In het land van villa’s en gazonnen helpt Gretchen Mead stedelingen aan gezond zelfverbouwd voedsel. Onder het motto ‘Move Grass, Grow Food’ plant ze met haar organisatie Victory Garden Initiative zoveel mogelijk stadstuinen aan. Dat doet ze in rijke buitenwijken, maar ook in de arme binnensteden waar educatie over vers voedsel hard nodig is. “Je kunt niet gezond eten als je niet weet wat dat is.”
Een tienermeisje met een lange vlecht en een petje loopt trots op een ruim tien jaar oudere jongeman af. “Kijk meneer Alex”, roept ze. “Ik heb een heleboel superrode!” Ze laat de tomaten zien die ze in haar t-shirt heeft verzameld. Ze heeft er net eentje geproefd en vond het verrassend lekker. “Dat had ik niet gedacht, ik had al heel lang geen tomaat meer gegeten.”
De gemeenschappelijke moestuin van Concordia Gardens ligt in een arme wijk van Milwaukee waar nauwelijks vers voedsel op tafel staat. In de gemeenschapstuin kunnen kinderen alle groenten, fruit en kruiden die er worden gekweekt voelen, ruiken en natuurlijk ook proeven. Dat doen ze uit eigen beweging, vertelt Alexander Hagler, die al drie jaar in de tuin werkt. “Kinderen komen vanzelf binnenlopen, omdat ze mee willen doen.” Hagler leert hen over voedsel verbouwen en geeft ze een zakcentje om straks met een volgeplukte bakfiets langs de deuren te gaan. Mensen hoeven daar niet voor te betalen; Concordia Gardens hoopt vooral meer groenten de keukens in te krijgen.
Victory Garden
Concordia Gardens is zeven jaar geleden opgezet door de sociale welzijnsorganisatie Victory Garden Initiative. Oprichter Gretchen Mead ontdekte tijdens haar werk als hulpverlener dat vooral arme gezinnen een moestuin goed kunnen gebruiken. Met Victory Garden Initiative kocht ze in de relatief arme binnenstad van Milwaukee een stuk grond ter grootte van een voetbalveld.
Mead ziet stadslandbouw niet als een manier voor steden om zichzelf te voeden. “Dat is niet realistisch. Er is te weinig ruimte voor basisproducten als mais en graan, dat ook als diervoeding dient.” Concordia Gardens is een productieve tuin geworden, maar dat is niet het belangrijkste. Mead ziet vooral heil in de buitenactiviteit, educatie en toegang tot gezond voedsel. “Als kinderen in de schoolbanken leren over gezonde voeding, gaan ze niet meer groenten eten”, zegt Mead. “Maar als ze het zelf verbouwen, eten ze ineens bijna alles. Dat is fantastisch.” In Concordia Gardens maken de kinderen groenten klaar op een campinggasje, of ze bereiden een saladedressing van kruiden uit de tuin. Mead: “Soms krijgen ze de kans om voor de eerste keer in hun leven iets gezonds te eten.”
Voedselwoestijn
Het klinkt Amerikaans overdreven, maar Mead beschrijft hier iets anders dan de doorsnee schooltuin in Nederland. Concordia Gardens ligt in een zogenaamde food desert of voedselwoestijn; een term die Amerikaanse stadswijken beschrijft waar bewoners lang (doorgaans meer dan 1,6 kilometer) moeten reizen voor vers voedsel. Grote supermarkten met groenten- en fruitafdelingen vestigen zich nauwelijks in buurten met lage inkomens. Bewoners die zich geen auto kunnen veroorloven, voeden zich dan vaak met eten dat wél in de buurt te vinden is. Dat zijn vooral fastfoodrestaurants of kleine ‘cornerstores’ vol diepvriespizza’s, blikvoedsel, chips en snoep.
Mead woont zelf in een hele andere buurt van Milwaukee. Ze komt van het platteland en kwam naar de stad voor een studie Sociaal Welzijn aan de universiteit van Milwaukee. Daarna ging ze aan de slag als psychisch hulpverlener in ziekenhuizen en als manager in de maatschappelijke ondersteuning van chronisch zieken. Daar merkte ze steeds duidelijker hoe de verbinding tussen het rurale en het stadse leven verloren is gegaan. Juist in arme wijken. “Mensen die het toch al moeilijk hebben, krijgen alleen maar verschrikkelijk voedsel te eten. Zelfs in ziekenhuizen is het eten ongezond!”
Strijd tegen gazonnen
Mead zit in een gebloemd jurkje op haar roodgeverfde terras in de keurige buitenwijk Shorewood. Hier begon ze in eerste instantie met stadslandbouw voor haar eigen gezin. Ze wilde haar eten buiten kunnen plukken, net als zij en haar moeder vroeger deden. Dat kon mooi in haar eigen tuin, want aan ruimte geen gebrek in Amerikaanse buitenwijken. Het moestuinieren van Mead werd enthousiast overgenomen door anderen uit de wijk: lekker buiten bezig zijn, praatjes maken.
Maar niet iedereen was er blij mee. Tot grote schrik van sommige buren veranderde het uiterlijk van de wijk, met tot dan toe altijd netjes bijgehouden gazons. Ze bespraken in het gemeentehuis hoe ze deze nieuwe trend konden inperken. Mead snapt het wel. Die houding tegenover rommelige groentetuinen komt volgens haar voort uit de ontstaansgeschiedenis van buitenwijken. “In de jaren ’30 waren mensen blij om het harde werk op de boerderij te ontvluchten. In de stad wilden ze niets meer met landbouw te maken hebben en alleen nog recreëren. Gras en eenvoud waren het helemaal. En ook al zijn die redenen erachter vergeten, dat vinden mensen hier nog steeds mooi.”
De geplande inperkingen van stadslandbouw zijn er in Shorewood nooit gekomen. In tegendeel. Een lokale journalist interviewde Mead in 2009 over haar strijd. Dat verhaal verspreidde zich tot op de nationale radio. “Mensen door het hele land hoorden over een vrouw die groenten wilden verbouwen in haar tuin, maar werd tegengehouden door het dorp. Iets beters had er niet kunnen gebeuren”, lacht Mead. Allerlei mensen benaderden haar om mee te doen. Zo ontstond de eerste Garden BLITZ. Twintig moestuinliefhebbers legden in één weekend 45 nieuwe tuinen aan in en rondom Milwaukee. De boze buren lieten hun plannen voor moestuinregels varen.
Voor een andere familie
De Garden BLITZ vindt nog elk jaar plaats. Afgelopen lente bouwden 350 vrijwilligers in twee weken tijd 550 nieuwe tuinen. Een geweldig evenement, vindt Mead. “Er komen zoveel verschillende mensen samen.” Nieuwe tuinierders zijn namelijk niet alleen rijke buitenwijkbewoners die hun gazon beter willen benutten. Mead en haar team bouwen ook schooltuinen, kerktuinen, gemeenschapstuinen en familietuinen voor mensen die zich dat zelf niet kunnen veroorloven.
Geld daarvoor komt van donoren. Sponsorbedrijven pronken met hun logo tijdens de Garden BLITZ en werken een dagje mee, ideaal voor teambuilding. Maar ook stichtingen en zelfs individuen doneren een tuin. ‘Voor een tuin voor een andere familie’, schrijven ze dan bijvoorbeeld op een cheque.
Flyers en bakfietsen
Doel van de jaarlijkse Garden BLITZ is om de helft van de nieuwe tuinen te bouwen voor mensen die zelf geen tuin kunnen aanschaffen. Maar het is lastig om die doelgroep te bereiken. “Juist in achtergestelde buurten kijken bewoners niet zo snel op internet. Veel mensen zijn bijvoorbeeld analfabeet. Ze moeten er dan echt over horen op straat.”
Concordia Gardens probeert ouders naar de tuin te lokken met het uitdelen van flyers en de bakfiets van de kinderen. Vandaag zitten daar vooral komkommers en groene tomaten in. Die zijn volgens Hagler nu het populairst. “Groene tomaten, ja. Die snijden ze in plakjes en bakken ze met meel en ei.” Hoe gezond dat precies is vraagt hij zich ook af, maar het is een begin.
Als de kinderen al bijna op weg zijn, wandelt een ouder echtpaar de tuin in. Ze kregen een flyer in de bus en zijn nu op zoek naar kool en limabonen. Die speciale groenten vind je niet in de Aldi, waar ze normaal boodschappen doen. Een jongen die zijn helm al op heeft, stopt de groenten voor ze in een zak. De vrouw zoekt tevergeefs een potje om te betalen, ze is bezorgd. “Wel wat meenemen voor je moeder hoor!” De jongen knikt en stuift weg.
Geef een reactie