In het Klimaatakkoord (juni 2019) staan meer dan 600 afspraken om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Wie doet wat? En lukt het om de afspraken na te leven? In een serie lichten we er een paar sectoren uit. Deze keer: de gemeenten.
De verduurzaming van Amsterdam heeft in veel opzichten de wind mee. GroenLinks is de grootste partij en de stad heeft flink wat geld en expertise in huis. “We zijn een relatief rijke stad. Er is bijvoorbeeld een heel ingenieursbureau dat voor ons werkt”, zegt duurzaamheidsadviseur Tjeerd Stam. De hoofdstad heeft dan ook flinke ambities, bijvoorbeeld om al in 2040 aardgasvrij te zijn. Dat is in de stedelijke omgeving tegelijkertijd lastig én makkelijk. Een drukke ondergrond maakt het plaatsen van nieuwe leidingen duur en moeilijk te plannen. Maar door de grote energievraag zijn alternatieven voor aardgas ook weer goed te organiseren.
De afspraken
Om klimaatneutraal te worden in 2050 maakt elke gemeente zijn eigen routekaart. Op de korte termijn spraken ze alvast dit af:
• Eind 2021 hebben gemeenten plannen gereed om voor 2030 1,5 miljoen woningen te verduurzamen.
• De 30-40 grootste gemeenten wijzen in 2020 emissieloze zones aan.
• Agrarische gemeenten integreren vanaf 2019 klimaatafspraken in het innovatie- en stimuleringsbeleid voor de landbouw.
In 28 wijken maakt de stad nu concrete plannen om het aardgas te vervangen door warmtenetten, groen gas of elektrische systemen zoals warmte-koudeopslag, waarbij overtollige warmte tijdelijk wordt opgeslagen in de bodem. Tussen die opties moet straks per wijk een keuze worden gemaakt door verschillende belanghebbenden. Denk aan energiebedrijven, netwerkbeheerders en niet te vergeten: de woningeigenaren. “De gemeente heeft nu eenmaal geen woningen in bezit”, zegt Stam. Het is dus praktisch onmogelijk om álle huizen in een wijk van het gas te halen. Amsterdam begint daarom bij de meest homogene buurten, waar bijvoorbeeld 70 procent in handen is van woningcorporaties. Ook daar helpt de grootte van de stad een handje mee. Meerdere ambtenaren kunnen hun tijd steken in samenwerking met woningcorporaties. “Dan kun je grote slagen maken”, zegt Stam. “Maar dat is nog geen oplossing voor de hele stad.”
De TU Delft-alumnus ziet steeds duidelijker dat niet de technische, maar de sociale aspecten de grootste uitdaging zijn van de energietransitie. “Iedereen moet het willen en het kunnen betalen. Daar zijn we als maatschappij nog niet uit.” De hoofdstad lobbyt daarom bij het Rijk voor wetgeving om mensen op den duur te verplichten mee te doen met wijken aardgasvrij maken. “Met stimuleren en subsidiëren komen we een heel eind”, zegt Stam. “Maar er zijn instrumenten van het rijk nodig om te zorgen dat het gasnet straks niet voor één enkele woning blijft liggen.” Toch is verplichten niet altijd een goed idee. Stichting Amsterdam Fossielvrij maakte dit jaar succesvol bezwaar tegen een verplichte aansluiting op een warmtenet in de nieuwbouwwijk Sluisbuurt. Die verplichting zou namelijk ook gaan gelden voor huizen die zelf warmte produceren met zonnepanelen en warmtepompen.
Buitengebied
Aardgasvrije wijken zijn maar een deel van alle afspraken in het Klimaatakkoord. Naast de gebouwde omgeving moeten gemeenten ook verkeer, elektriciteit en industrie uitstootvrij maken. In Amsterdam is de haven een belangrijk onderdeel, in andere gemeenten zijn dat agrariërs.
Om boerenbedrijven te motiveren om te verduurzamen doet de gemeente Ede een onderzoek naar emissiereducerende maatregelen in de landbouw. Het is een samenwerking met de hele regio, want Ede (115.000 inwoners) heeft in zijn eentje te weinig slagkracht. Samen met onder andere gemeenten, provincies, het waterschap, de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) én universiteiten kregen ze ruim 50 miljoen euro bij elkaar, waar het Rijk nog 20 miljoen bij legt. Al 90 boeren schreven zich in om een duurzame variant van hun veevoer, stalvloer of afzuiginstallatie te testen. “Zo’n regiodeal geeft urgentie en is een kans om alle partijen samen te krijgen”, zegt juridisch adviseur Nicole Hoos. Zo helpen bovenliggende overheden Ede mee om te verduurzamen. Maar dankzij die opschaling komen ze ook in het vizier van weer een andere overheid. Want ziet de Europese Unie de bedragen voor de verduurzaming van boerenbedrijven niet als verboden staatssteun? Het regionale onderzoek ligt nu stil om dat na te gaan.
Ondertussen kijkt Ede ook naar boerenbedrijven voor een ander klimaatonderdeel: hernieuwbare elektriciteit. Het college sprak af om naast een paar windturbines en 300.000 panelen op daken ook 50 hectare grond te beleggen met zonnepanelen. Maar een plan voor de eerste concrete 8 hectare ‘zon op veld’ werd al weggestemd, na boze gezichten bij informatieavonden en officiële bezwaren tegen vergunningsaanvragen. Goede landbouwgrond mag niet naar grote energiebedrijven zonder binding met de plek, vinden veel Edenaren. In een openbare brief waarschuwt ook de lokale LTO-afdeling voor ‘cowboys in het buitengebied’. De gemeente streeft naar 50 procent lokaal eigendom van energieprojecten, maar kan ook niet helemaal zonder de energiebedrijven. Klimaatneutraal worden in 2050 lukt gemeenten nu eenmaal niet alleen.
Geef een reactie