Bij biodiversiteit denken we niet direct aan het leven in de bodem, dat toch aan de basis staat van het leven bóven de grond. En er is meer, zegt Caspar Verwer. “We hebben het bodemleven nodig om onze klimaatdoelen te halen.”
Lange tijd was er weinig over het leven in de bodem bekend. “En dat terwijl een kwart van de biodiversiteit daar leeft. En wat er níet leeft, is ervan afhankelijk”, vertelt Caspar Verwer, onderzoeker en senior conservation expert bij International Union for Conservation of Nature Nederland (IUCN NL). Met het programma Onder het Maaiveld wil hij het belang van een levende bodem onder de aandacht brengen. “Het is de grote recyclingmotor van het leven op aarde. Organisch restmateriaal wordt door het bodemleven omgezet in voedingsstoffen waar weer nieuwe organismen van kunnen groeien; het is een complex voedselweb van ontelbare minuscule organismen die met elkaar samenwerken. Oneindig interessant om onderzoek naar te doen!”
Klimaatbuffer
Dat onderzoek is hard nodig. Niet alleen om te begrijpen hoe dat voedselweb precies werkt, maar ook om te leren hoe we gedegradeerde bodemecosystemen weer kunnen verbeteren. Het gaat namelijk niet goed met de Nederlandse bodems. Volgens de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) is er sprake van verzuring, vermesting, verdroging, verdichting én verhoogde kwetsbaarheid van de bodems. “Duurzaam bodembeheer is belangrijk voor de biodiversiteit, maar ook voor het klimaat”, vertelt Verwer. “Sterker nog, we hebben het bodemleven nodig om onze klimaatdoelen te halen! Bodems kunnen een klimaatbuffer zijn. Planten brengen koolstof uit de lucht via hun wortels in de grond, waar het wordt opgeslagen. Ook koolstof uit resten van dode planten en dieren wordt in de bodem vastgelegd. Na de oceanen zijn bodems de grootste koolstofopslagplaats van de wereld. Daarnaast houden gezonde bodems in droge periodes water vast, maar kunnen ze ook meer water opnemen als er wél veel regen valt. Net een spons, dus. Een gezonde bodem raakt in feite iedereen, maar lang niet iedereen weet hoe belangrijk het is.” Daar moet Onder het Maaiveld verandering in brengen. Het driejarige programma loopt tot maart 2023 – al hopen Verwer en zijn collega’s dat de financiering verlengd wordt zodat ze hun werk voort kunnen zetten.
Onder de stad
Veel Nederlandse grond wordt gebruikt voor intensieve landbouw, met alle schadelijke gevolgen van dien. Gelukkig zijn er al wel oplossingen bedacht om de kwaliteit van landbouwbodems te verbeteren. Dat ligt anders bij de stedelijke gebieden, vandaar dat Onder het Maaiveld zich ook daar op richt. “Het interessante van de stedelijke omgeving is dat er veel mensen wonen en de effecten van klimaatverandering nog een stuk sterker zijn, zoals hittestress in warme periodes”, vertelt Verwer. “Met relatief simpele maatregelen, zoals ontstenen – spreek bijvoorbeeld als gemeente af dat maximaal 60 procent van het oppervlak steen mag zijn, ik noem maar een cijfer – kun je al best veel bereiken voor het klimaat. En voor de beleving van mensen in de stad.”
Je kunt het bodemleven ook actief helpen herstellen, vertelt de onderzoeker, door anders met openbaar groen om te gaan. Ook hier helpen laagdrempelige aanpassingen soms al een heleboel. Zoals stoppen met het ‘klepelen’ van bermen. Daarbij wordt de vegetatie verhakseld, legt Verwer uit, “en blijven de plantenresten liggen, waardoor voedingsstoffen zoals stikstof in de bodem ophopen. Dat zorgt ervoor dat bepaalde planten gaan domineren en de biodiversiteit afneemt. In plaats daarvan kun je bermen ook ecologisch beheren. Daarbij is het belangrijkste dat er altijd een deel van de planten blijft staan, zodat insecten erin kunnen overwinteren. De rest van het maaisel wordt afgevoerd zodat de bodem minder stikstof krijgt. Tegelijkertijd wordt er minder vaak gemaaid waardoor planten de kans krijgen om dieper te wortelen. En tussen de wortels tref je het meeste leven aan! Dit soort maatregelen zorgen voor meer diversiteit aan planten en we verwachten dat ook het bodemleven ervan profiteert. Verschillende planten lokken namelijk hun ‘eigen’ bodemorganismen – zoals schimmels – via stoffen die hun wortels uitscheiden. We weten inmiddels dat die in symbiose leven met de planten. Ze helpen elkaar: als een plant belangrijke voedingsstoffen niet meer kan bereiken, kan de schimmel daarbij helpen. In ruil voor producten van de plant.”
Niet bouwen op gezonde grond
Om gemeentes te helpen bij het voeren van een goed bodembeleid, heeft Onder het Maaiveld de Handreiking Gezonde Bodem geschreven. “Bij sommige gemeenten krijgt de levende bodem al meer aandacht. Zo heeft Arnhem bijvoorbeeld vanwege de klimaatproblematiek besloten om te gaan ontstenen. Dat is een onwijs grote kans, want zo kunnen we tegelijkertijd de bodem verbeteren.” In de handreiking pleiten de onderzoekers ervoor om geen woningen te bouwen op plekken waar de bodem gezond is – geen makkelijke boodschap in tijden van woningnood. “Dat klopt helemaal”, beaamt Verwer. “Gelukkig zijn sommige gemeentes vooruitstrevend. Ons ideaalplaatje is dat de gemeente zélf analyseert waar de bodem in goede staat is en waar dus niet gebouwd moet worden. Natuurlijk is dat lastig. Met de handreiking willen we het zo laagdrempelig mogelijk maken. Ook kleine gemeentes, die weinig capaciteit hebben, zijn gebaat bij zo’n simpele richtlijn.”
Om het gemeentes nóg makkelijker te maken, werkt Onder het Maaiveld ook aan een waarderingssysteem voor stedelijke bodems. Zo’n systeem bestaat al voor agrarisch gebied: een soort dashboard met een landkaart waarop je per locatie de bodemkwaliteit kunt bekijken. Mensen kunnen ook zelf waarnemingen toevoegen. “We hebben veel bodemsamples genomen en bekeken welk bodemleven je aantreft. Er is veel natuurlijke variatie in Nederlandse bodems: er zijn zand-, veen- en kleibodems, met nog tal van subtypen. Dat zorgt ook voor variatie in de organismen. Nematoden, springstaarten, mijten, bacteriën, allerlei schimmels, grotere bodemdieren zoals de regenwormen en pissebedden – noem maar op!”
Al dat leven in de bodem ziet er ook nog eens prachtig uit. Er is dan ook een film in de maak, van de makers van De Wilde Stad en De Nieuwe Wildernis. De film Onder het Maaiveld zal vanaf 2 maart in de bioscoop te zien zijn. Het was niet makkelijk om bijvoorbeeld groeiende schimmels onder de grond in beeld te brengen. “Maar die opnames vind ik zelf wel het meest fascinerend”, zegt Verwer. “We proberen een verhaal te vertellen. Waarom is de bodem zo relevant, wat gebeurt er nou eigenlijk? Iederéén zou moeten zien wat er aan rijkdom leeft.”
Wat kun je doen voor het bodemleven in de stad?
1. Zorg voor voedsel: plant bloemen voor insecten en waardplanten voor vlinders, maak composthopen voor kleine zoogdieren, laat blad- en snoeiafval liggen voor een mulchlaag waar van alles in kan groeien.
2. Verwijder stenen: daardoor kan regenwater de grond in lopen. Ze hoeven er niet allemáál uit, sommige dieren leven juist graag onder stenen. Vervang het witte zand onder de stenen door vruchtbare grond.
3. Plant (inheemse) bomen en struiken: die voeden het bodemleven en zorgen tegelijkertijd voor schaduw, beschutting en verkoeling.
4. Zorg voor plekken waar dieren zich kunnen voortplanten: help de natuur een handje met nestkastjes, vogelvides, verblijfskasten voor vleermuizen, insectenkasten en poelen (een regenwatervijver misschien?).
5. Zorg voor diverse beplanting: let daarbij ook op verschillen in hoogte en bloeitijd. Als je echt niet zonder grasmat kan, kies dan een bloemrijker gazon, maai minder en laat her en der wat stukken doorschieten.
5. Gebruik géén azijn, chemische schoonmaak- en bestrijdingsmiddelen of kunstmest: pak in plaats daarvan organische of biologische mest, of maak zelf compost van oud tuin- en keukenafval. Gebruik ook geen turf, de winning daarvan gaat ten koste van waardevolle veengebieden.
Onder het Maaiveld is een project van IUCN NL, De Vlinderstichting, Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), Centre for Soil Ecology en Wageningen University & Research (WUR). De film Onder het Maaiveld draait vanaf 2 maart 2023 in de bioscoop. Bekijk hieronder de trailer.
Geef een reactie