Transitie, iedereen heeft het erover maar wat is het? En hoe organiseer je die? Welke koerswijziging heeft onze maatschappij nodig? En is een groene revolutie überhaupt mogelijk? In het spannende project The New Forest onderzoekt theatergroep Wunderbaum dit soort thema’s. Het komende seizoen met We doen het wel zelf, een humoristische participatieshow vol punk.
Er is veel te vertellen over acteursgroep Wunderbaum. Ze spelen dit jaar twee interessante voorstellingen en werken ook nog aan een speelfilm waarvoor ze druk aan het crowdfunden zijn. Allemaal in het kader van The New Forest, een vierjarig project over de samenleving van morgen. “Toen Wunderbaum in 2001 begon, beschreven we de crisis en probeerden aan te tonen hoe groot die was”, vertelt acteur Walter Bart over een krakerige telefoon vanuit een duinpan op Terschelling, waar We doen het wel zelf tijdens Oerol in première gaat. “Everybody for Berlusconi ging bijvoorbeeld over de corruptie in Italië en de vraag: waarom praten we over de toetreding van Turkije bij de Europese Unie en niet over de vraag of Italië eruit moet? Of voorstellingen over bijstandsgezinnen die niet rond kunnen komen, sekstoerisme in Oost-Europa of Easyjet-toerisme.”
Die stukken beschreven hoe “klote” het eigenlijk is. Hoewel dat er nog steeds af en toe insluipt, richt The New Forest zich juist op het beschrijven en onderzoeken van een mogelijke toekomstige samenleving. Theater leent zich daar volgens Bart heel goed voor. “Door waarheid en fictie te mengen kom je al een stap verder. Je kunt een nabije toekomst verbeelden of de vragen die mensen hebben hoe die toekomst eruit gaat zien extremer maken.”
GasTvrij Terschelling
In We doen het wel zelf, een spektakel over de glorende participatiesamenleving en de grondbeginselen van het liberalisme, presenteert Wunderbaum met veel humor en muziek (een mix van punk, hiphop en levensliederen) twintig initiatieven van mensen die het inderdaad zelf doen. Ze organiseren hun eigen zorg, verzekeringen of energie en wachten niet af tot de overheid of een ander dat voor ze doet. Wie dat precies zijn, verschilt per locatie. “Je hebt hier bijvoorbeeld GasTvrij Terschelling, die zich verzetten tegen gasboringen en zelf getijdenenergie willen opwekken. We hebben ook mensen die via AirBenB hun huis verhuren, een andere vorm van zelforganisatie. En er zijn hier veel boeren die meer op een cradle-to-cradle-achtige manier gaan boeren.”
De acteursgroep, die zijn voorstellingen samen schrijft en ontwikkelt, maakt zich op deze manier letterlijk afhankelijk van burgerparticipatie. Vaak hebben die ‘burgers’ gewoon banen, wat repeteren ingewikkeld maakt. En ook het publiek participeert; zij kunnen tijdens de voorstelling van alles bepalen. “De voorstellingen worden dus echt samen georganiseerd, niet top-down. Daardoor zijn er wel vrij veel variabelen”, lacht Bart.
Polemiek
Een belangrijk uitgangspunt is: wie zijn die ‘we’ uit de titel? “Dat zelf participeren is natuurlijk iets wat alleen een bepaalde groep kan, sommige mensen vallen daar buiten. Daarom openen we de voorstelling met iemand met een verstandelijke beperking, die vertelt wat ze wel en niet zelf kan. Dat maakt het heel persoonlijk. Je ziet dat er een grotere kloof ontstaat tussen een groep die vrij makkelijk alles zelf kan organiseren en een groep die steeds afhankelijker wordt van een terugtrekkende overheid. Een heel ander model dan de klassieke verzorgingsstaat.”
Het is volgens de voorstelling maar de vraag of we ons bevrijd of in de steek gelaten moeten voelen. Dat is ook het onderwerp van een polemiek op socialevraagstukken.nl tussen hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans en Evelien Tonkens, hoogleraar actief burgerschap. Bart: “Hij ziet het als een vrij hoopvolle beweging en zij ziet het als een teken van wanhoop van burgers die in de steek worden gelaten en niet weten wat ze nu moeten.”
De voorstelling daagt het publiek uit om positie te kiezen. “Over UberPop, kun je bijvoorbeeld echt ruzie over krijgen ’s nachts in de kroeg. Mensen vinden het vrijemarktwildgroei of vinden het juist goed dat die monopoliepositie wordt opengebroken. Een soort megaliberalisering of juist een bevrijding. De manier waarop onze samenleving is ingericht is totaal aan het veranderen, op allerlei niveaus. Je merkt dat daar heel heftige emoties bij vrijkomen.”
Een goed voorbeeld is Waaks, een initiatief van de politie en hondenbezitters. Hondenbezitters leren in een korte cursus hoe ze de politie kunnen helpen. De meldingsbereidheid blijkt heel laag te zijn; als iemand iets ziet gebeuren bellen ze de politie niet meer. “Dat is best wel een ding”, merkt Bart. “Je krijgt daar een heel ander soort samenleving van. Daar hebben mensen uitgesproken meningen over. Sommigen denken, waarom niet? We moeten toch samen zorgen dat het veiliger is.”
Klimaatdebat
Zowel bij We doen het wel zelf als bij het eerder dit jaar voor het eerst gespeelde Unser Dorf soll schöner werden (beide voorstellingen zijn komend theaterseizoen nog te zien) blijkt de valkuil bij maatschappelijke vraagstukken dat je al snel in een soort welles-nietes-discussie terechtkomt. En er dus niets gebeurt. Daar gaat die laatste voorstelling, die zich specifiek richt op het klimaatdebat, eigenlijk over: dat mensen niet in staat zijn om stappen te zetten, maar blijven discussiëren. De voorstelling onderzoekt in hoeverre een groene revolutie überhaupt mogelijk is.
Naomi Klein denkt bijvoorbeeld van wel, maar dan moet we eerder vandaag dan morgen beginnen. Clive Hamilton staat daar diametraal tegenover: het is te laat, we gaan toch al naar de klote. Zo gebruiken de acteurs allerlei stemmen uit het debat. Ze hebben daarvoor Duitse en Nederlandse filosofische zieners en denkers (zoals Jan Rotmans, de socioloog Willem Schinkel, de Duitser Harald Welzer van het boek De klimaatoorlogen) geïnterviewd en die teksten gebruikt voor hun personages: Duitse en Nederlandse revolutionairen die zich tijdens een diner over de grote transitievraagstukken van deze tijd buigen.
Monty Python
Klimaat speelt ook een rol Transition is the Mission, een film waaraan het gezelschap nu werkt en die in 2016 op het Internationaal Filmfestival in Rotterdam in première gaat. “We stoppen met acteren omdat we denken dat we daar de wereld niet mee kunnen redden.” Dus beginnen de acteurs ieder hun eigen project. “Een Tranenbar naar Japans model waar je negatieve emoties kunt uiten en eigenlijk komt om te huilen. Een stadslandbouwapp, Tuinder, die consumenten die lokale groenten willen eten verbindt aan mensen die dat verbouwen. Het team de basisoptimisten, een groep vrienden met verschillende expertises – een loodgieter, tandarts, advocaat, kok en kapper – die bijstandsgezinnen helpen. En ik ben een activist die iedere dag een actie op straat. Bijvoorbeeld een fileprotest in waar ik met een gasmasker op en een groot bord in mijn hand tussen de auto’s loop. Dat is echt omdat ik het zelf ook een bizar iets vind. Ik heb ook een actie op de beurs gedaan waarbij ik een beurshandelaar speel, die zegt: ‘I’m sorry’, ‘Je regrette’, ‘Entschuldigung’ en dollarbiljetten in de koopgoot gooi. ”
De associatie met de Amerikaanse activisten The Yes Men die direct opkomt is niet toevallig. Op hun platform Action Switchboard staat zelfs een actie van Walter Bart, Behind The Shoe. “Die actie pleit eigenlijk voor een globaal minimumloon.” Het vaak hilarische duo inspireert hem. “Ze hebben een heel inspirerende energie. Ook vormtechnisch gezien, het is heel goede comedy. Bijna Monty Python.”
De film gaat om engagement en hoe je als individu in actie kunt komen. “We eindigen met een kruiptocht. Een protest met de boodschap: we moeten eigenlijk sneller gaan, maar we kunnen niet. Een grote massa die kruipt. Daarvoor zoeken we nog mensen, dus als iemand nog wil meekruipen, dan mag dat.”
Nu The New Forest op de helft is, begint Walter wel steeds meer te twijfelen aan de kracht van kleinere initiatieven. “Ik denk dat het een vrij elitaire beweging is. Waar wij eerst dachten: we moeten het zelf veranderen, zit er nu steeds meer een behoefte aan een grotere systeemverandering. Dat staat haaks op wat Jan Rotmans zegt, maar ik denk wel dat dat meer de kant is die wij als groep op gaan.”
Geef een reactie