Rijkswaterstaat een goede inpassing van de A4 te duur. Door te blijven zwaaien met de wet en hun eigen beloften kregen we draagvlak om hen op de knieën te dwingen.”
Soms is het oorlog in zijn hoofd. “Ik heb woede in me en bij vlagen ben ik cynisch. Maar dan bedenk ik dat ik in Rusland al lang in de bak had gezeten en kan ik weer verder. Soms zit ik tegen een burn-out aan. Ik kan moeilijk loslaten. Dat moet ik dan juist wel doen: de boel aan de kant leggen, op de bank liggen, zonder prikkels. Fietsen is een goed medicijn. Ik word gevoed door verbondenheid met het landschap en het verleden, en door mijn naasten. Door positieve reacties van lezers van mijn boeken over streektaal. In 2014 kreeg ik een ridderorde, voor mij toch wel een blijk van maatschappelijke waardering.”
Sinds kort propageert hij het Persoonlijk Duurzaam Jaarverslag. “Milieuproblemen lijken te groot voor een individu, maar je kunt meer dan je denkt. Ik maak jaarlijks de balans op: hoeveel water heeft mijn regenton bespaard, hoeveel kilometer (niet) in een auto gezeten, hoeveel compost geproduceerd, hoeveel papier, glas, plastic en blik weggebracht, hoeveel gas bespaard met mijn hooikist? Laagdrempelig, iedereen kan het doen.”
Straatniveau
Bernadette Vieverich (53) tackelt al jarenlang mondiale problemen bij organisaties als Milieudefensie, Oxfam, Greenpeace en Vluchtelingenwerk. Sinds 2012 zoomt ze ook in op een kleinere arena: namens GroenLinks werd ze lid van de bestuurscommissie (voorheen stadsdeelraad) van Amsterdam-West. “Ik was stomverbaasd te zien hoeveel mensen op straatniveau doen voor anderen. Bewoners die voor elkaar boodschappen doen, ondernemers die voor veiligheid zorgen, huiswerklessen – alles vrijwillig, zonder subsidie. Daar word ik vrolijk van.” Onlangs charterde ze het busje van een zorginstelling in de ‘stille uren’, om eenzame bejaarden te vervoeren naar dansavonden, bingo of bioscoop. “Met vrijwilligers als chauffeur. De proef is geslaagd, we gaan uitbreiden. Na twintig jaar wereldverbeteren ben ik nu blij als ik de buurvrouw kan helpen.”
Niet dat ze de wereldproblemen nu laat liggen. “Ik ben van nature optimist en ik denk dat we veel bereiken, zelfs als zichtbare resultaten ontbreken. En ik geloof in de kracht van het kleine. Dat één handeling het verschil kan maken.”
Natuurlijk zit ze er ook wel eens doorheen. “Als ik zie wat directeuren van maatschappelijke organisaties menen te moeten verdienen, of als in een goede club mensen elkaar de tent uit pesten. Het menselijk tekort, kleinzieligheid, oneerlijkheid, ook daar. Dan houd ik mezelf voor dat er geen ‛goeden’ en ‛slechten’ zijn, alleen nuances.”
Spaanse Pyreneeën
Henk en Bernadette hebben op eigen houtje succesvolle strategieën ontwikkeld om zich te weren tegen uitputting en somberheid, maar dat lukt niet iedereen. Gelukkig lijkt er sinds enkele jaren in de sociale- en milieubeweging ruimte te ontstaan voor het besef dat activisten mensen zijn van vlees en bloed, met alle kracht en kwetsbaarheid van dien. Dat een beweging niet duurzaam is als de bewegers niet beter voor zichzelf zorgen, en dat het anders kan.
Uitgesproken representant van dit gedachtegoed is trainingscentrum annex leefgemeenschap Ecodharma, genesteld in de Spaanse Pyreneeën. Ecodharma proclameert: ‟We leven in moeilijke tijden, waarin activisten voor grote uitdagingen staan. Niet alleen moeten we blijven openstaan voor het bestaan van onrechtvaardigheid, verlies en lijden in de wereld om ons heen, we moeten ook onze eigen reacties, angsten, frustraties en kwaadheid onder ogen zien. (…) Waar vinden we de persoonlijke middelen en vaardigheden die onze acties effectiever en duurzamer maken?”
Bob Wester (37) volgde Ecodharma’s training sustaining resistance in juni 2014. Hij maakte lange dagen als organizer bij de FNV en was ruim een half leven actief in bewegingen als GroenFront, vluchtelingen zonder verblijfsvergunning, actiegroep Doorbraak en actiecomité Dwangarbeid Nee. In 2014 werd hij voortdurend ziek. Hij stond “in het donkerrood”, zegt hij zelf.”
“Op de training waren zo’n twintig mensen uit alle windstreken, van alle leeftijden. We herkenden elkaars problemen. Iedereen werkte keihard aan sociale verandering want als wij het niet deden, wie dan? Klimaat, wapenhandel, allemaal zó belangrijk dat je alles opzij zet. Soms voel je je een superheld, soms zwem je wanhopig tegen een vloedgolf in. Je voelt je schuldig als je een spelletje doet. Mag ik genieten als levens kapot gaan, de natuur aftakelt?”
Roofbouw op jezelf
Louise Hemmerman (38), een van Ecodharma’s trainers, herkent het patroon: activisten die roofbouw op zichzelf plegen uit schuldgevoel over hun bevoorrechte positie in de wereld. “Er heerst een cultuur van zelfopoffering die bijdraagt aan burn-outs. Wij geven mensen de ruimte om naar zichzelf te kijken. We proberen hen met hun privileges te verzoenen. Dat is een emotioneel mijnenveld, maar je kunt de wereld niet verbeteren als je geen gevoel van eigenwaarde hebt en uitgeput bent. Je moet dingen doen die je energie geven. We rekken de grenzen op van wat activisme is. Vaak is confrontatie met politie, politiek en bedrijfsleven de enige geaccepteerde vorm. Maar bijvoorbeeld community gardening heeft dezelfde veranderingsintentie en is geen oefening in uithoudingsvermogen, maar een plezierige activiteit.” Bob zegt het zo: “Je kunt beter aan sociale verandering werken vanuit het besef dat het leven goed en mooi is. Acties vanuit eigen kracht zijn duurzamer dan acties gepland vanuit de zwakke plekken van de tegenstander. Ik weet nu dat ik mijn leven moet inrichten rond echte behoeften. In plaats van Facebook scannen op nóg meer activistisch nieuws, even naar een vriend fietsen.”
Ecodharma put uit verschillende bronnen. Een belangrijke is boeddhisme. “Een geëngageerd boeddhisme”, zegt Louise, “dat de dialoog aangaat met de samenleving. En we zijn niet stiekem aan het bekeren. Wie wil, kan leren mediteren en kennismaken met de filosofie. Sommigen denken dat je als boeddhist je individualiteit moet prijsgeven, maar het gaat om een ruimer begrip van het individu. Een zelf verbonden met de wereld. We proberen minder extreem en reactief de wereld te lijf te gaan en onze plaats erin te vinden. Dictaten los te laten. Wij bieden een veilige plek waar je je verdediging kunt laten zakken. Net zo militaristisch worden als je tegenstander is geen oplossing, er zijn andere vormen van kracht.” Bob: “Iemand zei: ‘Dit is New Age bullshit, ik haat het!’ Maar hij vond het toch nuttig.”
De natuur is een tweede essentiële bron voor Ecodharma. Bob: “We deden vaak spelletjes in de natuur. Het leven is een spel – dat straalden de begeleiders uit. En één dag bracht je helemaal alleen in de natuur door. Lopen, mediteren, gedichten maken, of muziek. Bij een burn-out raak je je kompas kwijt, je relatie met de omgeving. Onderdompeling in de natuur maakt je weer deel van het geheel.”
Bob Wester werkt nu met trainerscollectief Stroomversnellers aan verspreiding van het geleerde. “Voor mij is verbeteren van de cultuur in de beweging een prioriteit geworden.”
Lees ook ons interview met Henk Tetteroo in de rubriek De Activist. Hieronder zie je zijn overtuigende betoog voor het behoud van Statiegeld: tijdens de elf jaar waarin hij dagelijks vuil ging rapen vond hij 42.000 blikjes, 15.000 plastic flessen en slechts 150 flessen met statiegeld. No kidding!
Geef een reactie