Klimaatverandering gaan we niet alleen merken aan oplopend kwik of stijgend water, maar ook in de portemonnee. De Klimaat Impact Monitor moet de financiële schade van steeds vaker voorkomend extreem weer inzichtelijk gaan maken. En die blijkt aanzienlijk, merkt journalist Anton Damen.
De tsunami aan alarmerende klimaatrapporten ten spijt, lijken die signalen bij een groot deel van de aardbewoners het ene oor in en het andere uit te gaan. Maar dankzij een lokale gebeurtenis kan klimaatverandering opeens dichtbij komen. De Limburgse overstromingen van vorige zomer staan velen nog op het netvlies en de codes rood die ons dit jaar om de oren vlogen, met de verwoestende februaristorm als dieptepunt, staan nog vers in het geheugen gebeiteld.
Zeker in dat van collega Bernard. Tijdens een Zoom-meeting ontwaarde hij achter mij een bomenrij. Tja, wie het geluk heeft op de Veluwezoom te wonen, hoeft nooit zijn toevlucht te nemen tot een nep-fotoachtergrondje. “Die bomen bij jullie…”, dwaalde Bernard tijdens de vergadering af – ik nam automatisch een voorschot op het naderende compliment over het fotogenieke uitzicht, maar nee – “… hebben die Eunice goed doorstaan?”
“De bovenverdieping was weggevaagd door een 75-jarige sequoia”
Goeie vraag. In onze bosrijke omgeving sneuvelde een behoorlijk aantal bomen, maar de grote douglassparren in onze achtertuin bleven redelijk onbewogen onder het natuurgeweld. “Jullie hadden meer geluk dan ik”, concludeerde Bernard, en hield een foto van zijn huis voor de webcam. Het duurde een paar seconden voordat het beeld bij me landde, want zo’n ruïne associeer je eigenlijk alleen met oorlogsgebieden. De bovenverdieping van Bernards huis was zo goed als weggevaagd door een 75-jarige sequoia, die als een luciferhoutje afknakte en door het dak naar beneden kwam denderen. De materiële schade was haast niet te beschrijven. De troost is dat het nog veel naarder had kunnen aflopen, als de zoon des huizes niet een paar minuten voor de klap door zijn verontruste ouders naar beneden was geroepen.
This shit is real
Over de financiële afhandeling hoeft Bernard niet wakker te liggen. De verzekering keert in dit soort gevallen gewoon uit. Maar dat hoeft niet te gelden voor andere extreme weersgebeurtenissen. “Just had my home insurance cancelled because Southern California is at too high risk now for fire and floods. This shit is real and happening right now”, tweette Hollywood-regisseur Adam McKay, die de Netflix-abonnees met Don’t Look Up een klimaatlachspiegel voorhield.
Bernards verhaal en McKays tweet maken duidelijk dat aan klimaatverandering nu al een prijskaartje hangt. De gerapporteerde bedragen die op rampen worden geplakt zijn astronomisch. Orkaan Katrina, in 2005, geldt nog steeds als recordhouder. Verzekeringsanalisten becijferden dat dat natuurgeweld meer dan 41 miljard dollar schade aan verzekerde eigendommen toebracht en goed was voor een totaal aan economische schade van 153 miljard dollar. De emotionele schade, met ruim 1800 doden, laat zich niet in cijfers vangen.
Voor de duurste ramp in Europa hoeven we niet zo ver terug in de tijd: de overstromingen die vorige zomer Nederland, Duitsland en België troffen, kostten verzekeraars 13 miljard dollar. Qua economische schade kwam er nog eens 40 miljard bovenop. Volgens Swiss Re, ’s werelds grootste herverzekeraar (een verzekeraar voor verzekeraars, waarmee zij zichzelf in geval van bijvoorbeeld rampen beschermen tegen het eigen faillissement en hun klanten tegen ongedekte verliezen – red.) betaalde men in 2021 wereldwijd sowieso een hoge prijs aan natuurrampen en extreem weer. Jaar in jaar uit ziet het bedrijf een toename van kosten voor verzekeraars van 5 tot 6 procent, maar het verschil tussen 2021 en het jaar daarvoor was maar liefst 24 procent. In Europa hing aan de rampspoed een prijskaartje van 221 miljard euro, waarvan iets minder dan de helft op het bordje van verzekeraars kwam. Wat die klimaatkostenpost specifiek voor Nederland is, was nog niet bekend bij het ter perse gaan van dit nummer. Dat weten we in april, wanneer het Verbond van Verzekeraars zijn jaarlijkse update presenteert. Die is wel bij benadering, en mogelijk het topje van de ijsberg.
Vylon Ooms, beleidsadviseur klimaat bij de branchevereniging: “Het betreft alleen de bij onze leden gerapporteerde schade. Maar overheidseigendommen zoals infrastructuur zijn doorgaans onverzekerd. De boom die in een stedelijk gebied omvalt en het trottoir, wegen of bruggen beschadigt, zie je niet in ons overzicht terug. Voor het totaalplaatje zou het daarom gewenst zijn dat ook dergelijke data, bijvoorbeeld via Rijkswaterstaat, worden meegenomen.”
Klimaat Impact Monitor
Dat meer complete kostenplaatje is momenteel werk in uitvoering. Rutger Dankers doet bij Wageningen University & Research (WUR) onderzoek naar de impact van klimaatverandering. De universiteit is samen met het Verbond van Verzekeraars de voortrekker van de Klimaat Impact Monitor. Andere partijen die middelen en gegevens inbrengen zijn onder andere het KNMI, Climate Adaptation Services, RIONED – koepelorganisatie voor stedelijk waterbeheer –en STOWA, kenniscentrum voor de waterschappen. Die kennis- en krachtenbundeling moet eind volgend jaar resulteren in een eerste versie van de Klimaat Impact Monitor (KIM). Dan kan iedereen – niet alleen verzekeraars of overheden, maar ook jij en ik – via een webportal in één oogopslag de cijfers inzien per regio én vergelijken met eerdere jaren. Maar reken je niet direct rijk; in de eerste versie zal de KIM zeker niet de financiële gevolgen van álle klimaatfenomenen bevatten. Dankers: “Droogte laat zich bijvoorbeeld lastig definiëren en is iets wat door de meeste verzekeringen niet wordt gedekt. Het is lastig daar precies de vinger op te leggen, omdat de effecten zich over een hele periode opstapelen en de gebiedsgrenzen relatief zijn. Maar dat het economische schade veroorzaakt, is duidelijk. In de landbouw, maar ook aan woningen, wanneer door de lagere grondwaterstand de fundamenten in oude steden gaan rotten.”
Bouwen in uiterwaarden
Sowieso is het een mission impossible om bij schadegevallen klimaatverandering als dé boosdoener aan te wijzen. Je kunt met zekerheid stellen dat meer warme periodes voor een toename van vochtige lucht in Noord-Europa zorgen, en daarmee voor meer onweersbuien. Maar bewijzen dat die éne blikseminslag die jouw huis in de hens zette door klimaatverandering werd veroorzaakt, is erg lastig. Vandaar dat Dankers ondanks de naam Klimaat Impact Monitor geen onderscheid maakt tussen klimaatverandering of extreem weer. “Klimaat is daarbij slechts een van de factoren die de schadegrootte bepalen. Want als er een gebied overstroomt waar voorheen nooit huizen stonden, is klimaat uiteraard niet de enige oorzaak.”
Dankers’ argument is niet uit de lucht gegrepen. Het Planbureau voor de Leefomgeving waarschuwde onlangs dat in bouwplannen nog vaak te weinig rekening wordt gehouden met toekomstige risico’s op overstromingen en verzakkingen. Voorbeelden zijn de bouwplannen op de slappe veenbodem van het Groene Hart of in de Arnhemse uiterwaarden. Loopt een kersvers verrezen nieuwbouwwijk daar over een tijdje onder, dan is het maar zeer de vraag of de bewoners bij hun verzekering aan kunnen kloppen. WUR-wetenschapper Dankers: “Een van de dingen die ik vooraf niet wist, is dat niet alle soorten overstromingen worden gedekt wateroverlast door een hevige bui in praktisch alle gevallen wel, maar als een grote rivier buiten zijn oevers treedt, of er een zeedijk doorbreekt, is dat een zaak voor een nationaal rampenfonds”, vertelt Dankers.
“Niet alle soorten wateroverlast worden gedekt. Die door een hevige bui wel, die door een grote rivier niet”
Dat klopt ook met de verhalen uit Limburg, waar bleek dat het qua waterschade uitmaakte of de nattigheid kwam van uit de Geul of Gulp (als niet-primaire waterkering doorgaans wel in de eigen polis opgenomen– red.) of de Maas (als primaire waterkering niet opgenomen – red.). De dijken bij de grote rivieren, de Noordzee en het IJsselmeer zijn primaire waterkeringen. Daar kan het incidenteel misgaan en áls dat gebeurt, loopt de schade zo in de cijfers dat het voor verzekeraars niet te dragen is. In dat soort gevallen zal het Rijk met een rampenfonds moeten bijspringen.
Gezondheidseffecten
Naast de meteorologische gegevens van het KNMI zijn de schaderapporten van de bij het Verbond van Verzekeraars aangesloten partijen ook een onmisbare data-goudmijn. Het aan elkaar knopen van de diverse datastromen en het vullen en verrijken van de database is vooralsnog mensenwerk. “Was het maar zo simpel als het ophangen en aflezen van een thermometer”, verzucht Dankers. “In het verleden zijn de nodige gegevens vergaard, maar vaak is dat verre van uniform vastgelegd. En het Verbond realiseert zich terdege dat hun gegevens geen compleet beeld schetsen.” Daarom tapt de KIM ook uit een openbare bron: berichten uit de nieuwsmedia. Daarin wordt al vaak redelijk gedetailleerd melding gemaakt van schade, eventuele slachtoffers en locatie, wat daarna handmatig in een tabel kan worden vertaald. Als het aan Dankers ligt, wordt het datareservoir op termijn uitgebreid naar social media, en wordt kunstmatige intelligentie ingeschakeld om alle posts en nieuwsverslagen door te spitten. De intentie is dat de KIM verder kijkt dan financiële schade alleen, en ook breder de invloeden bij elkaar brengt, zoals gezondheidseffecten of slachtoffers.
Preventietips
Of het niet vreemd is dat naast provincies en de universiteit ook de private sector deelneemt aan een project dat de gevolgen van klimaatverandering in kaart wil brengen? Die opmerking is Vylon Ooms van het Verbond van Verzekeraars niet geheel onbekend. “In mijn vriendenkring zijn veel mensen met het klimaat begaan, maar toen ik de overstap maakte van het ministerie Infrastructuur en Milieu naar de verzekeringsbranche, oogstte ik daar toch scheve blikken. Terwijl ik vind dat je juist aan deze kant het verschil kan maken. Dat het fenomeen klimaat intern meer aandacht krijgt, zie je ook terug aan het feit dat er twee beleidsadviseurs op dit thema actief zijn. Daarbij neemt mijn collega zaken als overstromingen en catastrofes voor zijn rekening, en richt ik me meer op dataonderzoek, bewustwording en preventie.” Waarschijnlijk zal de interne dataspecialist hem op de vingers tikken, denkt Ooms, omdat die pas het liefst conclusies trekt over een jarenlange periode, “maar ik durf te stellen dat ik een trend zie dat de kosten aan het oplopen zijn ten gevolge van klimaatverandering. Onze schadedata helpen de KIM om klimaatverandering een duidelijker gezicht te geven. Het roepen van het aantal tropische dagen of de hoeveelheid gevallen milliliters heeft toch minder impact dan het noemen van miljoenen of miljarden euro’s aan schade. Dát kan echt mensen wakker schudden. Het bewustzijn en de kennis is er wel, maar de vraag is hoe je de massa meekrijgt in klimaatadaptieve acties. Daarom focussen we ons niet alleen op wat je kunt doen, maar door preventietips aan te bieden ook hóe je dat kunt doen”, vertelt Ooms.
Stormschade? Check
Tegelijkertijd kan het Verbond ook een aantal van de aangesloten verzekeringsmaatschappijen wellicht herinneren aan het gezegde voorkomen is beter dan genezen. Waar bij sommige leden een groen hart klopt, hebben anderen toch wat boter op het hoofd. Of zeg maar gerust olie. Volgens de Eerlijke Geldwijzer blijkt dat Allianz, Aegon en Nationale Nederlanden respectievelijk 90 procent, 93 procent en 66 procent van hun energiebeleggingen in fossiel staken. Slechte zaak, want daarmee staan ze aan het begin van klimaatellende. Een branche organisatie kan daar, wegens mededinging, geen uitspraak over doen, maar hopelijk wel deze partijen nudgen naar een gezonder beleid.
En wij, verzekerden, kunnen natuurlijk beginnen met het lezen van de kleine lettertjes. Die als het aan Ooms liggen binnenkort minder priegelig zijn, in ieder geval zo dat je als consument in een oogopslag weet waarvoor je wel en niet verzekerd bent. “We werken aan verzekeringskaarten waarin ook extreem weer is opgenomen. Wel zo prettig om op een A4’tje snel te checken of jouw opstalverzekering een groen vinkje heeft bij bijvoorbeeld gevallen van stormschade of overstroming.”
Voor de verzekeraars dienen de inspanningen een tweeledig doel: de maatschappelijke effecten van klimaatverandering zoveel mogelijk beperken en ondertussen ook de polissen betaalbaar houden. Ooms: “Nu al veroorzaakt extreme neerslag veel schade. En van de beelden van brandende bossen die we uit Australië, Amerika of Frankrijk kennen, denken veel mensen: dat gebeurt bij ons niet. Maar dat is helaas helemaal niet gezegd. Het idee dat soms leeft is: ‘Het is verzekerd, dus is het geen probleem’. Onzin natuurlijk. Een stijgende schadelast gaan we maatschappijbreed voelen. Daarom is het zaak dat we nu, gezamenlijk, proberen zoveel mogelijk verzekerd te hebben én te houden.”
Helemaal mee eens, denk ik, terwijl ik van de kleine lettertjes van mijn eigen polis nog eens naar de grote dennen door het raam kijk. Een eekhoorntje klimt omhoog, de takken deinen zachtjes op de wind. Laten we hopen dat het niet de spreekwoordelijke stilte voor de storm is.
Hoeveel euro‘s kostte die ramp?
2022 Dudley, Eunice en Franklin: 500 miljoen euro (schatting). Daarmee komt Eunice in de top van weerschades vanaf 2007.
2021 Overstromingen Limburg: Tussen de 160 en 250 miljoen (in een normaal jaar is dat tussen de 2 en 10 miljoen landelijk).
2021 Valwind Leersum: 10 miljoen.
2016 Hagel Zuidoost-Nederland: 600 miljoen.
Geef een reactie