De film Racing Extinction is een deel informatie, een deel ecohorror, een deel heldenepos en een deel ‘schoonheid van de natuur’. Niet alle delen zijn even mooi.
Hoe bereik je een publiek dat de boodschap niet wil horen? Louie Psihoyos, maker van de Oscar-winnende documentaire The Cove over de jaarlijkse dolfijnenslachting in een Japanse baai, bedacht voor zijn volgende film Racing Extinction, een prikkelend recept. Mix een deel informatie met een deel ecohorror, een deel heldenepos en een deel ‘schoonheid van de natuur’.
De informatie in Racing Extinction over het uitsterven van soorten wordt verzorgd door wetenschappers en gaat over de verschrompelende biodiversiteit op onze planeet. Zo leren we dat de helft van alle 340 schildpadsoorten wordt bedreigd, en dat in door CO2 verzuurde oceanen schelpdieren, koraalriffen en fytoplankton – de grootste primaire producent van onze zuurstof – geen leven meer hebben.
De ecohorror komt op het conto van de handel in beschermde soorten. We zien Indonesische dorpelingen zich met een speer op mantaroggen werpen en later hun kieuwen eruitsnijden, omdat Chinezen die beschouwen als geneesmiddel voor uiteenlopende kwalen. We zien een levende haai die, ontdaan van zijn vinnen, hulpeloos naar de bodem zakt. In een volgend shot liggen ontelbare haaienvinnen te drogen op het dak van een Chinese groothandel.
In het heldenepos zijn de hoofdrollen weggelegd voor activisten die, voorzien van knoopsgatcamera’s en andere James Bond-attributen, geheime opnamen maken achter de vijandelijke linies: een illegale nachtmarkt in Kanton; restaurant The Hump in Los Angeles dat walvis serveert; een handelaar in Omega 3-olie afkomstig van reuzenhaaien, die ook rupsenschimmel verkoopt voor $44.800 per kilo.
Het deel ‘schoonheid der natuur’ is voormalig National Geographic-fotograaf Psihoyos wel toevertrouwd. Psychedelische fytoplanktonnetjes, majestueuze mantaroggen, mist in een oerwoudkloof, allemaal even mooi.
Slaagt Psihoyos in zijn missie? Soms is Racing Extinction een misbaksel. De koene activisten lijken regelrecht weggelopen uit een B-film of The A-Team als ze dingen zeggen als: ‘Let’s blow the lid off this place!’ en ‘The manta ray looked me in the eyes and it knew I was helping it.’ Ook voel je je soms gemangeld tussen brokken informatie die niet goed mengen. Desondanks raak je onder de indruk. Net als, hopelijk, de mensenmassa die in de apotheose van de film overdonderd staat te kijken naar reuzendieren die dankzij een reuzenprojector tegen het New Yorkse VN-hoofdkwartier opkruipen, afgewisseld met oneliners over uitsterfratio’s en actiesuggesties: ‘Eat more plants!’ In China daalde geval, na een aan de film gekoppelde campagne, de vraag naar haaienvinnensoep in ieder geval met 70 procent.
Geef een reactie