Overal ter wereld komen mensen in actie tegen racisme. De klimaatbeweging heeft wat dat betreft huiswerk te doen, zegt klimaatrechtvaardigheidsactivist Chihiro Geuzebroek. “We veranderen de structuur van onze samenleving alleen als we er collectief wat aan doen.”
Vorig jaar liep voor het eerst een klimaatblok (op initiatief van Climate Liberation Bloc en Code Rood) in een antiracismedemonstratie. Klimaatrechtvaardigheidsactivist Chihiro Geuzebroek sprak toen in Down to Earth over een tipping point. En inderdaad: hoewel in slow motion, lijkt het inclusiviteitskwartje dit jaar eindelijk te vallen. “Ik ben al een decennium bezig als activist, en zie en voel verandering.”
Wat haar opvalt, is de groeiende schaal van de protesten wereldwijd. “Ik geloof in het vormen van coalities, waarmee we de strijd aangaan voor vrijheid en tegen kolonialisme. Mensen veranderen niet fundamenteel zonder kritische massa: we veranderen de infrastructuur van onze samenleving alleen als we er collectief wat aan doen.” Ook ziet Geuzebroek een shift in de manier van actievoeren: “Met educatie en de focus op bewustzijn maak je geen einde aan onderdrukking. Je moet de macht zelf destabiliseren.” Zo worden standbeelden van onderdrukkers door demonstranten verwijderd en gaat het gelukkig steeds minder over rotte appels binnen de politie, maar over het politiecorps als instrument van institutionele onderdrukking.
Voor collectieve actie zijn twee ingrediënten nodig: vertrouwen en wanhoop. Vertrouwen is nodig voor collectieve actie, zegt Geuzebroek. Alleen als we durven bouwen op de ander, groeit de beweging. Uit wanhoop komt ongekende moed voort: als de status quo zo onrechtvaardig is, is niets doen geen optie. Dat risico is te hoog. “Wanhoop maakt dat mensen risico’s nemen. Dat zie je nu bij de Black Lives Matter-demonstraties: mensen gaan dood tijdens het verzet, maar ze doen het toch omdat ze met de rug tegen de muur staan.”
Een ander verhaal
“De status quo is niet rechtvaardig, daarover mag je niet zwijgen”, zegt Geuzebroek. Daarom moet de milieubeweging een ander verhaal vertellen: dat van mensen die koloniaal geweld en onteigening ondergaan, en in dat verhaal de racistische grondleggers van de conservatiebeweging niet vergeten. Milieuorganisaties moeten werken aan hun outreach: bouwen aan langdurige relaties met mensen in de door vervuilers gekoloniseerde gebieden. “De milieubeweging moet het eens worden over de wortels van ongelijkheid en de klimaatcrisis. Om dat te bereiken moet het verhaal van de milieubeweging in het westen worden afgestemd met dat van onderdrukte gemeenschappen.”
Die wortels, dat zijn de scheve machtsverhoudingen die ontstonden door kolonialisme en door het westen in stand worden gehouden. “Kolonialisme is geen gebeurtenis op een tijdlijn. De koloniale toe-eigening en het vernietigen van land voor eigen gewin is deel geworden van de structuur waarin we leven. De kolonisten van nu zijn bedrijven als Shell, die in landen als Nigeria de bodem uitputten op zoek naar grondstoffen, waar vervolgens in het rijke westen van wordt geprofiteerd. Het is een koloniale vorm van economie bedrijven.” Het westen vervuilt en rooft daar, waar het zelf niet leeft met de gevolgen.
Een ander verhaal dus, en daarbij kritisch kijken naar hoe we dat verhaal vertellen. “Wat zeg je wel, wat zeg je niet? Als je het hebt over klimaatproblemen, kijk goed naar de taal die je gebruikt. Worden de wortels van het probleem benoemd?” Pas als we het probleem – inclusief wortels – begrijpen, vindt Geuzebroek, kunnen we duurzaam, transformatief actievoeren.
“De klimaatbeweging zal dekoloniaal zijn of zij zal falen”
Het (korte) stuk hierboven is een update die hoort bij een groter interview dat Geuzebroek vorig jaar gaf aan Down to Earth. Daarin wijst ze op de noodzaak de koloniale wortels van de conservatiebeweging te erkennen en de klimaatbeweging te hervormen: “Het is de eerste keer dat zoveel verschillende klimaatclubs er op deze manier voor uitkomen dat racisme ook hun zaak is” Je kunt het stuk hier lezen.
Geef een reactie