Down To Earth Magazine

Milieu | Mensen | Meningen

Logo Down To Earth

Zoek op de site

  • Home
  • Onderwerpen
    • Uitgelicht
    • Energie & klimaat
    • Landbouw & voedsel
    • Mobiliteit
    • Bossen
    • Economie
    • Mensenrechten
  • Rubrieken
    • Interview
    • De Activist
    • Opinie
    • Boeken en films
    • Consument
    • Recept
    • Columns
  • Magazines
  • Nieuwsbrief
  • Over ons
Home > Economie > Print je eigen tractor

Print je eigen tractor

Dirk Janssen | 18 augustus 2011 |

De open source-beweging is vooral bekend van software. Maar diezelfde beweging heeft inmiddels ook een stevige voet aan de grond buiten de virtuele wereld. Open source hardware is goedkoop, makkelijk te bouwen en duurzaam.

Print je eigen tractor
Beeld Sean Church. Marcin Yakubowski (links) met vrienden op hun tractor.

In 2003 start Marcin Yakubowski in de Amerikaanse staat Missouri zijn eigen boerderij. Hij wil zich na zijn studie fusie-energetica graag met concretere dingen bezig houden. Maar het boeren valt hem zwaar. Zijn machines gaan om de haverklap kapot en hij werkt eigenlijk vooral om zijn overheadkosten te betalen.

Omdat hij technisch goed onderlegd is, ontwerpt hij een aantal machines dat makkelijk en goedkoop te maken is en waar verder niet veel aan kapot kan. Voor een commerciële producent niet aantrekkelijk, maar voor de boer des te meer. Zoals een tractor van stalen pijpen en een pers die bakstenen kan persen uit kleigrond. Hij besluit zijn ontwerpen te delen op internet en vanaf dat moment krijgt zijn project Open Source Ecology een heel eigen leven.

Factor E Farm

Op de website van Open Source Ecology werken mensen uit talloze landen aan de Global Village Construction Set. Dit is een pakket van vijftig machines dat in principe genoeg moet zijn om een hele beschaving vanaf punt nul op te bouwen. Een tractor, een bakstenenpers, maar ook een lasapparaat en een elektrolyse-installatie die aluminium aan klei kan onttrekken. Van over de hele wereld komen er mensen naar de boerderij van Yakubowski – omgedoopt tot Factor E Farm – om kennis te delen en de machines verder te ontwikkelen.

Open source producten, online of offline, laten zich makkelijk reproduceren. Open source hardware is makkelijk te maken van goedkope en universele materialen. En wat is er goedkoper en meer voorhanden dan afval? Het is niet verwonderlijk dat recycling een integraal onderdeel is van open source technologie. Een product als aardolie is vrijwel taboe in open source-land, omdat er enorm veel grootschaligheid en centrale controle nodig is om het te produceren. Biomassa, zonlicht en wind zijn daarentegen overal. De machines van de Global Village Construction Set gaan allemaal van deze energiebronnen uit. Omdat het minder afhankelijkheid met zich meebrengt.

Volgens de Bulgaar Nikolay Georgiev, de Europese woordvoerder van Open Source Ecology, is het daarom logisch dat de high tech open source beweging zich ook bezig houdt met kleinschalige landbouw. “De doelstelling van de beweging is bijna gelijk. We gebruiken technologie om mensen onafhankelijk te maken.”

3D-printers

Het vlaggenschip van de open source hardware beweging is de driedimensionale printer, een apparaat dat ruimtelijke objecten kan printen. Commercieel bestaan ze al sinds de jaren tachtig, maar 3D-printers kregen een vlucht toen de open source-beweging zich er mee ging bemoeien.
Initiatiefnemer is Adrian Bowyer, een werktuigbouwkundige van de universiteit van Bath in Groot Brittannië. Hij bedacht het concept van een 3D-printer die zichzelf kan reproduceren, de Reprap (Replicating Rapid Prototyper). Omdat je het apparaat eindeloos kunt delen, lijkt het erg op software. Daarom zou het ook in het open source model moeten kunnen werken.
Wereldwijd gingen er allerlei open source-enthousiastelingen aan de slag om dat apparaat te realiseren. Inmiddels zijn er talloze zelfreplicerende 3D-printers op de markt. Op het moment dat iemand zo’n printer heeft, kan hij in principe zelf ook printers gaan verkopen, want het intellectuele eigendom ligt bij de gemeenschap.

Evolutie

Hoe goedkoper en toegankelijker het apparaat, hoe sneller gebruikers geneigd zijn om er zelf aan te gaan sleutelen. En apparaten waar gebruikers het meeste aan sleutelen evolueren het snelst. Gebruikers verbeteren het ontwerp voortdurend, en andere gebruikers nemen de meest succesvolle verbeteringen over.
In Nederland is Erik de Bruijn pionier of het gebied van zelfmaak 3D-printers. Samen met twee vrienden heeft hij een winstgevend bedrijf dat bouwpakketten voor 3D-printers verkoopt. “Ik ben al lang betrokken bij het Reprap-project en geef over de hele wereld workshops waarin ik met groepen 3D-printers in elkaar knutsel. Maar wat we eigenlijk wilden maken is een soort IKEA-achtig bouwpakket dat je snel met een inbussleutel in elkaar kan zetten. Dat is nu de Ultimaker geworden”.
De Ultimaker verkoopt zo goed, dat De Bruin nauwelijks nog tijd heeft om zelf aan verbeteringen voor zijn printer te werken. Dat doen zijn klanten nu voor hem. Een klant van De Bruijn is een volledig verlamde vrouw die met haar gezicht een computer kan bedienen. Met de Ultimaker heeft ze een plastic grijper voor op een robotarm geprint, zodat ze makkelijker kan eten.

De nieuwste ontwikkeling is dat iemand uit het Verenigd Koninkrijk een printbare metaallegering heeft uitgevonden. Daarmee kan de Ultimaker nu zelfs hele schakelingen printen in plastic en metaal. En deze uitvindingen zijn voor iedereen toegankelijk. “Ja, ik geef als producent en uitvinder een stuk controle weg,” zegt Erik de Bruijn. “Maar daar krijg ik wel heel veel voor terug.”

Vooralsnog print de Ultimaker in biologisch afbreekbaar plastic dat daarna op de composthoop verdwijnt. Maar het is wachten op het moment dat er iemand een apparaat bedenkt dat verouderde stukken plastic weer terugsmelt in printbaar materiaal.

“Vroeger dreef de massaproductie en de industrialisatie het ambachtelijke maatwerk uit de handel”, zegt Erik de Bruijn. “Nu kunnen we dat maatwerk door een computer laten doen. De uitvinding van de drukpers was leuk, maar alleen rendabel als je dezelfde tekst in bulk liet afdrukken. Nu heeft iedereen al een eigen printer waarop hij of zij zijn eigen documenten afdrukt. Dankzij open source gaat dat straks met de productie van goederen ook zo. We staan aan het begin van een nieuwe renaissance.”

Wat is open source?

Het begrip “open source” komt uit de software. Iedereen kan in principe knutselen aan een programma waarvan de broncode openbaar is. Zo ontstonden er hele gemeenschappen die deze software ontwikkelden.

Open source producten zijn bijna altijd opgebouwd uit modules. De 3D-printer, de Ultimaker, wordt bijvoorbeeld aangestuurd door een interface die je kunt aansluiten op een computer. Die interface is de Arduino, ook een stukje open source technologie. Met je PC kun je de Arduino verschillende elektrische signalen laten afgeven. De open source tractor van Factor E Farm wordt aangedreven door een open source motorblok, de Power Cube. Diezelfde Power Cube drijft ook de bakstenenpers aan. Je kunt meerdere Power Cubes in elkaar klikken om een sterkere motor te maken.

Dat is een tweede kenmerk van open source technologie: de schaal van een apparaat is vrij makkelijk te veranderen. Door een paar spiegels toe te voegen aan een open source zonnecollector kun je de output verhogen. Als hij te heet wordt, dan haal je een paar spiegels weg. En als er iemand in de gemeenschap een beter ontwerp bedenkt, hoef je niet het hele apparaat weg te gooien. Je vervangt gewoon de betreffende module.
Zo passen open source machines ook als modules in een open source boerderij of werkplaats. En die vormen weer modules in de hele open source-economie.

“Zelf hebben we het liever over ecologie”, zegt Nikolay Georgiev van Open Source Ecology. “Een boerderij als Factor E Farm volgt alle kenmerken van een ecosysteem. Eigenlijk integreren we mens en machine als modules in het wereldwijde ecosysteem.”

 

FabLabs

Geen ruimte of gereedschap om een tractor, windturbine of 3D-printer te bouwen? Ook daar is wat op gevonden. Over heel de wereld en in bijna alle grote steden in Nederland staan FabLabs, fabrication laboratories. Daar kan iedereen tegen minieme betaling, of gratis, gebruik maken van een volledige open source werkplaats. Voorwaarde is wel dat je je werk deelt met de gemeenschap.

“Als je ons FabLab binnenkomt, maak je via de computer een project aan”, zegt Jelle Boomstra van het Utrechtse FabLab Protospace. “Je vertelt wat je wil doen. Je maakt er foto’s van. Als je een printopdracht geeft of je laat de lasersnijder iets uitsnijden, dan slaan we die bestanden er ook bij op. Dat stoppen we allemaal bij elkaar in een map, en die delen we met alle FabLabs over de hele wereld. Je betaalt niet voor het gebruik van de machines, alleen voor het materiaal dat je gebruikt.”

10

Kom op de mailinglijst

Schrijf je in voor de D2E nieuwsbrief

Categorie: Economie Tags: technologie, duurzame economie Dossier: Andere economie Verschenen in: Down to Earth 06 (aug 2011)

Dirk Janssen

Dirk Janssen

  • Alle artikelen van Dirk Janssen op Down To Earth Magazine

Gerelateerde berichten

Uitgesproken

“De mens is niet langer de dominante soort op aarde”

Koert van Mensvoort wil niet terug naar de natuur, maar juist vooruit naar de 'next nature'. De natuur verandert voortdurend, en wij mensen zijn daar onderdeel van.
Economie

10 jaar na de financiële crisis: op zoek naar alternatieven

15 september is het op de kop af tien jaar geleden dat de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers failliet ging. Hebben we iets geleerd van die crisis, en kunnen we de volgende beter opvangen? Niemand die het weet, maar de seinen staan op oranje. Op het Alternative Finance Festival wordt gezocht naar oplossingen.
Economie, Grondstoffen

Werkt de R-ladder?

Recyclen is niet genoeg, we moeten de héle R-ladder gebruiken. Wil het een beetje lukken met de circulaire economie?
Economie, Gas

Hulp aan Mozambique betekent vooral kansen voor BV Nederland

Honderden Mozambikanen kwamen vorige maand om door tropische cyclonen en de overstromingen die erop volgden. Fatsoenlijke kustbescherming en drainage ontbrak. Nederland ontwierp in 2012 een masterplan voor de overstroomde havenstad Beira. Dat was ontwikkelingssamenwerking nieuwe stijl: hulp door handel. Kun je kustbescherming wel overlaten aan de markt?
Ontvang ons magazine

Recente reacties

  • Rob Dikkers op Op Achterhoekse akkers keert de natuur terug
  • Marijke Kortekaas op Inheemse toppers voor in de tuin
  • Alexa op Fluweelzachte muren zonder latex
  • Loek Beukman op Protesteren met een smiley
  • Ingrid Staal op Gek van insecten: Paul Beuk
  • Ronaldo op “De tijd van het ecopopulisme is aangebroken”
  • Loek Beukman op “Het probleem ligt bij de machine”

Lees ons papieren magazine

Lees — Down to Earth 52 april 2019

Contact

Redactieadres:
Nieuwe Looiersstraat 31
1017 VA Amsterdam
Tel: 020-5507433
redactie@downtoearthmagazine.nl

Over ons

  • Over ons
  • Auteurs
  • Word abonnee
  • Disclaimer
  • Privacy en cookies

Volg ons